In de stedelijke omgeving van Dordrecht wordt er gewerkt aan een groen en gezond woongebied. Naast het verminderen van hittestress en wateroverlast, wordt er ruimte gemaakt voor meer biodiversiteit. Dit gebeurt onder andere op De Staart, een versteende wijk naast een industriegebied, die zich begeeft tussen het centrum en Nationaal Park De Biesbosch. Deze unieke locatie maakt dat deze wijk geschikt is als een ecologische corridor waar dieren zich kunnen verplaatsen van de ene habitat naar het andere. Door de publieke ruimte en de tuinen van de bewoners te vergroenen worden deze verbonden aan de corridor.
Om bij te dragen aan deze natuur gebaseerde klimaatadaptatie wordt er door een maatschappelijke organisatie eerst onderzocht hoe de beleving van de bewoners met betrekking tot de natuur is en of zij interesse hebben om aan het welzijn ervan bij te dragen. Het practoraat Water en Bodem sluit zich hierbij aan en gaat met een aantal geïnteresseerde bewoners onderzoeken wat de bodemkwaliteit is van hun tuinen. Deze nulmeting is belangrijk om te beslissen welke maatregelen er nodig zijn om de bodem te verbeteren, zodat de juiste vegetatie aangeplant wordt als voedsel en schuilplaatsen voor dieren. De bodemkwaliteit wordt in een periode van minimaal 1 jaar gemonitord, met onder andere bodemsensoren, om te volgen wat de invloed is van eventuele genomen maatregelen.
Het practoraat vormt hierin een brug tussen onderzoek, buurtparticipatie en beroepspraktijk en zorgt ervoor dat het onderwijs een bijdrage levert aan dat deze wijk zich steeds meer in een natuurgebied begeeft. Het onderwijs haalt extra praktijkkennis in huis, bijvoorbeeld door middel van ontwikkeling van meetmethoden en de directe maatschappelijke blootstelling door middel van interactie met bewoners. Mens en natuur profiteert van het verbeteren van onze leefomgeving.