Het hoger beroepsonderwijs heeft de afgelopen 20 jaar veel veranderingen meegemaakt. De geschiedenis van het onderwijsbeleid van de Hogeschool van Amsterdam is te verdelen in twee periodes: ‘Leren-Leren’ (midden jaren ’90) en ‘Competentiegericht Opleiden’(vanaf 2000). Wat in deze periodes van onderwijsbeleid opvalt, is dat de stem van de docent niet is gehoord. Wat voor onderwijs gaven en geven docenten? Wat zou er in dat onderwijs verbeterd kunnen worden? Uit onderzoek is bekend dat de opvattingen van docenten over onderwijzen een cruciale rol spelen bij de acceptatie van onderwijs-vernieuwingen. Beleid gericht op het verbeteren en vernieuwen van onderwijs heeft de medewerking van docenten nodig. Daarbij is het niet vanzelfsprekend dat de doelen van het onderwijsbeleid ook de persoonlijke doelen van docenten zijn. Om te weten te komen in hoeverre het onderwijsbeleid aansluit bij de persoonlijke doelen van docenten is het nodig om inzicht te hebben in de manier waarop docenten aan de HvA feitelijk hun onderwijs vormgeven en hoe ze met veranderingen omgaan. Daarom is dit onderzoek gericht op de wijze waarop docenten hun onderwijs in de praktijk vormgeven en hoe ze veranderen en met veranderingen omgaan. Twee hoofdvragen staan in dit onderzoek centraal. Wat willen docenten studenten leren en hoe doen ze dat? Zijn de opvattingen van de docenten over onderwijzen veranderd? Zo ja, hoe en onder invloed waarvan? Bij de laatste onderzoeksvraag is onder andere gevraagd hoe docenten zijn omgegaan met de twee grote onderwijsvernieuwingen aan de HvA
Het adviesrapport onderzoekt hoe het vervoersgedrag van dagbezoekers in Zwolle kan worden verduurzaamd, met name door het gebruik van de auto te verminderen en het openbaar vervoer aantrekkelijker te maken. In opdracht van de gemeente Zwolle werd kwalitatief en kwantitatief onderzoek uitgevoerd, waarbij bestaande data en interviews werden geanalyseerd. Het rapport identificeert de belangrijkste factoren die bepalen waarom 75% van de bezoekers de auto verkiest, zoals comfort, snelheid, en flexibiliteit. Aanbevelingen omvatten het verbeteren van de kwaliteit van informatie, effectieve marketing, en de ontwikkeling van mobiliteitshubs. Daarnaast wordt voorgesteld om bewustwordingscampagnes te lanceren, samenwerkingen te bevorderen voor kortingen, en parkeertarieven te verhogen om autogebruik te ontmoedigen. Een geïntegreerde aanpak is essentieel om zowel gedragsverandering als structurele aanpassingen te realiseren en zo de duurzaamheidsdoelstellingen van de stad te behalen.
MULTIFILE
Collectieve ontplooiingsgerichte voorzieningen zoals een buurthuis, een bibliotheek en laagdrempelige speel en sportvoorzieningen worden steeds meer beschouwd als een belangrijk instrument om de kansengelijkheid en ontplooiing van buurtbewoners te bevorderen. Deze voorzieningen zijn namelijk vaak plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, informatie uitwisselen en waar ze kunnen werken aan hun persoonlijke ontwikkeling. Binnen d e Metropool regio Amsterdam (MRA) is er nu bezorgdheid over een mogelijke verschraling van deze voorzieningen in met name de aandachtswijken.