In dit onderzoek bekijken we of de keuze voor bepaalde zorgmotieven samenhangt met ervaren stress en vreugde van mantelzorgers en met hun achtergrondkenmerken. Motieven die gericht zijn op gevoelens van verantwoordelijkheid voor de zorgontvanger en waarin de relatie met de zorgontvanger hoog gewaardeerd wordt, worden vaker door mantelzorgers als eerste gekozen dan motieven die zijn afgeleid van plichtgevoelens, individuele verlangens of een algemeen gevoel van geluk. Twee groepen mantelzorgers kunnen van elkaar worden onderscheiden, een groep met gemengde zorgmotieven en een groep met motieven gericht op wederkerige en gelijkwaardige relaties. De laatste groep bestaat vooral uit vrouwen die voor een partner of een kind zorgen. De eerste groep ervaart een sterke mate van stress. Op basis van de resultaten wordt een systeemgerichte aanpak voorgesteld bij het ondersteunen van mantelzorgers, gericht op de relatie tussen de mantelzorger en de zorgontvanger.
DOCUMENT
In dit onderzoeksrapport wordt antwoord gegeven op de vraag “In hoeverre is het wenselijk dat jonge mantelzorgers zorgen voor naaste familieleden?”. Om deze vraag te beantwoorden is allereerst een literatuurstudie verricht naar de beschikbare gegevens over de situatie van jonge mantelzorgers en thema’s die spelen. Vervolgens zijn diepte-interviews afgenomen bij jonge mantelzorgers aan de hand van een vragenlijst met verdiepende thema’s verkregen uit de literatuurstudie. In de interviews is op zoek gegaan naar unieke verhalen over bijzondere situaties achter de voordeur, naar details op microniveau die vanuit de bestudeerde literatuur nog niet bekend zijn. Voor dit kwalitatieve onderzoek is gekozen vanuit de visie en het inzicht dat afstemming in de zorgtriade tussen zorgvrager, jonge mantelzorger en beroepskracht vraagt om gedetailleerde informatie over hoe de jonge mantelzorger de situatie ervaart en beleeft. Naast negatieve gevolgen zoals overbelasting, gezondheidsklachten, isolement, studievertraging of psychische problemen, zijn er ook positieve kanten aan het langdurig zorgen voor een zieke naaste. Zo leert de jonge mantelzorger verantwoordelijkheid te nemen, zelfstandig te handelen, doortastend te zijn en liefdevol te zorgen voor anderen. Kwaliteiten die hen in de ouderrol of als professional goed van pas zullen komen, mits zij hier niet in doorslaan. Opvallend is dat de geïnterviewde jonge mantelzorgers de zorgsituatie waarin zij zitten niet loslaten, hoe moeilijk deze soms ook voor hen is. De zorg voor de naaste gaat altijd voor, andere dingen in het dagelijks leven zoals school, vrienden en sport zijn hier ondergeschikt aan. Aandacht en steun van familie, vrienden en professionals voor hun zorgsituatie vragen zij nauwelijks. Maar helpen wel degelijk om een passende balans te vinden tussen zorgtaken, studie en persoonlijke ontwikkeling. De in dit rapport opgenomen unieke profielen van Aisha, Nadzine, Karin, Ricardo, Siham en Kimberley dragen hier mogelijk aan bij.
DOCUMENT
Mantelzorgers van mensen met niet-aangeboren hersenletsel kunnen wel wat ondersteuning gebruiken. Maar wat voor ondersteuning? Zijn ze overbelast? En welke behoefte hebben zij? Om antwoord te geven op die vragen is het handig een set vragenlijsten te gebruiken die hun belasting en draagkracht in kaart brengt. In dit artikel laten we zien hoe je deze set kunt inzetten bij mantelzorgers van getroffenen door hersenletsel
DOCUMENT
Gemeenten zetten in op het samenspel tussen professionals (formele zorg) en informele zorgers (mantelzorgers, naasten en vrijwilligers). De druk op mantelzorgers en vrijwilligers neemt toe. Veel gemeenten hebben aandacht voor het samenspel in het beleid, maar in de uitvoering moet dit nog vorm krijgen (Mezzo, 2014). Hierbij rijst de vraag in hoeverre mantelzorgers in beeld zijn bij de gemeenten? De informele zorgers (waaronder naast de mantelzorgers ook de naasten en de vrijwilligers) rondom mensen met een beperking vormen een aanzienlijke groep. Zij werken in het belang van degene met een beperking en hebben soms ook een ondersteuningsbehoefte in het verlengde hiervan. Nu de rol van het netwerk steeds sterker aangesproken wordt en die rol steeds belangrijker wordt, zullen we ook moeten kijken naar de inspraakmogelijkheden van deze groep informele zorgers. Deze notitie spitst zich toe op het beleid rondom de mantelzorger en de wijze waarop mantelzorgers invloed kunnen hebben op (gemeentelijke) politiek. De centrale vraag in deze notitie is hoe de inspraakmogelijkheden van mantelzorgers vorm gegeven kan worden vanuit het perspectief van de mantelzorgers zelf, vanuit professionele organisaties en vanuit de gemeente.
DOCUMENT
Mantelzorgers van mensen met niet-aangeboren hersenletsel kunnen wel wat ondersteuning gebruiken. Maar wat voor ondersteuning? Zijn ze overbelast? En welke behoefte hebben zij? Om antwoord te geven op die vragen is het handig een set vragenlijsten te gebruiken die hun belasting en draagkracht in kaart brengt. In dit artikel laten we zien hoe je deze set kunt inzetten bij mantelzorgers van getroffenen door hersenletsel.
