VR-training inbrengen neus-maagsonde

Het project ‘VR-training inbrengen neusmaagsonde’ is tot stand gekomen middels een samenwerking tussen VR-technologiebedrijven (TVDM/Connec2, Tendr Dynamics) zorginstellingen (Zorggroep Solis en Medisch Spectrum Twente) en hogeschool Saxion. De onderzoeksvraag was 2-ledig:
1. Aan welke eisen dient een VR-training voor (na)scholing t.a.v. het inbrengen van een neus-maagsonde te voldoen?
2. Welke aspecten van een verpleegtechnische vaardigheidstraining beïnvloeden de mogelijkheid om deze training te verbeteren door de inzet van VR technologie? (“VR-potentie-checklist”)

In een iteratief proces is een VR-training ontwikkeld en geëvalueerd. Bij de ontwikkeling en evaluatie is interdisciplinair samengewerkt met studenten vanuit verschillende opleidingen (Creative Media and Game Technologies, Verpleegkunde, Gezondheid en Technologie en Creative Business). De studentenprojectteams werden ondersteunt vanuit het projectteam en een docent/onderzoeker. De consortiumpartners (VR-bedrijven en zorginstellingen) waren nauw betrokken bij de ontwikkeling en testen/evalueren van concept VR-trainingen.

Voor beantwoording van de tweede onderzoeksvraag is een focusgroep afgenomen waarin alle consortiumpartners waren betrokken. De interdisciplinaire samenstelling heeft geleid tot vruchtbare inzichten. Zo is nader verkend welke verpleegtechnische vaardigheden interessant zijn om te willen trainen met VR. Meerwaarde voor VR werd gezien op het vlak van onderwijsinhoud (rijkere leeromgeving, gevolgen van handelen visualiseren, veilige leeromgeving, trainen in vaste volgorde) en in organisatie (fysieke ruimte, benodigde materialen, e.d.).

Vervolgonderzoek is gedaan naar welke vorm van VR wanneer van meerwaarde is (‘desktop VR’ versus ‘immersive VR’). Desktop VR-trainingen zijn al op de markt gebracht voor het trainen van verpleegtechnische vaardigheden, waarbij de trainingen zijn geaccrediteerd door de beroepsvereniging van verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN). Bij hogeschool Saxion is onder studenten een kleinschalig onderzoek uitgevoerd om nader inzicht te krijgen in de potentiële meerwaarde van Desktop VR-trainingen in het onderwijs. De resultaten lieten een potentiële meerwaarde zien, maar grootschaliger vervolgonderzoek is nodig.

In dit project wordt een Virtual Reality (VR) neus-maagsonde-training ontwikkeld voor (toekomstige) zorgprofessionals. Het uiteindelijke doel is om middels VR-trainingsapplicaties relevante praktijkomgevingen te simuleren waarin (toekomstige) zorgprofessionals in een veilige én realistische omgeving risicovolle handelingen kunnen oefenen.
De neus-maagsonde-training is onderdeel van de opleiding HBO Verpleegkunde, en zorgprofessionals moeten ook periodiek scholing volgen om bevoegd én bekwaam te blijven. De huidige trainingsvorm, met instructeur en fysieke simulatiepop, is effectief in het aanleren van de benodigde handelingen. Maar het vereist ook veel kostbare en schaarse middelen en er zijn beperkingen qua toegankelijkheid, veelzijdigheid en realisme.
VR technologie kan verpleegkundige vaardigheidstrainingen en de voorbereiding daarop aanzienlijk verbeteren. De neus-maagsonde-training is een geschikte casus omdat VR-training hier een kosteneffectieve aanvulling lijkt te kunnen zijn. Echter, gezien de kosten van VR ontwikkeling is het belangrijk om een gedegen afweging te kunnen maken. Daarom is het tevens wenselijk om een hulpmiddel te ontwikkelen waarmee de toegevoegde waarde van VR beter afgewogen kan worden.
Bijbehorende onderzoeksvragen zijn:
I. Aan welke eisen dient een VR-training voor (na-)scholing t.a.v. het inbrengen van een neus-maagsonde te voldoen?
II. Welke aspecten van een verpleegtechnische vaardigheidstraining beïnvloeden de mogelijkheid om deze training te verbeteren door de inzet van VR technologie?
In de te nemen ontwikkelstappen wordt de Design Thinking methode gevolgd. In co-creatie met twee zorgorganisaties (Zorggroep Solis en Medisch Spectrum Twente) en twee VR-ontwikkelbedrijven (Virtual Dutch Men en Tendr Dynamics) worden de eisen voor de VR-training, en inbedding ervan in praktijkomgevingen, in kaart gebracht. Vervolgens wordt met eindgebruikers de VR-training (door)ontwikkeld en geëvalueerd. Ook wordt een checklist opgesteld, waarmee de afweging van VR in toekomstige verbetertrajecten structureler en efficiënter gemaakt kan worden. Tenslotte wordt een vervolgsubsidieaanvraag voorbereid om de VR-training en checklist verder te optimaliseren, te valideren en te implementeren in de (onderwijs)praktijk.