Hoewel cariës eenvoudig te voorkomen is, heeft bijna de helft van alle vijfjarige kinderen cariës. Ernstige cariës op jonge leeftijd beperkt de algemene gezondheid en kwaliteit van leven, en belemmert ook de algemene ontwikkeling van een kind. (Mond)ongezondheid concentreert zich met name in de lagere sociaaleconomische klassen. Hoewel eerstelijns mondzorg voor kinderen verzekerd is, wordt de mondzorgprofessional meestal te laat bezocht. De schade is dan vaak al aanzienlijk.
In het project Gezonde Peutermonden is een mondzorgcoach bij het consultatiebureau gedetacheerd. Deze mondzorgcoach geeft aan ouders tijdens reguliere CB-bezoeken preventief mondzorgadviezen op maat op basis van het effectieve Gewoon Gaaf programma van het Ivoren Kruis. In de studie is onderzocht of de implementatie van zo’n mondzorgcoach op het consultatiebureau ook daadwerkelijk tot gedragsverandering van ouders en daarmee een betere mondgezondheid van kinderen leidt. Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden is een effectstudie uitgevoerd op negen consultatiebureaus verspreid over aandachtswijken in Midden- en Zuid-Nederland onder 400 kinderen van 6-8 maanden. De helft van de ouder-kind paren bezoeken de mondzorgcoach, de andere helft krijgt `care as usual’. De effecten van de interventie zijn bepaald door op tweejarige leeftijd de mondgezondheid van alle kinderen te meten en het mondzorggedrag en gedragsverandering van de ouders te bepalen aan de hand van vragenlijsten. De uitkomsten van beide groepen worden met elkaar vergeleken. Omdat nog niet alle metingen op tweejarige leeftijd op dit moment zijn uitgevoerd, mag de blindering nog niet worden doorbroken en kan deze vergelijking nog niet worden uitgevoerd.
De voorlopige analyse van de metingen op tweejarige leeftijd laat een positieve tendens zien in mondgezondheid ten opzichten van de nulmeting. Deze betreffen enkele gedragsaspecten van ouders die van belang zijn voor de mondgezondheid van hun kinderen op lange termijn, zoals poetsfrequentie, poetstijd, intentie, risicoperceptie, uitkomstverwachtingen, planning- en coping vaardigheden. Bij 10% van de kinderen is cariës waargenomen. Ook hierbij kan nog geen vergelijking worden gemaakt tussen de interventiegroep en de controlegroep.
In een vervolgtraject wordt ook het gedrag van ouders en de mondgezondheid van de deelnemende kinderen op vierjarige leeftijd gemeten.
Daarnaast is in het project de haalbaarheid en kosteneffectiviteit van de inzet van de mondzorgcoach onderzocht. Hiervoor zijn onder meer jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen, (mond)zorgprofessionals, ouders van kinderen en verzekeraars geïnterviewd naar de belemmerende en bevorderende factoren voor de inzet van de mondzorgcoach op het consultatiebureau. De belangrijkste conclusie is dat een mondzorgcoach van groot belang is voor de mondgezondheid van jongere kinderen. Gezocht moet worden naar een goede vorm voor de implementatie op grote schaal. Implementatie vindt plaats in een vervolgstudie.
Hoewel cariës (gaatjes in het gebit) eenvoudig te voorkomen is heeft bijna de helft van alle vijfjarige kinderen cariës. Hiervan leidt naar schatting 10% aan ernstige cariës. Ernstige cariës op jonge leeftijd beperkt de algemene gezondheid, de kwaliteit van leven en belemmert de algemene ontwikkeling. Hoewel het een wettelijke basistaak van jeugdgezondheidszorg is, ontbreekt bij het consultatiebureau (CB) de focus op mondzorg. Adviezen op het CB over mondzorg en bezoek aan een mondzorgprofessional vanaf twee jaar blijken niet effectief. Slechts 33% van de kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar heeft eenmaal een tandarts bezocht. Preventie in mondgezondheid bij peuters komt te laat en dit raakt met name kinderen uit de lagere sociale klassen. De schade is dan vaak al aanzienlijk en bij ernstige cariës is behandeling onder algehele anesthesie vaak vereist. Naast het feit dat kinderen te laat een mondzorgprofessional bezoeken, zijn er in Nederland geen interventies ter bevordering van mondgezondheid van peuters die voldoende onderbouwd, transparant en (kosten)effectief zijn.
In dit gerandomiseerde praktijkonderzoek wordt het effect geëvalueerd van een preventief mondzorgprogramma gericht op het verbeteren van de mondgezondheid bij peuters in vergelijking met usual care. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de urgentie van de evaluatie van preventieve en zelfzorg bevorderende interventies gericht op jonge kinderen en het reduceren van ongelijkheden binnen de mondzorg. Gebaseerd op het succesvolle Schotse Childsmile zal er vanuit de eerstelijns mondzorg een mondzorgcoach (MZC) bij het consultatiebureau gedetacheerd worden om deze JGZ basistaak te ondersteunen. De MZC zal tijdens reguliere CB-bezoeken geïndividualiseerd preventief mondzorgadvies geven aan ouders op basis van het effectief gebleken non–operative caries treatment and prevention (NOCTP) principe. Bij succes van de MZC wordt een forse stijging verwacht van het aantal cariësvrije peuters (30%), een aanmerkelijke cariësreductie per kind (30%, ofwel circa 1,5 gaatje) en een significante kostenreductie.