De Jeugdwet verplicht gemeenten om jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek (CEO) uit te voeren. In 2019 heeft het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van de HHs in samenwerking met studenten dit onderzoek uitgevoerd voor de regio Haaglanden. De gemeente Leidschendam-Voorburg wilde een dergelijk onderzoek graag voor de eigen gemeente laten uitvoeren. In 2020 en 2021 hebben tweedejaarsstudenten Social Work vijfentwintig ouders en twee jongeren geïnterviewd over hun ervaringen met de toegang tot jeugdhulp, hun ervaringen met de aansluiting op hun hulpvraag en hun ervaringen met samenwerking en regie. In deze samenvatting worden de resultaten beknopt weergegeven.
De Zuid-Limburgse bevolking heeft een sociaal-economische achterstand vergeleken met de rest van Nederland (Jansen & Meisters, 2018). Volgens Jansen & Meisters (2018) is in Limburg al enig tijd sprake van achterstanden in onderwijs, gezondheid en arbeidsparticipatie. Onder de potentiële Limburgse beroepsbevolking zijn relatief veel mensen zonder werk (Künn & Poulissen, 2019). Het meerjarenprogramma 4Limburg wil een bijdrage leveren aan het verkleinen van deze sociaal-economische achterstand (4-Limburg.nl, 2020). De betrokken partijen willen dit bereiken door de arbeidsparticipatie én de vitaliteit in Limburg naar een hoger niveau te tillen. Een van de Zuid-Limburgse gemeenten met een relatief lage arbeidsparticipatie is de gemeente Heerlen. In 2019 heeft het ROA de omvang van de risicogroepen in deze gemeente in kaart gebracht. Hieruit kwam naar voren dat één op de drie inwoners van de gemeente Heerlen in de leeftijd van 15-67, met of zonder een arbeidsongeschiktheids-, werkloosheids- of bijstandsuitkering, niet actief is op de arbeidsmarkt. Ook toonde dit onderzoek aan dat de Heerlense wijken duidelijk verschillen in het percentage van inwoners met een uitkering (Künn & Poulissen, 2019).
Dit rapport bevat de uitkomsten van een kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar ondernemerschap onder studenten van de Haagse Hogeschool. Het onderzoek i een onderdeel van het project The Hague Student Investment Fund, waarin hert lectoraat New Finance onderzoek heeft gedaan naar de haalbaarheid van het opzetten van een student investeringsfonds, Voor het slagen van dit project is het van belang een beleid te krijgen on de mate van ondernemerschap onder studenten. Voor dit onderzoek is gekozen om een kwalitatief onderzoek te doen naar het ondernemerschap op de Haagse Hogeschool, en ook een kwantitatief onderzoek naar ondernemerschap.
Kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS) kunnen zich vaak moeilijk in anderen verplaatsen en hebben moeite met sociale interactie. In de behandeling van kinderen met ASS wordt ingezet op het trainen van deze sociale vaardigheden (SoVa). SoVa-trainingen hebben echter te weinig effect. Het probleem van de huidige sociale vaardigheidstraining (SoVa) is enerzijds het gebrek aan motivatie bij kinderen met ASS om de training vol te houden en anderzijds de beperkte toepassing van dat wat in de SoVa training wordt geleerd naar het dagelijks leven. Zorgprofessionals concluderen dat aanpassing van de werkvormen gewenst is en hiervoor is een innovatieve blik nodig. De professionals willen nadrukkelijk kijken naar de inzet van digitale toepassingen. Om het effect van de SoVa-trainingen te vergroten wordt in dit project een zgn. Behaviour Change Support System (BCSS) ontwikkeld. Dit BCSS zal bestaan uit een aantal (digitale) toepassingen die met elkaar een logisch samenhangend geheel vormen, passend bij de doelen en methodische kaders die professionals hanteren in de SoVa-trainingen. De toepassingen moeten een set van op maat aan te bieden interventies zijn, gericht op belangrijke c.q. vaak benodigde vaardigheden in sociale interactie. Naast de ontwikkeling van het BCSS richt het project zich ook op het delen van kennis die gegenereerd wordt gedurende het ontwikkelproces van dit BCSS. Het project is een samenwerkingsverband tussen de lectoraten Zorg voor Jeugd, Zorg & Innovatie in de Psychiatrie en iHuman (NHL Hogeschool), het lectoraat User- Centered Design (Hanzehogeschool) en het lectoraat ICT innovatie in de Zorg (Windesheim). Daarnaast wordt samengewerkt met zorgaanbieders van kinder en jeugdpsychiatrie in Noord Nederland (Accare, Kinnik en GGZ Drenthe), diverse scholen basis- en voortgezet onderwijs in Noord-Nederland, het RGOc, de RUG en het kenniscentrum Kinder en Jeugdpsychiatrie. De ontwikkeling van de digitale toepassingen wordt gedaan door 8Dgames.
Huidig beleid is erop gericht om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen. Vallen is een groot en groeiend probleem en brengt het zelfstandig wonen in gevaar. Valpreventie is een belangrijk middel om (fysieke) zelfredzaamheid van ouderen te behouden. Er zijn verschillende effectieve valpreventie interventies beschikbaar, echter worden deze niet of nauwelijks geïmplementeerd in de dagelijkse praktijk. Dit is nodig om het gewenste effect op de volksgezondheid te bereiken. Om deze lacune tussen kennis uit onderzoek en dagelijkse praktijk te verminderen, is meer inzicht nodig in succesvolle implementatiestrategieën om effectieve, integrale valpreventie-interventies breder te implementeren. Zowel vanuit eerste- en tweedelijnszorgprofessionals en vanuit gemeenten is hierbij specifiek behoefte aan meer kennis en ondersteuning in het implementeren van een interprofessionele samenwerking en kennis over hoe de ouderen met verhoogd valrisico te bereiken. Het hoofddoel van het project is om implementatie van integrale valpreventie-interventies in de wijk te realiseren door inzicht te krijgen in succesvolle implementatiestrategieën, waarbij specifiek wordt ingegaan op interprofessionele samenwerking en op het werven en behouden van ouderen voor deze valpreventie-interventies. De implementatie (en daaraan gekoppeld proces- en evaluatieonderzoek) wordt uitgevoerd bij vier gemeenten of wijken in de provincie Utrecht. Naast lokale belanghouders, wordt met verschillende overkoepelende partijen samengewerkt om de bestaande expertise op het gebied van valpreventie goed te bundelen: lectoraten van de Hogeschool Utrecht, GGD-Regio Utrecht, afdeling Volksgezondheid Gemeente Utrecht, Trimbos Instituut, VeiligheidNL, afdeling Geriatrie van het UMCU, en Pharos. In alle deelnemende gemeenten/wijken zal het implementatieproces worden gevolgd. Middels mixed methods, een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek, wordt de context in kaart gebracht, de interprofessionele samenwerking geïnventariseerd, wensen van deelnemers onderzocht, mate van implementatie gemeten, en effecten op belangrijke risicofactoren geanalyseerd. Middels within- en between-sites vergelijkingen wordt geanalyseerd welke implementatiestrategieën het beste werken in de specifieke contexten. Dit levert duidelijke richtlijnen en een implementatiehandleiding op voor toekomstige implementaties van wijkgerichte valpreventie. De opgedane kennis, onder andere over interprofessioneel werken, zal worden gebruikt in het onderwijs van de verschillende betrokken disciplines.