De zomer van 2018 gaat de geschiedenis in als ‘de droogste zomer’ en dit zal vaker voorkomen. (Inter-)nationale overheden, kennisinstituten en adviesbureausvragen zich af of de klimaatadaptieve regenwatervoorzieningen die de laatstedecennia op veel plaatsen zijn aangelegd, de intensievere buien na deze droge perioden goed kunnen verwerken.
De Europese Kaderrichtlijn Water roept beheerders op stakeholders een actieve rol in het watermanagement te geven, maar geeft geen concrete handvaten om tot participatie te komen. In het Interreg project Water-Co-Governance for Suistainable Ecosystems zijn in 11 pilotgebieden in Zweden, Denemarken, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk experimenten uitgevoerd om participatie in watermanagement te bevorderen. Het doel van dit project was om te leren over hoe participatie in verschillende landen vormgegeven kan worden en hoe verschillende Europese Lidstaten van elkaar kunnen leren op het gebied van participatie in watermanagement. De Hanzehogeschool Groningen heeft binnen dit project in meerdere pilotgebieden meegeholpen aan stakeholdersparticipatie door de toepassing van tools als Climatecafé en Climatescan. Recent heeftde projectgroep van Water-Co-Governance haar lessen in een wetenschappelijke publicatie gedeeld, in dit artikel willen wij graag enkele van de lessen verder toelichten.
LINK
Restoring rivers with an integrated approach that combines water safety, nature development and gravel mining remains a challenge. Also for the Grensmaas, the most southern trajectory of the Dutch main river Maas, that crosses the border with Belgium in the south of Limburg. The first plans (“Plan Ooievaar”) were already developed in the 1980s and were highly innovative and controversial, as they were based on the idea of using nature-based solutions combined with social-economic development. Severe floodings in 1993 and 1995 came as a shock and accelerated the process to implement the associated measures. To address the multifunctionality of the river, the Grensmaas consortium was set up by public and private parties (the largest public-private partnership ever formed in the Netherlands) to have an effective, scalable and socially accepted project. However, despite the shared long term vision and the further development of plans during the process it was hard to satisfy all the goals in the long run. While stakeholders agreed on the long-term goal, the path towards that goal remains disputed and depends on the perceived status quo and urgency of the problem. Moreover, internal and external pressures and disturbances like climate change or the economic crisis influenced perception and economic conditions of stakeholders differently. In this research we will identify relevant system-processes connected to the implementation of nature-based solutions through the lens of social-ecological resilience. This knowledge will be used to co-create management plans that effectively improve the long-term resilience of the Dutch main water systems.
Het veranderende klimaat leidt tot extremere weerspatronen. Het KNMI heeft in een onderzoek geconcludeerd dat Nederland in de toekomst te maken krijgt met een stijgende zeespiegel, meer extreme neerslag, drogere zomers en meer extreme hitte.Al deze veranderingen hebben een grote impact op de leefomgeving en met name in het stedelijk gebied kan dit tot problemen gaan leiden. Steden zijn vaak sterk verhard en door verstedelijking neemt die verharding in en om steden steeds verder toe.Binnen het project de Infiltrerende Stad wordt gekeken naar hoe we deze verharding kunnen aanpassen aan het veranderende klimaat. Hiervoor kijken we specifiek n naar waterdoorlatende bestrating. Deze vorm van verharding is in staat om (een deel van) neerslag via de weg af te voeren. Hiermee kan wateroverlast door extreme regen deels voorkomen worden en water lokaal bewaard worden voor tijden van droogte.Het Project Infiltrerende Stad helpt ondernemers om meer inzicht te krijgen in de werking en het onderhoud van deze soort verharding zodat de werking op de lange termijn geborgd is. Het uiteindelijke doel is de toepassing van deze vorm van verharding in de stedelijke omgeving te bevorderen.
Nederland staat voor een enorme uitdaging zich te beschermen tegen de gevolgen van extremer weer door een veranderende klimaat. Door hemelwater in de bodem te infiltreren en daar ondergronds vast te houden, kunnen problemen omtrent wateroverlast én droogte worden tegengegaan, terwijl de belasting op het stedelijke watersysteem wordt geminimaliseerd. Ruimte in de ondergrond is echter schaars. De ondergrondse infrastructuur en stedelijk groen concurreren met klimaatadaptatiemaatregelen om de beperkt beschikbare ruimte. Slimme integrale ontwerpen met oog voor koppelkansen, functiecombinaties en de bestaande vervangingsopgave zijn nodig om op duurzame wijze te blijven omgaan met de druk op de ondergrond.De weg biedt een kansrijke mogelijkheid om ondergrondse waterberging in stedelijk gebied te realiseren op een ruimtelijk efficiënte en duurzame wijze. Nu verschillende Nederlandse gemeenten experimenteren met diverse vormen van ondergrondse waterberging in de weg, worstelen gemeentelijke professionals met het maken van de juiste keuzes. Een variant waarin het water wordt geborgen direct in het wegcunet heeft grote voordelen omdat het andere ondergrondse infrastructuur niet in de weg zit. Er zijn echter belangrijke vragen. Er ontbreekt namelijk een overzicht van praktijkvoorbeelden waarin de stabiliteit, (kosten-)effectiviteit, duurzaamheid, bijdrage aan droogtebestrijding, beslag op de drukke ondergrond en stedelijke opschaalbaarheid voor diverse vormen van de waterbergende weg worden gewaardeerd.Het project de Waterbergende Weg maakt middels praktijkgericht onderzoek inzichtelijk hoe de waterbergende weg functioneert als het gaat om stabiliteit, hydrologisch functioneren, duurzaamheid, en (kosten-)effectiviteit; en wat de mogelijkheden en belemmeringen zijn wat betreft stedelijke opschaalbaarheid.Het project heeft als doel om gemeentelijke professionals te ondersteunen in hun keuze voor de waterbergende weg. Het biedt de kennis nodig om per situatie kansen en knelpunten te beoordelen en deze om te zetten in concrete eisen voor ontwerp en implementatie van de waterbergende weg. Hiermee kunnen zij bij herinrichting (vervanging/energietransitie) van wegen problemen met wateroverlast, droogte en hitte beperken.