redactie

Door gesloten deuren heen prikken: over bemoeizorg en sociaal werk

Stel: je buurman komt al een tijdje niet buiten, zijn tuin is een rommel en het stinkt er. Er zijn redenen om je zorgen te maken om zijn fysieke en mentale gezondheid, maar hij reageert niet als je aanbelt, of je bent wat angstig voor zijn bozige reactie. Wie bel je dan? In Nederland zijn er teams die zulke meldingen oppakken en zogenoemde bemoeizorg bieden: zorg voor mensen die daar niet voor openstaan of de weg naar hulp niet weten te vinden, maar in zorgwekkende omstandigheden leven. Bij bemoeizorg is het de kunst om daardoorheen te prikken en contact te maken met de mens achter de zorgen. Hoe dat gebeurt en hoe cruciaal dit soort hulpverlening is, onderzoekt Monica Stouten-Hanekamp (Hogeschool Viaa en Tilburg University) tijdens haar PhD naar de inbedding en betekenis van bemoeizorg voor het sociaal werk. Ze vertelt erover in dit artikel.


Wat je leest in dit artikel
Ongevraagd hulp bieden aan mensen die duidelijk zorg nodig hebben, is een specifieke tak van zorg. Soms betekent het ook dat je als hulpverlener een halfjaar voor een gesloten deur staat. Zulke hulpverlening heet bemoeizorg. Monica Stouten-Hanekamp doet promotieonderzoek naar de inbedding en betekenis ervan voor sociaal werk. Zij bestudeert de werkzame elementen van bemoeizorg voor deze deels onzichtbare doelgroep.

Over het onderzoek
In september 2024 startte Monica Stouten-Hanekamp met haar PhD naar de inbedding en betekenis van bemoeizorg voor het sociaal werk. Ze werkt vanuit Hogeschool Viaa samen met Tranzo Academische Werkplaats Transformatie Sociaal Domein van Tilburg University. Stouten-Hanekamp onderzoekt welke elementen van bemoeizorg succesvol zijn, wat dit kan betekenen voor andere professionals én hoe de kwetsbare doelgroep een stem kan krijgen in onderzoek.

persoon

Monica Stouten Hanekamp

Sociaal werk onderzoeker en docent

Monica Stouten Hanekamp

Academische werkplaats

Monica Stouten-Hanekamp is docent en onderzoeker Social Work aan Hogeschool Viaa en promovenda aan Tilburg University. Ze werkt al elf jaar als onderzoeker en heeft een achtergrond als sociaal werker. Nu combineert ze die met haar PhD-traject, waarin ze onderzoek doet naar de inbedding en betekenis van bemoeizorg voor het sociaal werk.

Stouten-Hanekamp: “Mijn PhD is een samenwerking tussen Hogeschool Viaa en Tranzo Academische Werkplaats Transformatie Sociaal Domein van Tilburg University. We werken nauw samen met de praktijk; het is toegepast onderzoek waarmee we iets willen bijdragen aan de praktijk van beleid en uitvoering. Vanuit mijn rol als docent en hbo-onderzoeker had ik al ervaring met dit soort onderzoek. Met deze PhD hoop ik een stevige wetenschappelijke basis toe te voegen. Dat maakt het heel waardevol, en mogelijk om goed onderbouwd maatschappelijke impact te maken.”

Wat is bemoeizorg?

Bemoeizorg is een vorm van hulpverlening waarbij ongevraagd hulp wordt geboden in zorgwekkende situaties waarin mensen zelf geen hulp accepteren. Dat gebeurt bijvoorbeeld als buren, familieleden of professionals (bijvoorbeeld een wijkagent of huisarts) zich zorgen maken en dit melden bij het bemoeizorgteam in de regio. De doelgroep is vaak moeilijk te bereiken, waardoor het lang kan duren voor er contact wordt gemaakt. Bemoeizorgers nemen hier tijd voor en zijn gericht op het maken van contact en vertrouwen, niet per se om allerlei zaken in gang te zetten. Bemoeizorg wordt ook wel openbare geestelijke gezondheidszorg (oggz) genoemd en wordt meestal geleverd door de GGD en/of een ggz-aanbieder.

Stouten-Hanekamp: “Als je bezorgd bent om iemand, bijvoorbeeld omdat het huis vervuild lijkt of je diegene al een poos niet hebt gezien en er redenen zijn om aan te nemen dat het niet goed gaat, kun je dat melden bij een bemoeizorgteam. Hoe? Dat verschilt per gemeente. Zo’n team onderzoekt eerst of er echt een zorgelijke situatie is en of er nog geen hulpverlening bij betrokken is. Als dat zo is, start het een traject en gaat een bemoeizorgverlener onaangekondigd bij de persoon langs. Dat moet met een voorzichtige houding en vereist een ander soort hulpverlening dan reguliere zorg. De betrokken personen zijn meestal afwachtend of afhoudend tegenover zorg.

Bemoeizorgers bellen soms maandenlang regelmatig aan of praten ‘door de brievenbus’. Maar ook dan krijgen ze soms weinig tot geen contact. Dat is voor sommige zorgverleners geen ‘echte hulp’. Toch zijn bemoeizorgers cruciaal, want vaak winnen ze uiteindelijk vertrouwen en kunnen ze mensen wel helpen. Ook hebben ze een bemiddelende én consulterende functie: onder andere tussen buurtbewoners, wijkteams en politie. Als andere hulp- of dienstverleners niet goed in contact kunnen komen met de doelgroep, kunnen ze advies of ondersteuning vragen aan bemoeizorgers. Deze tak van de zorg heeft veel oog voor de mens, maar krijgt weinig maatschappelijke aandacht en blijft vaak onderbelicht in zorggerelateerde beroepsopleidingen.”

