Het project Maatschappelijk jaarverslag in het MKB is uitgevoerd door HAN Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en NHL Stenden. Het project is gestart met een literatuurstudie naar de relevante modellen en regelgeving die toepasbaar zijn voor MKB-bedrijven. Uit het onderzoek blijkt dat de stap om intern te meten en rapporteren al uitermate ambitieus en complex is voor een MKB-onderneming. Dit is een belangrijke randvoorwaarde om tot een maatschappelijk jaarverslag te komen. Er is in het vervolg van het project dan ook gefocust op het intern meten en rapporteren van de maatschappelijke prestaties van de MKB-onderneming.
Voor het meten en rapporteren van maatschappelijke prestaties is gekozen voor vier modellen: (1) GRI Standards van het Global Reporting Initiative, dit zijn verslaggevingsstandaarden voor maatschappelijke jaarverslaggeving; (2) B-Corp vereisten, dit zijn vereisten waaraan organisaties moeten voldoen om te worden gecertificeerd als B-Corporation, een keurmerk voor maatschappelijk betrokken ondernemingen; (3) Economy for the Common Good, dit is een methodiek voor het rapporteren van maatschappelijke prestaties; en (4) een combinatie van modellen op basis van praktijkervaringen van grote ondernemingen die al hun duurzaamheidsprestaties al meten en rapporteren.
Uit de onderzoeken blijkt het volgende over de toepasbaarheid van de concepten:
Het opstellen van een maatschappelijk jaarverslag is voor een MKB-onderneming een complex proces. De eerste stap daarvoor is het meten en rapporteren over maatschappelijke prestaties, die later kunnen worden uitgebreid tot een maatschappelijk jaarverslag.
Een MKB-onderneming is gebaat bij simpele en doeltreffende rapportage. De huidige verslaggevingsstelsels voldoen daar nog niet aan. Een verslaggevingskader voor maatschappelijke jaarverslaggeving specifiek gericht op het MKB is daarom wenselijk. Zo lang dat niet bestaat, kan een MKB-onderneming het best gebruik maken van een combinatie van huidige verslaggevingskaders die het best aansluiten op de specifieke situatie van het MKB-bedrijf.
Het komende decennium dient de Nederlandse economie van 12,1% circulair (Van ’t Klooster et al., 2020) naar 50% circulair te gaan (Rijksbreed Programma Circulaire economie 2016). In 2050 dient de economie volledig circulair te zijn. Dit is een majeure opgave die betrekking heeft op hergebruik van materialen, uitstoot van broeikasgassen, biodiversiteit en meer.
MVO Nederland verwoordt het als volgt: “In de nieuwe economie streven bedrijven niet alleen naar stijgende omzetcijfers, maar ook naar meer natuur, een betere volksgezondheid, of minder eenzaamheid. Positieve maatschappelijke impact staat op gelijke voet met financiële groei“ (MVO Nederland, 2020).
De bijdrage van MKB-bedrijven is broodnodig voor de transitie gezien hun economisch belang. Om te kunnen sturen is inzicht in je maatschappelijke impact cruciaal. Maar hoe bepaalt een MKB-bedrijf de maatschappelijke impact? De druk van buitenaf, van stakeholders neemt toe, en daarmee de noodzaak om extern te rapporteren over maatschappelijke impact. Dit is noodzakelijk voor vertrouwen, gedrag en acceptatie van de circulaire economie, waarmee deze aanvraag aansluit op de KIA CE.
Dit voorstel is de start van een meeromvattend onderzoek naar de adoptie van maatschappelijke jaarverslagen door MKB-bedrijven. Maatschappelijke jaarverslaglegging is een essentieel instrument in de transitie naar een nieuwe economie, maar kent veel uitdagingen voor het MKB. Als eerste stap beogen we middels de KIEM-CE aanvraag te werken aan verder inzicht in de specifieke rapportagebehoefte en mogelijkheden die er zijn voor MKB-bedrijven vanuit bestaande niet-financiële rapportageraamwerken. Bovendien streven we in deze fase naar het bouwen van een breed netwerk met verschillende stakeholders om de vraagbehoefte verder aan te scherpen.
Bij afronding van het KIEM-CE project is de basis gelegd voor een RAAK-MKB aanvraag waarbij gekeken zal worden naar onder andere gegevensregistratie, –rapportage en betrouwbaarheid ter ondersteuning van de transitie naar een circulaire economie.