© 2024 SURF
Het Gebiedsvenster Natuurinclusieve landbouw is een instrument om overzicht te krijgen in de complexiteit
van alle sleutelfactoren om succesvol in een goed natuur en landbouw beter te verbinden. Het instrument
geeft inzicht vanuit het perspectief van het bedrijf, netwerk en gebied en ook vanuit sociaal, economisch,
ecologisch en institutioneel perspectief. De onderliggende kennis is een combinatie van kennis uit eerdere
onderzoeken en een toetsing en aanvulling in de praktijk van gebiedsprocessen. De kennis komt samen in
een tabel met ruim 40 sleutelfactoren, deze tabel is de basis voor een praktijkgericht instrument waardoor de
kennis ook daadwerkelijk ‘ontsloten’ wordt: het Gebiedsvenster Natuurinclusieve Landbouw – een praatplaat
waardoor het gesprek op een heel natuurlijke manier verloopt en ieder vanuit eigen perspectief inzichten
ontwikkelt en kan delen.
Dit project is uitgevoerd met Aeres Hogeschool Dronten als proejctleider in samenwerking met HAS Green
Academy, Hogeschool INHolland en Hogschool Van Hall Larenstein. Groen MBO is aangesloten via Terra
College. Het eindresultaat is gepresenteerd op de BoerenNatuurDag van maart 2024 en is online
beschikbaar. Tevens is een ‘hard copy’ aan alle collectieven gegeven en aan een brede groep
belanghebbenden verzonden. De digitale versie van het Gebiedsvenster met volledige achtergrond voor een
goede toepassing en verantwoording van alle informatie is te vinden via GroenKennisNet en
https://edepot.wur.nl/640396. De vertaling naar onderwijstoepassing is te vinden via et project is
gefinancierd door ministerie van LNV, Regieorgaan SIA, provincies Noord Brabant en Flevoland net
aanvullende inzet geleverd vanuit de samenwerkende praktijkcases. De info is te vinden via
https://coegroen.nl/project/gebiedsgerichte-kansen-voor-een-natuurinclusieve-landbouw-1
Verbinden van landbouw en natuur is een belangrijke uitdaging. Voor individuele boeren, voor de 40 collectieven waarin boeren samenwerken, voor de partners in de keten en voor een breed scala aan belanghebbenden. Uitdagingen zijn er in het operationeel beheer, de bedrijfsvoering, het verdienmodel en de relaties met organisaties en overheden - oftewel op ecologisch, economisch, sociaal en institutioneel vlak niveau. Binnen Nederland kunnen er grote verschillen zijn tussen gebieden in de uitdagingen die daar spelen Dit betekent dat de uit onderzoek bekende algemene set van succes- en faalfactoren niet zomaar integraal voor elk gebied geldt. Er zal een vertaalslag gemaakt moeten worden van algemeen naar gebiedsspecifiek. Dit project maakt die vertaalslag, samen met praktijkorganisaties, in 3 werkpakketten.
In Werkpakket 1 bouwen we een set concrete, praktische handvatten voor organisaties in een gebied om de algemene succes- en faalfactoren te kunnen vertalen naar concrete kansen en knelpunten in de context van een gebied (ontworpen en getest in de praktijk). Op basis hiervan worden voor en met gebiedspartners een aantal doelen geformuleerd. Deze vormen de basis voor Werkpakket 2 waarin we een meerjarig actieplan opstellen binnen 7 casussen vanuit praktijkorganisaties. Dit actieplan werkt aan het benutten van kansen en het zo goed mogelijk omgaan met de knelpunten, het wordt opgestart in het project en zal doorlopen na afsluiting van het project. Doordat de casussen over Nederland verspreid zijn ontstaat een breed palet aan ervaringen waar we in Werkpakket 3 van leren. We vertalen de ervaringen naar praktijkgerichte, toepasbare kennis en producten voor praktijk en onderwijs.
Op deze manier legt dit project de verbinding tussen waardevolle kennis die in de afgelopen jaren is opgedaan en de concrete uitdagingen om natuurinclusieve landbouw in een specifieke context te ontwikkelen. Met daarbij aandacht voor de ecologische, economische, sociale en institutionele aspecten.