De overheid streeft naar een meer doorlopend en kwalitatief goed onderwijsaanbod met name voor kinderen die zorg behoeven. Dit zogenaamde Passend Onderwijs vraagt dat leerkrachten in ieder geval milde gedragsproblemen kunnen hanteren in de klas (OCW, 2008). Daarover gaat de inhoud van deze rede. Wat hebben leerkrachten nodig om enerzijds (milde) gedragsproblemen effectief aan te pakken en anderzijds te bevorderen dat kinderen met milde problematiek toch optimaal presteren?