De HvA zou moeten inzetten op krimp van studentenaantallen, maar andere gebieden dan een groei moeten streven, vindt August Hans den Boef. De auteur beschrijft hoe hij in de jaren 70 de hogeschool heeft zien veranderen, de gebouwen verhuisden naar de periferie van de stad. Studenten werden klanten. Door groei in kwaliteit en aantal studenten moesten de hogescholen aan kwaliteit inboeten. De auteur beschrijft vervolgens waar de hogeschool zich wel op zou moeten richten.
Als gevolg van de crisis klinkt steeds luider de roep om meer overheid en regulering. Vergeten wordt blijkbaar dat onverantwoord begrotingsbeleid van diverse overheden een belangrijke veroorzaker is van de huidige financiële problemen. Markten zijn inderdaad niet altijd rationeel, maar waarom zouden overheden dat wel zijn?
Maar innoveren gaat al lang niet meer over ‘even een leuk idee uitwerken’: de snelheid van (digitale) ontwikkelingen en de risico’s van een (financiële) misser maken dat samenwerking met anderen nodig is. Een stabiel consortium dat daadkrachtig werkt aan klantgerichte innovaties: hoe realiseer je dat snel en adequaat?
LINK
Mode heeft een cruciale functie in de samenleving: zij maakt diversiteit en inclusiviteit mogelijk en is een middel voor individuen om zich uit te drukken. Desalniettemin is mode ook een raadsel op het gebied van duurzaamheid, zowel aan de sociale als aan de milieukant. Er bestaan echter alternatieven voor de huidige praktijken in de mode. Dit project heeft tot doel de ontwikkeling van een van die initiatieven te ondersteunen. In samenwerking met twee Nederlandse MKB bedrijven in de mode-industrie, willen we een of meer business modellen co-designen voor het vermarkten van circulair ontworpen laser geprinte T-shirts. Door lasertechnologie te introduceren in plaats van traditionele inktopties, kunnen de T- shirts hun CO2 voetafdruk verder verkleinen en een verstandig alternatief zijn voor individuen, die op zoek zijn naar duurzame modekeuzes. Maar hoewel de technologische haalbaarheid vaststaat, vereist het vermarkten sterke, schaalbare, bedrijfsmodellen. Via een haalbaarheidsstudie willen we dergelijke businessmodellen ontwikkelen en de commercialisering van deze producten ondersteunen. Wij zijn van plan de reacties van de consument op een dergelijke innovatie te bestuderen, evenals de belemmeringen en stimulansen vanuit het oogpunt van de consument, en de inkoop-, toeleveringsketen- en financiële kwesties die kunnen voortvloeien uit de schaalbaarheid van een potentieel bedrijfsmodel. Om praktische relevantie voor de bredere industrie te verzekeren, streven we ernaar om de resultaten te presenteren op evenementen georganiseerd door een van de consortiumpartners (in 2023), als ook om een teaching case en een wetenschappelijk artikel te ontwikkelen op basis van de resultaten van het project.
In een circulaire economie worden producten en grondstoffen hergebruikt. Er is geen sprake van afval maar van grondstoffen. Bedrijven die circulair ondernemen kiezen bewust voor hernieuwbare hulpbronnen of zorgen dat de materialen optimaal kunnen worden hergebruikt of hoogwaardig gerecycled. Een circulair bedrijfsmodel vraagt veelal om een andere financieringsconstructie. Zo hebben producten die worden hergebruikt of op hoogwaardige wijze worden gerecycled altijd een financiële restwaarde. Deze dient inzichtelijk te zijn en afgestemd te worden met de verschillende ketenpartners en met financiers. De financieringsbehoefte van een onderneming verandert ook als een bedrijf ervoor kiest om producten niet te verkopen, maar via een overeenkomst beschikbaar te stellen aan gebruikers. Mkb-bedrijven die circulair willen gaan ondernemen, geven aan problemen te ondervinden bij het vinden van passende financiering voor hun circulaire bedrijfsmodel. Zij hebben behoefte aan nieuwe kennis over hoe zij hun financiering moeten organiseren om niet alleen circulair maar ook winstgevend te ondernemen. Uit gesprekken en workshops met bedrijven, zijn de volgende praktijkvragen naar voren gekomen: 1. hoe kunnen we de financiële (rest)waardes van onze producten bepalen en verbinden aan zakelijke afspraken over hergebruik en recycling? 2. hoe kunnen we financiële contracten opstellen met ketenpartners waardoor gebruikers worden gefaciliteerd en gestimuleerd om producten opnieuw te gebruiken en te recyclen? 3. hoe kunnen we financiering aantrekken en wat betekent dit voor onze onderneming en samenwerking binnen de logistieke keten? Onder leiding van het Windesheim lectoraat Supply Chain Management wordt in dit project in een consortium met Stenden, University of Aruba, Sustainable Finance Lab (verbonden aan Universiteit Utrecht), Ilab Green PAC, Bureau Innovatie, MKB-ondernemingen en financiers onderzoek gedaan naar financieringsmogelijkheden binnen de circulaire logistieke keten. De resultaten van dit casestudieonderzoek worden breed gedeeld met bedrijven en onderwijs via masterclasses en lesprogramma's.
Door diverse marktpartijen is data ter beschikking gesteld en er is veel draagvlak onder het bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen. Dat maakt de haalbaarheid van dit voorstel groot. Het betreft productiedata van groente en fruit, welke door tuinders wordt geprognosticeerd. Deze prognoses kunnen > 30% afwijken van de werkelijke productie. Deze prognose wordt nu vooral vastgesteld op basis van statische modellen. De geprognosticeerde productie wordt vaak gecommuniceerd als het te verwachten marktaanbod. Tuinders, afzetorganisaties en handelshuizen wijken vaak van deze prognose af om strategische redenen. Dat resulteert in zeer grote afwijkingen tussen het verwachte en gerealiseerde marktaanbod. Dit leidt tot vernietiging van voedsel en grondstoffen, een marktoverschot wat zorgt voor lage prijzen en een grillig prijsverloop op de markt. Veel markten van tuinbouwproducten zijn gevoelig en volatiel, waardoor wijzigingen in het aanbod grote invloed hebben op de financiële resultaten van ondernemingen. In de gehele tuinbouwketen ondervindt men daardoor schade. Hogeschool Inholland, de TU Delft en verschillende partijen uit de sector hebben het plan opgevat hier verbetering in aan te brengen. Met simulaties gebaseerd op multi-agent technieken worden de bestaande prognosemodellen tegen het licht gehouden en wordt strategisch gedrag gesimuleerd. Niet alleen wordt verbetering van de prognose nagestreefd ook wordt duidelijk welke gevolgen strategisch gedrag van ketenactoren heeft. Het meenemen van strategisch gedrag bij het vaststellen van het marktaanbod is nieuw, bestaande modellen voorzien hier niet in. Ook nieuw is dat het stochastische, niet-deterministische productieproces van teelten in beeld wordt gebracht met behulp van zelflerende autonome agents. Aan deze agents kan vervolgens relevante informatie worden gekoppeld over stakeholdergedrag, beslissingen en strategieën. Met behulp van simulaties kan vervolgens worden vastgesteld wat de effecten zijn van de bestaande ketenstructuren op de productie en het marktaanbod. Deze vaststelling van het marktaanbod is toepasbaar voor veel teelten, en wordt in dit voorstel uitgewerkt voor een gewas (tomaten).