Het bemoeizorgteam

In een bemoeizorgteam werken zorgprofessionals uit verschillende disciplines: psychiatrisch verpleegkundigen, de GGD, een sociaal werker, de ggz, iemand uit de verslavings- en gehandicaptenzorg en soms ook een wijkagent en ervaringsdeskundigen.

Stouten-Hanekamp: “Het bemoeizorgteam is zorgvuldig samengesteld. De teamleden werken nauw samen, want iedereen moet zijn individuele caseload én elkaars cliënten kennen, zodat ze het werk van elkaar over kunnen nemen als de situatie daarom vraagt. Bij een nieuw traject wordt overlegd welke hulpverleners er het beste naartoe kunnen gaan. Als er bijvoorbeeld sprake is van middelengebruik, kan dat het best iemand zijn die in de verslavingszorg werkt. Samenwerking is essentieel om deze doelgroep te bereiken.”

Succeselementen van bemoeizorg

Stouten-Hanekamp zag dat bepaalde werkwijzen van bemoeizorgteams; zoals mensen opzoeken in hun leefomgeving, de menselijke benadering én de samenwerking met alle betrokkenen, breder inzetbaar zijn – andere hulp- en dienstverleners zouden ervan kunnen leren. Dat wilde ze verder onderzoeken.

Stouten-Hanekamp: “Mensen die geen hulp willen, kunnen hun problemen vaak goed verbloemen. Bemoeizorgers prikken daardoorheen en dat is een kunst. Als je echt goede hulpverlening wilt bieden, moet je tijd nemen om contact te maken en mensen fysiek opzoeken, dat gebeurt bij bemoeizorg. Er is dan vaak geen directe oplossing, omdat de deur gesloten blijft. Veel methodiek in onderwijs is gericht op probleemoplossing: meteen tot de kern willen komen. Dat werkt bij bemoeizorg anders, want daarbij kan het juist al voldoende zijn als je even contact maakt.

Ik wil de succeselementen van bemoeizorg onderzoeken, om sociaal werkers en andere hulp- en dienstverleners rondom deze doelgroep handelingsperspectieven te bieden. En daarbij onderzoeken hoe het perspectief, ‘de stem’, van deze mensen gehoord kan worden in onderzoek. Als je wilt weten of hulp goed aansluit, moet je weten hoe mensen die ervaren. Wij (hulpverleners, docenten, onderzoekers) zijn heel talig, maar dat is voor die doelgroep niet altijd zo. Met mijn onderzoek hoop ik bij te dragen aan meer aandacht voor hun verhaal.”

Het unieke element van Stouten-Hanekamps PhD

Het promotieonderzoek van Stouten-Hanekamp loopt tot medio 2029. Er is dus nog een hoop te onderzoeken. Ze koos bewust voor de academische werkplaats: vanwege de unieke combinatie van academisch onderzoek en praktijk.

Stouten-Hanekamp: “Mijn promotieonderzoek is praktijkgericht en heeft een academische basis. Ik heb het onderzoek zelf geïnitieerd en moest dus ook zelf een promotieteam creëren om te kunnen promoveren. Ik wilde me niet terugtrekken uit de praktijk. De academische werkplaats van Tranzo sloot daarom goed aan bij mijn visie en doelen. De combinatie van academische kennis en betekenis voor de praktijk resulteert in goed en bruikbaar onderzoek. Het blijft niet uitsluitend bij kennis, maar moet zijn weg vinden naar de maatschappij en de leefwereld van mensen die aangewezen zijn op ondersteuning.”

Toekomstvisie

Elk mens kan in principe terechtkomen in een situatie waarin dringend zorg nodig is, soms zelfs bemoeizorg—zeker in een individualistische samenleving waarin solidariteit niet vanzelfsprekend is en er wordt bezuinigd op (specialistische) zorg. Stouten-Hanekamp wil daarom dat er ook op beleidsniveau meer aandacht komt voor bemoeizorg. Ze hoopt op meer oog voor de problematiek, passende hulpverlening én op een domeinoverstijgende samenwerking tussen hulpverleners.

Stouten-Hanekamp besluit: “Ik hoop met mijn onderzoek dat bemoeizorg en de doelgroep beter in beeld komen. En dat dat ook doorsijpelt naar vrijere beleidsmatige beslissingen. Want bemoeizorg kost tijd en geld; wie betaalt dat? Tegelijkertijd verwachten we ook dat bemoeizorg verergerde problemen en oplopende zorgkosten voorkomt. Daarnaast kan het bijdragen aan maatschappelijke rust en onderling begrip, maar het vraagt veel geduld en soms moet je van de gebaande wegen af om goede hulp te verlenen. Dat gebeurt bij bemoeizorg. Ik hoop dat meer hulp- en dienstverleners straks leren om creatiever te zijn in hun ondersteuning, gericht op de mens achter de problemen.”

Meer weten? Lees hier de projectpagina van Stouten-Hanekamps PhD.

partij

Hogeschool Viaa

Hogeschool

Hogeschool Viaa
partij

Tilburg University

Partner

Tilburg University