Essay 1 in Kansen in kunst. Wij leren de wereld kennen vanuit onze waarneming. Onze eerste indrukken worden gevormd door aanrakingen, geluiden, reuk en smaak. Pas later ontwikkelen we onze taal, vaak door liedjes die we horen of verhalen die ons worden voorgelezen of verteld. Vanaf ongeveer ons vierde levensjaar gaan de meesten van ons met onze verbeeldingskracht eigen verhalen vormgeven. Op eigen wijze ontdekken we hoe we onze beelden kunnen plaatsen in de voor ons steeds groter wordende wereld. Met verhalen leggen we verbanden, verwerken we en geven we zin en betekenis. Ze wijzen ons de weg.
MULTIFILE
Hoofdstuk 4 in Kansen in kunst. In het eerste hoofdstuk is beschreven hoe deelnemers met speciale wensen de hoofdrol hebben in dit project. De verhalen van de deelnemers zijn centraal gesteld. De kunstbegeleider staat als het ware klaar in de coulissen om de deelnemer te ondersteunen en aan te reiken wat hij nodig heeft om zijn kunstontwikkelings- en participatiemogelijkheden te vergroten. Dit kan een bemoedigend woord zijn, een bepaalde techniek, inspiratie of een kunstzinnige opdracht in een uitdagende omgeving. In het derde hoofdstuk brachten we de drie ontwikkelwerkplaatsen en hun doelen en procesresultaten in beeld. Hoewel iedereen zal onderkennen dat inclusieve kunsteducatie van belang is, blijkt het nog niet zo eenvoudig om dat ook daadwerkelijk te realiseren. Daarom in dit hoofdstuk een vervolg met daarin kort de conclusies van de praktijkstudies en instrumentele handreikingen voor kunstbegeleiders en opleidingen. Met deze nieuwe en aanvullende visies op kunstbegeleiding hopen we dat kunstbegeleiders hun kennis en kunde in de kunsteducatie kunnen verbreden (Macionis e.a., 2010).
Essay 3 in Kansen in kunst. Mensen met een verstandelijke of psychische beperking barsten van de mogelijkheden en talenten, zo is uit het project Kunst Inclusief gebleken. Zij willen deze talenten maar al te graag ontwikkelen en laten zien. Een aantal van hen lukt dit uitstekend op eigen kracht, anderen hebben daarvoor ruimte en support nodig. Ruimte creëren in de samenleving voor mensen die ’anders’ zijn staat wel bekend onder de noemer ‘kwartiermaken’. Deze benadering is uitgewerkt door Doortje Kal (2001; zie www.kwartiermaken.nl). Het draait hierbij om het creëren van gastvrijheid. Bij kunstbeoefening gaat het dan bijvoorbeeld om het creëren van gastvrije ruimte bij educatieve centra, in amateurgezelschappen, bij exposities en festivals. Soms moet ‘het normale’ hierbij even worden opgeschort. Hiermee bedoelt Kal de gebruikelijke gang van zaken, zoals het reguliere aanbod van kunsteducatiecentra of de normen die bij kunstbeoefening gelden. Kwartiermaken richt zich op het verbeteren van toegankelijkheid