MULTIFILE
Na een beroerte moeten patiënten veel bewegingen opnieuw aanleren. Samen met de fysiotherapeut oefent de patiënt deze bewegingen tijdens de therapie. Voor een snelle en duurzame revalidatie is het van belang dat de patiënt die bewegingen ook thuis oefent. In het project ‘De kracht van het onbewuste leren 2.0’ van het lectoraat Voeding, Leefstijl en Bewegen van Zuyd Hogeschool is veel kennis opgedaan over de beste manier van leren. Patiënten en mantelzorgers hebben samen met studenten (fysiotherapie, logopedie en communication & multimediadesign), fysiotherapeuten, ergotherapeuten en onderzoekers kennis en ervaringen uit dit project vertaald naar laagdrempelig instructie- en voorbeeldmateriaal. Het resultaat is de flyer ‘Samen oefenen: tips en voorbeelden voor mantelzorgers en mensen na een beroerte’ met links naar vier korte, informatieve video’s over het leren van bewegingen.
DOCUMENT
In Nederland verleent ongeveer een derde van de volwassen bevolking onbetaalde zorg. Het verlenen van mantelzorg kan in normale tijden zeer belastend zijn, maar de impact van een volksgezondheidscrisis op mantelzorgers is grotendeels onbekend. Deze studie richt zich op de vraag hoe de belasting van mantelzorgers veranderde na de COVID-19 pandemie en welke kenmerken verband hielden met deze veranderingen. We gebruiken zelfgerapporteerde gegevens van een steekproef van 965 mantelzorgers uit Nederland na 3 maanden pandemie om te onderzoeken hoe de objectieve belasting (d.w.z. uren besteed aan mantelzorg) en de subjectieve belasting waren veranderd, en wat hun zorggerelateerde kwaliteit van leven (CarerQol) was. We vonden dat de subjectieve belasting gemiddeld licht was toegenomen (van 4,75 naar 5,04 op een schaal van 0-10). Uit onze analyse bleek echter dat sommige zorgverleners er meer last van hadden dan anderen. De zwaarst getroffen zorgverleners waren vrouwen, met een laag inkomen, een betere lichamelijke gezondheid, een verminderde psychische gezondheid, zorgtaken voor kinderen, een langere duur van de zorg en zorgverleners die zorgden voor iemand met een verminderde lichamelijke en psychische gezondheid. Gemiddeld bleef de tijd die aan zorg werd besteed gelijk (een mediaan van 15 uur per week), maar bepaalde groepen zorgverleners ervoeren wel een verandering, namelijk degenen die zorg verleenden aan mensen in een instelling en aan mensen met een betere psychologische gezondheid vóór de pandemie. Bovendien hadden zorgverleners die veranderingen in objectieve belasting ervoeren niet dezelfde kenmerken als degenen die veranderingen in ervaren belasting en kwaliteit van leven ervoeren. Dit laat zien dat de gevolgen van een volksgezondheidscrisis voor zorgverleners niet kunnen worden gevangen door alleen te kijken naar objectieve of subjectieve belastingsmaten of kwaliteit van leven. Beleid voor langdurige zorg dat erop gericht is zorgverleners te ondersteunen om vol te houden tijdens een toekomstige crisis, moet gericht zijn op zorgverleners met een verhoogd risico op subjectieve belasting en een lagere CarerQol, zoals vrouwen, mensen met een laag inkomen en mensen met zorgtaken. Dergelijk beleid moet er rekening mee houden dat een vermindering van de objectieve belasting niet noodzakelijk leidt tot een vermindering van de subjectieve belasting voor alle zorgverleners.
MULTIFILE
Doel: Zelfmanagement is voor mantelzorgers van mensen met dementie van belang, onder meer bij veranderingen in gedrag en stemming. Doel van deze studie is inzicht geven in waarom die gedrags- en stemmingsveranderingen belastend zijn voor mantelzorgers, welke zelfmanagementstrategieën mantelzorgers hanteren bij het omgaan met deze veranderingen, evenals de zelfmanagementstrategieën die ze gebruiken om met de eigen belasting om te gaan en de zorg vol te kunnen houden.
DOCUMENT
De Hogeschool van Amsterdam voert, in nauwe samenwerking met een aantal stedelijke partners, het project ‘Informele zorg en diversiteit’ uit. Dit project richt zich onder andere op mantelzorgers. In de zomer van 2013 werkten 579 mantelzorgers aan het onderzoek mee door een enquête in te vullen. In de enquête zijn vragen gesteld over de ervaringen met het verlenen van mantelzorg, ondersteuningsbehoeften en de samenwerking met professionele hulpverleners. Om meer te kunnen zeggen over de mogelijke verschillen tussen de diverse mantelzorgers is ook gevraagd naar leeftijd, geslacht en andere kenmerken van de respondenten. In deze factsheet worden een aantal onderzoeksresultaten beschreven.
DOCUMENT
We hebben in Nederland en België een rijkdom aan sociale voorzieningen. Maar toch: het samenspel tussen mensen met een zorgvraag, mantelzorgers, professionals en instanties blijkt vaak moeizaam en ingewikkeld. Dit boek gaat over hartenkreten van mantelzorgers van mensen die leven met dementie, niet-aangeboren hersenletsel of een verstandelijke beperking. Het belicht hun voortdurende zoektocht door ontdekkingen, vragen en onzekerheden die zij op hun pad tegenkomen. De inzichten die dit boek aanbiedt, zijn het resultaat van vijftien jaar projecten, onderzoeken en samenwerking met mantelzorgers, vrijwilligers, professionals en beleidsmakers. Wat vinden mantelzorgers belangrijk? Hoe kan de samenwerking met familie, vrienden, buren maar ook met vrijwilligers en professionals optimaal worden vormgegeven?
DOCUMENT