Samenwerkingen met impact worden door de ondernemers getypeerd als structurele, langdurige
samenwerkingen die hierdoor stabiliteit en continuïteit bieden. De selectie van een partner vindt
hoofdzakelijk plaats op basis van persoonlijke contacten en is gebaseerd op vertrouwen. Pas in een later
stadium worden deze samenwerkingen geformaliseerd. De meeste ondernemers werken aan geïntegreerde
samenwerkingen. Dit betekent dat strategische samenwerking wordt nagestreefd met het doel om
meervoudige maatschappelijke meerwaarde te creëren: voor de medewerker, de organisatie en de
samenleving.
De ondernemers noemen drie samenwerkingsambities om meer impact te kunnen maken. Ondernemers
geven aan behoefte te hebben aan het verbreden en verdiepen van de kennisuitwisseling tussen sociale en
reguliere ondernemingen. Verder ambieert men het versterken van de samenwerking in de waardeketens
van de sociale en reguliere ondernemingen. Ten derde noemen ondernemingen dat ze behoefte hebben aan
het versterken van het ecosysteem waarin de sociale en reguliere ondernemingen opereren. Om zo samen
de transformatie te kunnen inzetten en doorzetten naar een inclusieve arbeidsmarkt.
Het canvas biedt handvatten om de genoemde samenwerkingsambities te realiseren. Een van de
aandachtspunten bij het aangaan van een samenwerking met impact is dat partners elkaar helderheid
verschaffen over welke middelen ze elkaar te bieden hebben en hoe deze elkaar aanvullen. Vervolgens is
het van belang met elkaar overeen te komen welke afspraken worden gemaakt in het partnerschap en hoe
die worden vastgelegd. Aandachtspunten hierbij zijn de mate van openheid die beide partners bereid zijn te
geven, de mate van flexibiliteit bij verschillen van werkwijze of inzichten en de mate van vertrouwen. Ten
aanzien van waardecreatie in de samenwerking is het nodig om elkaars ambities te kennen en te komen tot
gemeenschappelijke doelen, waarbij het kennen van elkaars intrinsieke motivatie een belangrijk startpunt is.
Op deze wijze kunnen de partners samen komen tot realisatie van zowel de economische als
maatschappelijke toegevoegde waarde.
Een belangrijke doelstelling van de Participatiewet (2015) is om het overzichtelijker en makkelijker te maken voor werkgevers om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Uit een recente evaluatie van de Participatiewet door het Sociaal en Cultureel Planbureau (2019) blijkt echter dat veel mensen nog steeds niet naar vermogen meedoen aan het arbeidsproces.
Ondanks de ambities van overheid en bedrijfsleven om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen slaagt minder dan een kwart van alle werkgevers hier daadwerkelijk in (SCP, 2019). De inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vraagt meestal meer inspanning en begeleiding, hetgeen door veel ondernemingen als (te) ingewikkeld en kostbaar beschouwd wordt.
Ondertussen is de situatie op de arbeidsmarkt drastisch gewijzigd door de gevolgen van het coronavirus. De werkloosheid loopt snel op en de verwachting is dat met name lageropgeleiden, mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, mensen met een arbeidsbeperking en ouderen hierdoor het zwaarst getroffen zullen worden. Zonder extra inspanningen om de perspectieven op het vinden en behouden van werk te verbeteren dreigen deze mensen lang werkloos te blijven (Josten, 2020).
Sociale ondernemingen gericht op arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt slagen er vaak wel in om middels een financieel gezonde onderneming maatschappelijke impact op dit gebied te creëren. Veel sociale ondernemingen ervaren daarentegen aanzienlijke uitdagingen om hun maatschappelijke impact verder op te schalen (De Bell et al., 2019). Dit onderzoek heeft tot doel om nieuwe kennis te ontwikkelen ten aanzien van samenwerking tussen sociale ondernemingen gericht op arbeidsparticipatie en reguliere ondernemingen die (meer) impact willen maken op het gebied van inclusief werkgeverschap. Op welke wijzen kunnen sociale ondernemingen en reguliere ondernemingen elkaar versterken om de maatschappelijke uitdaging voor mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt effectiever te adresseren?