Dit project richtte zich op het optimaliseren van de begeleiding van
vraaggestuurd onderwijs. In vraaggestuurd onderwijs mogen leerlingen
eigen leervragen stellen en onderzoeken om hun inzicht in de leerstof te
verrijken of te verdiepen. Door vraaggestuurd onderwijs kunnen leerlingen
de vaardigheden ontwikkelen om te “leren leren”. Leraren
vinden het vaak echter lastig om de eigen leervragen van
basisschoolleerlingen succesvol naar antwoorden te begeleiden. Meer
specifiek weten leraren niet goed hoe ze leerlingen kunnen helpen om de
kwaliteit van de leervragen te versterken, zodat leerlingen ze zelf kunnen
gaan onderzoeken. Dit komt omdat leerlingen niet vraagvaardig zijn.
Leerlingen weten vaak nog niet precies wat ze willen weten en hoe ze dat
dan moeten vragen. Daardoor zijn hun vragen veelal ongericht, lastig
onderzoekbaar en is het onduidelijk wat er geleerd gaat worden. Daarbij
stellen leerlingen overwegend opzoekvragen en zelden vragen die ze zelf
door een onderzoekje kunnen beantwoorden.
In dit project is onderzocht of het denkmodel van het “Vragenkompas”
leraren helpt te professionaliseren in de begeleiding van de kwaliteit van
leervragen. Het vragenkompas is gebaseerd op het idee van
“denkbeeldige vraagroutes” waarmee je een onderwerp vanuit
verschillende vraagperspectieven verkent. Bijvoorbeeld vanuit het
vraagperspectief “waarnemen”: Welke vragen kun je bedenken die je met
waarnemen kunnen beantwoorden? Of het vraagperspectief “meten”:
Welke vragen kunnen we bedenken die met meten kunnen
beantwoorden? Zo zijn er vele vraagperspectieven die elk een eigen
onderzoeksactiviteit en eigen vorm van opbrengst hebben. Het verkennen
van verschillende vraagperspectieven kan mogelijk helpen om leerlingen
succesvol te begeleiden omdat dit de samenhang tussen vraagonderzoek- en opbrengst verheldert en helpt te bedenken welke vraag het
beste past bij de kennisbehoefte.
Leraren hebben in ontwerpteams het vragenkompas gebruikt om eerst
zelf na te denken over de mogelijkheden om verschillende typen
onderzoekbare vragen over de leerstof te stellen. Vanuit die verkenning
hebben leraren lesactiviteiten bedacht en uitgevoerd met het doel met
leerlingen bewust verschillende onderzoeksvragen en bijbehorende
onderzoeksmethoden te laten verkennen. Voor dit onderzoek zijn de
ontwerp- en evaluatiesessies opgenomen en uitgewerkt, zijn foto’s,
video’s en leerlingenmateriaal in de klas verzameld en zijn individuele
interviews met leerkrachten gehouden op basis van video’s waarin hun
begeleiding zichtbaar was.
De resultaten tonen aan dat werken met het vragenkompas:
• leraren bewuster maakt van mogelijke onderzoekbare vragen
over de leerstof
• leraren ondersteunt om de kwaliteit van leervragen met de
leerlingen te bespreken en kansen biedt om deze kwaliteit op
verschillende manieren te versterken.
• leraren helpt om leerlingen succesvol van vraag naar antwoord
te begeleiden door de mate waarin leerlingen zelf de vragen
kunnen onderzoeken en beantwoorden
• de kwaliteit en diversiteit van de leervragen en de betrokkenheid
van de leerlingen bij hun eigen vragen heeft versterkt
• leraren zicht geeft op de voorwaarden waaronder de inzet van
het vragenkompas in lesactiviteiten effectief is voor het
begeleiden van vraag naar antwoord
Belangrijke vervolgvragen zijn:
• Helpt het vragenkompas om de vaardigheden van leerlingen
voor onderzoekend leren duurzaam te ontwikkelen?
• Hoe kunnen we de praktijkkennis die essentieel is bij het
effectief begeleiden van leervragen het beste overdragen aan
novice leraren?
Onderwijs in Wetenschap en Technologie (W&T) is belangrijk om leerlingen voor te bereiden op hun rol in de samenleving. W&T onderwijs wordt in de basisschool vaak vormgegeven als Onderzoekend en Ontwerpend Leren (OOL), waarin het stellen van leervragen een belangrijke vaardigheid is om kennis te verwerven en te beschouwen. Leraren onderschrijven het belang van leervragen stellen, maar vinden het vaak lastig om passende begeleiding aan onderzoekend en ontwerpend leren te bieden in de klas. De aanvrager, ingebed in het themaveld “Kwaliteiten van leraren” van het HAN Kenniscentrum “Kwaliteit van Leren”, wil een oplossing hiervoor ontwikkelen en richt zich daarom op de vraag: “Hoe kunnen leraren worden ondersteund in het efficiënt en effectief vaststellen van het hypothetische leertraject van leervragen?”
Om een ondersteuningsmethodiek te ontwikkelen, wordt eerst door literatuuronderzoek en door stimulated recall interviews in de praktijk verkend welke ontwerpprincipes leraren ondersteunen bij het vaststellen van de mogelijke leerwaarde van leervragen. Vervolgens wordt door participerend ontwerponderzoek met een team van leraren in twee iteraties een ondersteuningsmethodiek ontworpen, getest, geëvalueerd en herontworpen. De beoogde opbrengst is een “routekaart”: een visueel ondersteunde handleiding voor de bepaling van het hypothetisch leertraject van leervragen, dat een beslisschema en handelingsalternatieven voor begeleiding bevat.
De kennisdisseminatie van onderzoeksresultaten zal gericht zijn op leraren in het werkveld en op lerarenopleidingen door middel van trainingen, handleidingen, materialen en artikelen in vakbladen, als ook op de wetenschap in de vorm van wetenschappelijke artikelen en bijdragen aan (inter-) nationale conferenties. De aanvrager zal als lerarenopleider verworven inzichten inzetten in zowel bachelor- en master-lerarenopleidingen, als in onderwijs- en begeleidingsactiviteiten binnen het regionale netwerk van opleidingsscholen. Om zich zelf verder te bekwamen in projectmanagement, onderzoeksvaardigheden en valorisatie van onderzoeksopbrengsten in de driehoek onderwijs, onderzoek en praktijk, zal de aanvrager cursussen volgen, intervisie- en netwerkbijeenkomsten organiseren en gecoacht worden door betrokken lector.