Cito-publicatie met oefentoetsen Nederlands.
Communicatieve leerdoelen die op landelijk niveau opgenomen zijn in de eindtermen voor de moderne vreemde talen worden niet altijd weerspiegeld in de dagelijkse les- en toetspraktijken. Omdat in een curriculum samenhang tussen leerdoelen, leeractiviteiten en toetsing (‘constructive alignment’) een voorwaarde is voor effectief onderwijs, is het van belang om inzicht te krijgen in (oorzaken van) een mogelijk gebrek daaraan. Charline Rouffet, Catherine van Beuningen en Rick de Graaff onderzochten de mate van samenhang in vreemdetalencurricula tussen leerdoelen, leeractiviteiten en toetsing, en de factoren die daarop van invloed kunnen zijn. Uit de resultaten blijkt dat leeractiviteiten en toetsing voornamelijk gericht zijn op kennis van grammaticaregels en woordenschat zonder toepassing in de praktijk, en op leesvaardigheid. Externe factoren, zoals beschikbaar les- en toetsmateriaal, en conceptuele factoren, zoals opvattingen van docenten over het leren van talen, blijken bij te dragen aan dit gebrek aan samenhang. Toetsing die niet in lijn is met de communicatieve leerdoelen heeft met name een negatief sturend effect op leeractiviteiten, en daarmee op de implementatie van effectief communicatief vreemdetalenonderwijs in de praktijk.
MULTIFILE
In dit project ontwikkelt het HvA-lectoraat Responsible IT in co-creatie met Digital Agency Fonk een werkend prototype van een innovatieve educatieve AI-applicatie, die de taalvaardigheid van kinderen en ouders vergroot. Onderdeel van deze applicatie is een functionaliteit voor taalvereenvoudiging op basis van AI. Dit software-onderdeel analyseert tijdens het lezen het AVI niveau van de lezers en past het verhaal hier automatisch op aan. Met audio- en spraakanalyse worden fouten in o.a. uitspraak, grammatica en woordbegrip gedetecteerd, en het niveau van de tekst automatisch verhoogd of te verlaagd. Door de moeilijkheidsgraad van de tekst langzaam te verhogen wordt de leesvaardigheid verbeterd.
Onderzoek laat zien dat gedragsproblemen en leesproblemen vaak gelijktijdig voorkomen. Maar waar moet de leerkracht zich op richten; het gedrag of de leesprestaties? Voor de onderwijspraktijk is het relevant om uitsluitsel te krijgen over hoe deze problematiek in elkaar zit.Doel Uit veel onderzoek komt naar voren dat gedragsproblemen en leesproblemen bij veel kinderen min of meer gelijktijdig voorkomen. Leerkrachten zijn in deze situatie geneigd zich eerst te richten op het gedrag aangezien ze daar de meeste last van hebben. De primaire gerichtheid op gedragsproblemen uit zich ook in de grote vraag die er is naar begeleiding van leerkrachten bij het voorkomen en bestrijden van gedragsproblemen en de oververtegenwoordiging van studenten die bij de Master EN bij het Seminarium voor Orthopedagogiek de route Gedrag kiezen. De vraag is of deze gerichtheid terecht is en inderdaad tot de oplossing van de problemen leidt dan wel dat een achterliggend probleem de oorzaak is; namelijk een leesprobleem dat bij de leerling gedragsproblemen veroorzaakt. Het is relevant voor zowel de onderwijspraktijk als de opleidingen om uitsluitsel te krijgen over hoe deze problematiek in elkaar zit. In dit proefschrift wordt beoogd de vraag te beantwoorden of de gerichtheid op gedragsproblemen terecht is. Ook wil hiermee tegemoet worden gekomen aan de behoefte aan onderzoek waarmee de praktijk duidelijkere handvatten aangereikt krijgt om om te gaan met deze problemen en waar te beginnen met het bestrijden en voorkomen van de problemen. De volgende onderzoeksvragen worden beantwoord: 1) Gaan leesproblemen vooraf aan gedragsproblemen, is het andersom of is er sprake van wederzijdse volgtijdelijkheid? 2) Veroorzaken leesproblemen gedragsproblemen, is het andersom of veroorzaken zij elkaar? 