Ondervoeding is een acute of chronische toestand waarbij een tekort of disbalans van energie, eiwit en andere voedingsstoffen leidt tot meetbare, nadelige effecten op lichaamssamenstelling, functioneren en klinische resultaten. Ondervoeding is een probleem dat niet alleen in derdewereldlanden voorkomt – waar het meestal samenhangt met armoede – maar ook in de westerse samenleving. In westerse landen is ondervoeding vrijwel altijd geassocieerd met ziekte maar ook bij endemische ondervoeding als gevolg van armoede is er vaak sprake van een combinatie van te weinig voeding en chronische ontstekingen, vooral in de darm. In de Engelse literatuur wordt dit ‘malnutrition’ genoemd, maar een vergelijkbare term bestaat niet in de Nederlandse taal zodat de combinatie van een tekort aan voeding en ziekte/ontstekingsactiviteit ook ‘ondervoeding’ genoemd wordt. Ondervoeding wordt echter vaak overschaduwd door het door de politiek veel breder belichte probleem van overgewicht, terwijl de economische gevolgen van ondervoeding net zo groot zijn. Berekeningen van het Erasmus Medisch Centrum (Institute for Medical Technology Assessment) laten zien dat de totale additionele kosten voor ziektegerelateerde ondervoeding in 2006 in Nederland 1683 miljoen euro bedroegen, wat gelijk staat aan (destijds) 2,8% van de totale zorgkosten en 5,8% van de kosten in ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg. De helft van de totale kosten had betrekking op de ziekenhuissector. De aan ondervoeding gerelateerde kosten waren het hoogst voor patiënten ouder dan 60 jaar.