Project

Werkalliantie in (semi) gedwongen kader effectief versterkt

Overview

Project status
Afgerond
Start date
End date
Region

Purpose

ALGEMEEN. Publieksvriendelijke samenvatting (geen woordenlimiet)
Achtergrond
Wat zijn kenmerken van de werkalliantie in (semi)gedwongen kader en hoe denken cliënten en professionals over de kwaliteit van hun contact? Helpt het volgens hen als zij af en toe systematisch over de werkalliantie praten aan de hand van een door ons ontwikkeld hulpmiddel? En heeft dat hulpmiddel aanpassingen nodig om het beter werkbaar te maken?
Deze vragen stonden centraal in het project ‘Werkalliantie in (semi)gedwongen kader effectief versterkt.’, dat door de Hogeschool Utrecht is uitgevoerd.

Uitvoering project
In de periode september 2015-november 2019 zijn vier deelprojecten uitgevoerd.
De onderzoeksvraag bij het eerste deelproject was in hoeverre de werkalliantie in het (semi)gedwongen kader specifieke kenmerken heeft en zo ja, welke. In het tweede deelproject stond de vraag centraal of de Alliantiemonitor, ontwikkeld in deelproject 1, cliënten en professionals bij de reclassering kon ondersteunen bij het bespreken en verbeteren van de werkalliantie. Vragen bij het derde en vierde deelproject waren of professionals en cliënten in vier andere domeinen in het (semi)gedwongen kader de gevonden kenmerken van de werkalliantie herkenden als relevant voor hun werk, of zij door het bespreken van de werkalliantie de kwaliteit daarvan konden vergroten en of de Alliantiemonitor daarbij een hulpmiddel kon zijn.

In het eerste deelproject zijn in een grootschalig onderzoek bij de reclassering vier kenmerken van de werkalliantie in gedwongen kader geïdentificeerd (richting/kader, binding, vertrouwen, stroefheid) en is de Alliantiemonitor ontwikkeld en statistisch getoetst. Hierna is het gebruik van deze monitor als hulpmiddel voor verbetering van de werkalliantie getest bij de reclassering (tweede deelproject). Vervolgens is de monitor, met behulp van professionals en cliënten, aangepast aan en uitgetest bij resp. arbeidsintegratie, jeugd/bescherming, maatschappelijke opvang en schuldhulpverlening. Het vierde deelproject omvatte de vergelijking tussen de domeinen en het maken van producten voor de spreiding van kennis in praktijk en onderwijs.

Resultaten
Het empirische onderzoek dat centraal stond in het eerste deelproject is uitgevoerd in de context van de reclassering. In dit onderzoek zijn 267 unieke koppels van reclasseringscliënten en reclasseringswerkers twee maal (bij de start en na zes tot negen maanden) ondervraagd over hun beleving van de werkalliantie. Het instrumentarium was samengesteld uit twee internationaal gevalideerde vragenlijsten, waaraan items zijn toegevoegd ten behoeve van aanpassing aan de context van het Nederlandse reclasseringswerk. Dit onderzoek (gepubliceerd als proefschrift, Menger, 2018) ) heeft geleid tot de volgende bevindingen:
• De werkalliantie in het gedwongen kader kent specifieke kenmerken die afwijken van de werkalliantie in het vrijwillige kader. Bij de werkalliantie in het vrijwillige kader gelden als kenmerken: overeenstemming over Doelen en Taken en wederzijdse Binding. Voor het gedwongen kader zijn als positieve kenmerken gevonden: Richting en Kader (duidelijkheid over doelen, taken en condities), Vertrouwen in elkaar en wederzijdse Binding. Als negatief kenmerk is Stroefheid gevonden: gevoelens van verzet tegen het gedwongen kader bij de cliënt blijven centraal staan en de reclasseringswerker raakt ‘opgebrand’ in het contact met de cliënt;
• De positieve kenmerken hangen samen met een goed verloop en positieve afronding van het reclasseringstoezicht (minder drop out);
• Na analyse van de vragenlijst zijn 19 items geselecteerd, gelijk verdeeld over de vier kenmerken, waarvan de samenhang met de resultaten het sterkste bleek. Deze items vormen de Alliantiemonitor. De ervaren bruikbaarheid van deze monitor is getest in twee andere deelprojecten.


Description

Aanleiding
Reclasseringswerkers jeugdbeschermers, schuldhulpverleners, klantmanagers en woonbegeleiders: ze werken allemaal in een situatie van drang en dwang. En hun rol is bovendien steeds meer verschoven van vrijwillig hulpverlener naar toezichthouder of controleur in een gedwongen kader. Dat vergt een andere houding en doel dan wat deze 'sociale professionals' in hun opleiding hebben geleerd. De beroepsgroep heeft dan ook grote behoefte aan ondersteuning bij het werk. Hoe kunnen zij effectief contact houden met hun cliënten, in hun gecombineerde rol van begeleiden en controleren? En dat in een maatschappij die gericht is op participatie en zelfregie - iets waarvoor juist hun cliënten nauwelijks toegerust zijn.

Doelstelling
In 2011 heeft het Kenniscentrum Sociale Innovatie (KSI) de longitudinale studie 'Werkalliantie in gedwongen kader' gestart in de context van reclassering. Hierin staat het concept 'werkalliantie' centraal: doelen en taken waar cliënt en professional gezamenlijk aan werken.

Dit RAAK-project wil het onderzoek doorontwikkelen tot een definitieve werkalliantiemonitor voor andere domeinen: schuldhulpverlening, jeugdbescherming, woonbegeleiding en arbeidstoeleiding.

Hiertoe zijn vier deelprojecten gedefinieerd:
1) vaststellen van het concept werkalliantie in gedwongen kader en van de werkalliantiemonitor;
2) toetsen van de effectiviteit van werken met de alliantiemonitor in het reclasseringswerk;
3) aanpassing van de alliantiemonitor voor andere contexten en toetsen van de effectiviteit in deze contexten;
4) synthese van alle onderzoeksbevindingen en eindrapportage.

Beoogde resultaat
Het project levert een bruikbare, geteste alliantiemonitor op die kan worden gebruikt in de 5 onderzochte werkdomeinen waarin sprake is van drang en dwang. Aan het onderzoek werken docenten, bachelorstudenten en masterstudenten mee en cliënten en professionals uit de beroepspraktijk.
De resultaten worden verwerkt in het curriculum van de betrokken onderwijsinstellingen: zo wordt de veelgebruikte methodiek 'werken in gedwongen kader' aangepast.
De deelnemende instellingen, professionals en landelijke koepels verspreiden de kennis in het werkveld. Ze delen de resultaten in vakbladen en op conferenties.


© 2024 SURF