3) In welke mate is lezen en gedrag te beïnvloeden door de leerkracht? Resultaten Het gedrag van leerlingen tijdens de leesles (aandacht, verstorend gedrag, emotionele stabiliteit) blijkt niet bij te dragen aan hun leesvaardigheid aan het eind van datzelfde schooljaar (groep 5); het is dus niet zo dat leerlingen die zich beter gedragen aan het begin van het jaar, beter lezen aan het eind van het jaar. Andersom is het wel zo dat leerlingen die aan het begin van het jaar beter lezen, zich aan het eind van het jaar beter gedragen (Brokamp, Houtveen & Van de Grift, 2018b; Brokamp, Houtveen & Van de Grift, submitted). Er wordt momenteel vervolgonderzoek uitgevoerd om te kijken of deze trend hetzelfde is over meerdere leerjaren. Wanneer gekeken wordt naar wat de leerkracht kan doen om zowel het lezen als het gedrag van de leerlingen tijdens de leesles te beïnvloeden, blijkt dat de leerkracht door het geven van een kwalitatief goede leesles ervoor kan zorgen dat de leerlingen beter gaan lezen, maar ook meer gefocust zijn, minder verstorend gedrag vertonen en (in minder mate) meer zelfvertrouwen hebben. Voor de praktijk heeft dit een belangrijke implicatie, namelijk het belang van goed leesonderwijs; het geven van een goede leesles zorgt niet alleen voor verbetering van de leesprestaties maar kan ook in positieve zin bijdragen aan het gedrag van de leerlingen (Brokamp, Houtveen & Van de Grift, 2016; 2018a). Brokamp, S.K., Houtveen, A.A.M., & Van de Grift, W.J.C.M. (submitted). Reading and behavioural and emotional engagement: a bidirectional relationship? Brokamp, S.K., Houtveen, A.A.M., & Van de Grift, W.J.C.M (2016, January). Reading, classroom behaviour and teaching skills. Paper presented at ICSEI 2016 Conference, Glasgow, UK. Brokamp, S.K., Houtveen, A.A.M., & Van de Grift, W.J.C.M (2018a). The relationship among students' reading performance, their classroom behavior, and teacher skills. The Journal of Educational Research. doi: 10.1080/00220671.2017.1411878 Brokamp, S.K., Houtveen, A.A.M., & Van de Grift, W.J.C.M (2018b, Juni). Leesvaardigheid en betrokkenheid tijdens het lezen: een bidirectionele relatie?. Paper gepresenteerd op de ORD 2018 Conferentie, Nijmegen, Nederland. Looptijd 01 december 2012 - 31 december 2020 Aanpak In het onderzoek meten we zowel het gedrag tijdens de leesles als de leesvaardigheid van de leerlingen over meerdere jaren. Ook bekijken we het instructiegedrag en algemeen pedagogisch handelen van de leerkrachten om de vraag te kunnen beantwoorden in welke mate de leerkrachten het lezen en gedrag van de leerlingen kunnen beïnvloeden.
Aanleiding Onderzoek wijst uit dat de leesvaardigheid van zowel vmbo- als hbo-studenten te wensen over laat; studerend lezen gaat ze niet goed af. Zowel hbo- als vmbo-studenten blijken vaak onvoldoende in staat om op een bevredigende manier kennis te verwerven uit studieteksten. Samenvattend is de vraag vanuit de onderwijspraktijk: 1) Op welke wijze kunnen vmbo-leerlingen en hbo-studenten binnenschools leren om informatie uit teksten te gebruiken voor (studeertaken gericht op) kennisverwerving? 2) In hoeverre kan men bij het uitvoeren van lees-studeertaken in groepjes gebruikmaken van ICT? Doelstelling Doel van het project is de ontwikkeling van een nieuwe leeromgeving voor studerend lezen in het vmbo en hbo, en het bepalen van de effectiviteit daarvan. Het onderzoek bestaat uit 2 delen. 1) Ontwikkelonderzoek. Het onderzoeksteam optimaliseert de leeromgeving in samenwerking met lerarenopleiders en vmbo-leerkrachten en de ICT-ondersteuning wordt afgestemd op de praktijk van het zaakvakonderwijs. 2) Effectonderzoek. Er worden twee 'randomized controlled trials' uitgevoerd (een in het vmbo en een in het hbo) om te toetsen welke effecten de nieuwe leeromgeving heeft op de vaardigheid 'studerend lezen' van leerlingen en studenten. Voorafgaand aan de experimenten maken de leerlingen/studenten voortoetsen om hun woordenschat en studerend lezen in kaart te brengen. De resultaten worden ingezet als co-variaten. Beoogde resultaten Het project resulteert in: 1) meer aandacht voor ondersteuning bij het lezen van teksten in vakonderwijs; 2) de ontwikkeling van een nieuwe leeromgeving voor studerend; 3) vergroting van de leesvaardigheden van vmbo-leerlingen/hbo-studenten. Het consortium zal de gegenereerde kennis over didactiek voor studerend lezen en de rol van de ICT-ondersteunde leeromgeving daarin verspreiden via wetenschappelijke artikelen en een proefschrift, presentaties op onderwijsconferenties en publicaties in landelijke vaktijdschriften voor het vmbo en hbo. De ontwikkelde didactiek wordt door Hogeschool Rotterdam geïntegreerd in het curriculum van de lerarenopleiding en wordt verspreid binnen de hogeschool, de consortiumscholen en de scholen van het Rotterdamse schoolbestuur BOOR. Ook Stichting Lezen, een intermediair tussen wetenschap en beroepspraktijk, gaat kennis over de didactiek verspreiden. Uitgeverij ThiemeMeulenhoff helpt de didactiek en leeromgeving beschikbaar te maken voor het onderwijsveld.