In 2050 moet ons land volledig af van fossiele brandstoffen. Al onze energie komt dan van duurzame bronnen. Maar wat als de zon niet schijnt of de wind niet waait? En hoe maak je het elektriciteitsnet geschikt voor tweerichtingsverkeer als consumenten ook producent van energie worden?
LINK
Consumenten hechten vandaag de dag veel waarde aan verduurzaming. Circa driekwart van de Nederlanders vindt het belangrijk dat ons land duurzamer en klimaatneutraal wordt. Daarnaast staan veel Nederlanders open voor (meer) duurzame bedrijfsmodellen zoals lokaal kopen, repareren in plaats van vervangen en verpakkingsvrij winkelen. Consumenten verwachten dat bedrijven het voortouw nemen in de verdere verduurzaming. Tegelijkertijd zijn ze zeer kritisch op de vorderingen die het bedrijfsleven op dit vlak gemaakt heeft.
LINK
Nederland wil in 2050 een circulaire economie zijn. Een economie zonder afval, waarbij alles draait op herbruikbare grondstoffen. Het zuiniger en slimmer omgaan met grondstoffen is ook voor de textielbranche van belang. De meest gebruikte en bekende hernieuwbare plantaardige grondstof voor de textielindustrie is katoen. De huidige niet-circulaire productie en toepassingen van katoen hebben vergaande negatieve impact op mens en milieu. De gebruikersduur van kleding wordt steeds korter en afgedankte kleding wordt laagwaardig verwerkt om uiteindelijk alsnog te worden verbrand. Zowel het economische als duurzame verbeterpotentieel voor circulair textiel is dan ook enorm. De kwaliteit van katoen vermindert met iedere (mechanische) recyclingstap omdat de vezellengte steeds korter wordt. De uitdaging is om meermaals te recycling waarbij in iedere recyclestap waarde wordt behouden en gecreëerd. Als uiteindelijke stap wordt nagestreefd de grondstof veilig terug te laten keren naar de biosfeer als voedingsmiddel waarna een nieuwe cascade kan beginnen: een kringloop in de vorm van regeneratieve cascades. Om dit te realiseren moet de hele keten samenwerken in een transparant systeem waarbij stakeholders meervoudige waarde in balans ontwikkelen, zodat geen partij in de keten wordt benadeeld. Organisaties worstelen met deze veranderende rollen en zoeken nieuwe bedrijfsmodellen, waarin herstel en volhoudbaarheid boven oneindige groei en uitputting staan. In dit project werken Nederlandse bedrijven (met name MKB) uit de gehele textielketen samen met Indiase bedrijven om de werking van een katoencascade -een regeneratief, circulair systeem van katoenzaad tot worteldoek- te onderzoeken en op te tekenen. Een interdisciplinaire benadering is hierbij cruciaal. De nadruk ligt zowel op onderzoek naar de technische haalbaarheid van de katoenvezel als op de ontwikkeling van collaboratieve bedrijfsmodellen. De geformuleerde onderzoeksvraag luidt: Welke collaboratieve bedrijfsmodellen ontstaan tijdens het ontwerponderzoek die geschikt zijn voor meervoudige waardecreatie in een katoencascade en hoe kunnen die bijdragen aan de verdere ontwikkeling van regeneratieve cascadeprincipes?
Mode heeft een cruciale functie in de samenleving: zij maakt diversiteit en inclusiviteit mogelijk en is een middel voor individuen om zich uit te drukken. Desalniettemin is mode ook een raadsel op het gebied van duurzaamheid, zowel aan de sociale als aan de milieukant. Er bestaan echter alternatieven voor de huidige praktijken in de mode. Dit project heeft tot doel de ontwikkeling van een van die initiatieven te ondersteunen. In samenwerking met twee Nederlandse MKB bedrijven in de mode-industrie, willen we een of meer business modellen co-designen voor het vermarkten van circulair ontworpen laser geprinte T-shirts. Door lasertechnologie te introduceren in plaats van traditionele inktopties, kunnen de T- shirts hun CO2 voetafdruk verder verkleinen en een verstandig alternatief zijn voor individuen, die op zoek zijn naar duurzame modekeuzes. Maar hoewel de technologische haalbaarheid vaststaat, vereist het vermarkten sterke, schaalbare, bedrijfsmodellen. Via een haalbaarheidsstudie willen we dergelijke businessmodellen ontwikkelen en de commercialisering van deze producten ondersteunen. Wij zijn van plan de reacties van de consument op een dergelijke innovatie te bestuderen, evenals de belemmeringen en stimulansen vanuit het oogpunt van de consument, en de inkoop-, toeleveringsketen- en financiële kwesties die kunnen voortvloeien uit de schaalbaarheid van een potentieel bedrijfsmodel. Om praktische relevantie voor de bredere industrie te verzekeren, streven we ernaar om de resultaten te presenteren op evenementen georganiseerd door een van de consortiumpartners (in 2023), als ook om een teaching case en een wetenschappelijk artikel te ontwikkelen op basis van de resultaten van het project.
In 2030 moet de CO2 uitstoot minimaal 49% teruggedrongen worden. De Nederlandse industrie dient daarbij veel meer circulair te gaan werken. Dit betekent dat er kennis en nieuwe concepten ontwikkelt moeten worden om duurzame logistieke oplossingen te realiseren.Doel Dit onderzoek is de start van langdurig onderzoeksprogramma naar de adaptatie van logistieke oplossingen die de overgang naar een circulaire economie en verschillende bedrijfsmodellen daarbinnen bevorderen. Als eerste stap in de langdurige ambitie is in dit project gewerkt aan ontwikkeling van een netwerk en een eerste concept meetinstrument. Momenteel is het tweede project gestart waarbinnen het meetinstrument wordt getest bij diverse bedrijven en waarin ook beslissingsondersteunende methoden worden ontwikkeld die kunnen helpen bij het definiëren van acties naar aanleiding van de uitkomsten van metingen. Resultaten Een beschrijving van het ontwikkelproces van het meetinstrument is gepubliceerd in Logistiek+. Looptijd 01 juni 2019 - 31 juli 2020 Aanpak Om een degelijke en gevalideerd benchmark instrument te ontwikkelen dat gebruikt kan worden om jaarlijks de voortgang van de overgang naar een circulaire economie in kaart te brengen is het van belang dat eerst de volgende vraag wordt beantwoord: Welke kenmerken karakteriseren een circulaire bedrijfsmodel in de logistiek en hoe kan de volwassenheid hiervan worden gemeten? Vervolgens wordt gekeken hoe hier een goed gevalideerd benchmark instrument van gemaakt kan worden.