Deze publicatie is een voortvloeisel van het Time line Gallery project. In dit project bundelden ontwerpbureau DesignArbeid, het lectoraat Image in Context van Academy Minerva en kunstruimte Sign de krachten om jonge kunstenaars in staat te stellen om in door henzelf gevormde teams de mogelijkheden van de publieke ruimte begin 21 eeuw te onderzoeken en zichtbaar te maken. De straat als galery waarin projecten in een tijdslijn na elkaar eigen vormen van counter public space (Klug ..) kunnen realiseren. De kunstenaars zetten zich uiteen met actuele kwesties waarvoor nieuwe vormen van uitwisseling en participatie werden ontwikkeld: de klimaatcrisis tastbaar in het stijgende water, de rol van de vrouw binnen de studentenvereniging, vervreemding in het publiek domein, ons koloniaal verleden zichtbaar in onze publieke ruimte, propaganda achter grote stadsevents, het gemak waarmee ons fakenews op de mouw gespeld kan worden en de wijze waarop publiek en privaat domein in elkaar overlopen.De vraag die voor ons allen leidend is: Hoe kunnen kunstenaars en ontwerpers interventies doen die eraan bijdragen dat we als autonoom denkende mensen weer verbinding krijgen met wat Bruno Latour (2019) het Aardse noemt. Het Aardse als zijnde een concept dat ons helpt om de richting aan te geven waarheen we ons moeten bewegen in een bewustzijn dat de wereld niet meer bestaat uit een omgeving waar mensen zich in bevinden, maar uit een krachtenveld, een ecologie, waar we onderdeel van zijn. De onderzoekers van het lectoraat zoeken de conceptuele invalshoeken die ons helpen om zichtbaar te maken welke mogelijkheden de kunst heeft om het hoofd te bieden aan de vele vormen van propaganda en disciplinering in het begin van de 21 e eeuw die dit onmogelijk willen maken. Daarom vindt u in deze publicatie naast een schets van de verschillende interventies die de deelnemende kunstenaars ontwikkelden, ook de verschillende conceptuele perspectieven waar de onderzoekers uit het lectoraat mee werken.De hier gepresenteerde artistieke praktijken zijn een moment in de ontwikkeling van de kunstenaars, het gevolg van een scala aan ontmoetingen die eraan vooraf zijn gegaan en de consekwentie van een dynamiek die ze op een geven moment met elkaar in gang hebben durven zetten. Zonder de moed tot handelen was er nooit iets gebeurd. De gepresenteerde concepten zijn de diepe gronden waar een onderzoeker pas na verloop van tijd op durft te gaan bouwen. Deze concepten kunnen iets teweegbrengen. In de ontmoetingen kan het concept zich gronden en verbreden en kunnen de artistieke praktijken nieuwe betekenislagen krijgen. Samen helpen ze ons reflecteren op de nieuwe rollen van kunstenaars en ontwerpers in de openbare ruimte als publiek domein.
In the current market, the focus is more and more on building long-term relationships with clients in which value is created, communicated and delivered. This also means developing a new customer relationship focus that goes beyond the consumer orientation that has thus far dominated the practice of marketing. In a user-driven approach, the basis is no longer the product range, the world of the manufacturer or supplier, but rather the experience of the user. This has implications not only for manufacturers and service providers, but also for marketeers and market researchers. We feel that the most commonly used methods and techniques do not answer to the new demands of the market. We have therefore adapted emerging generative user research methods from the field of design as a basis for a truly user-driven market approach. As part of the Fitness in Motion project -a programme aimed at helping the health club industry develop a stronger customer orientation- we applied Contextmapping, a generative technique that has already proved its worth in the world of industrial product development and interaction design.
Background: In team handball an anterior cruciate ligament (ACL) injury often occurs during landing after a jump shot. Many intervention programs try to reduce the injury rate by instructing the athletes to land safer. Video feedback is an effective way to provide feedback although little is known about its influence on landing technique in sport-specific situations. Objective: To test the effectiveness of a video overlay feedback method on landing technique in elite handball players. Method: Sixteen elite female handball players were assigned to a Control or Video Group. Both groups performed jump shots in a pre-test, two training sessions (TR1 & TR2) and a post-test. The Video Group received video feedback of an expert model with an overlay of their own jump shots in TR1 and TR2 whilst the Control Group did not. Main outcome measures were sagittal ankle, knee and hip angles during initial contact (IC), maximum (MAX) and range of motion (ROM), in addition to the Landing Error Scoring System (LESS) score. One 2x4 repeated measures ANOVA was conducted to analyze group, time and interaction effects of all kinematic outcome measures and the LESS score. Results: The Video Group displayed significant improvement in knee and hip flexion at IC, MAX and ROM. In addition, MAX ankle flexion and their LESS score improved an average of 8.1 in the pre-test to 4.0 in the post-test. When considering performance variables, no differences between Control Group and Video Group were found in shot accuracy or vertical jump height, whilst horizontal jump distance in the Video Group became greater over time. Conclusion: Overlay visual feedback is an effective method to improve landing kinematics during a sport-specific jump shot. Further research is now warranted to determine the long-term effects and transfer to training and game situations.