Hogeschool Utrecht (HU) wil zich dóórontwikkelen naar een inclusieve en diverse gemeenschap waar studenten zich thuis voelen en zich verbonden voelen met de hogeschool en met hun medestudenten. Met het programma Hogeschool Utrecht Gemeenschapsvorming en Studentbetrokkenheid (HUGS) wil de HU van 2019 tot en met 2024 werken aan het verwezenlijken van wensen van studenten en door middel van gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid bijdragen aan de kwaliteit van onderwijs. De lectoraten Participatie en Stedelijke Ontwikkeling, Organiseren van Waardig Werk en Didactiek van het bèta- en technologieonderwijs zijn gevraagd het HUGS-programma met praktijkgericht onderzoek te begeleiden en te volgen (Van Heijst, Schulte, De Vos, Dikkers, & Savelsbergh, 2019). Het HUGS-programma heeft als doel het bevorderen van gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid binnen Hogeschool Utrecht. In deze notitie onderzoeken we deze begrippen en zetten we diverse inzichten vanuit de literatuur naast elkaar. We ronden af met een overzicht van de werkbare bestanddelen uit de aangehaalde theorieën.
Na het uitbreken van de Covid-19 pandemie heeft digitale participatie een grote vlucht genomen. Door de pandemie was het niet of nauwelijks mogelijk om fysiek bij elkaar te komen. Informatie of inspraakbijeenkomsten konden niet langer op een locatie in de buurt worden georganiseerd. Noodgedwongen vond er een verschuiving plaats van offline naar online burgerparticipatie. Hierdoor is er de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met digitale participatie. De verwachting is dat nu er weer van alles mogelijk is, er vaker gebruik gemaakt zal blijven worden van online participatievormen en - instrumenten. De koudwatervrees voor online participatie lijkt definitief overwonnen. In de toekomst zullen participatiestrategieën worden ontwikkeld waarin online- en offline-instrumenten vaker afwisselend en in onderlinge samenhang worden ingezet. Deze geïntegreerde inzet roept vragen op over de doorontwikkeling van digitale participatie. Hoe kunnen professionals op basis van de ervaringen met digitale participatie de afgelopen jaren de mogelijkheden hiervan in de toekomst beter benutten? En hoe kan er op basis van de ervaring die is opgedaan richting worden gegeven aan de doorontwikkeling van digitale tools?
Deel 2 van het project Studeren zonder financiële zorgen. Op welke manier begeleiden hbo-instellingen hun studenten met financiële zorgen of problemen? Deze vraag staat centraal in dit rapport. Er zijn vier aspecten onderzocht: wat binnen hogescholen bekend is over de financiële problematiek, wat intern is geregeld met betrekking tot de begeleiding aan deze groep hbo-studenten, wat er gebeurt in de praktijk en tot slot wat hbo-studenten vinden van de begeleiding die zij ontvangen. Voor het onderzoek zijn groepsgesprekken en interviews gehouden met hbo-medewerkers. Ook zijn er studenten geïnterviewd. Een financieel onstabiele situatie is volgens hbo-studenten zelf meestal het gevolg van een complexe situatie thuis, van het lastig rond kunnen komen en van een moeizame balans tussen werken, lenen en studeren. Soms is één van deze situaties op zichzelf de oorzaak van een financieel probleem, maar vaker gebeurt het dat deze situaties elkaar versterken en de financiële situatie verergeren. In veel gevallen maken studenten die een financieel probleem ervaren zich zorgen over het oplopen van studievertraging of hebben zij deze studievertraging al opgelopen