Samenvatting volgt nog
DOCUMENT
Background Atypical speech and language development is one of the most common developmental difficulties in young children. However, which clinical signs characterize atypical speech–language development at what age is not clear. Aim To achieve a national and valid consensus on clinical signs and red flags (i.e. most urgent clinical signs) for atypical speech–language development in children from 1 to 6 years of age. Methods & Procedures A two‐round Delphi study in the Netherlands with a national expert panel (n = 24) of speech and language therapists was conducted. The panel members responded to web‐based questionnaires addressing clinical signs. Consensus was defined as ≥ 70% of the experts agreeing on an issue. Outcomes & Results The first round resulted in a list of 161 characteristics of atypical speech and language development. The second round led to agreement on 124 clinical signs and 34 red flags. Conclusions & Implications Dutch national consensus concerns 17–23 clinical signs per age year for the description of an atypical speech–language development in young children and three to 10 characteristics per age year being red flags for atypical speech–language development. This consensus contributes to early identification and diagnosis of children with atypical speech–language development, awareness and research.
LINK
Kinderen, maar zeker kleuters vinden bewegen doorgaans leuk. Het is namelijk de natuurlijke behoefte van kleuters om in beweging te zijn; zo ontdekken ze de wereld! Ze leren door te spelen en bewegen waarbij de spraak- en taalontwikkeling, cognitieve, sociaal-emotionele, én de motorische ontwikkeling hand in hand gaan.
DOCUMENT
Dit rapport biedt een diepgaand inzicht in de belangrijke rol die de kinderopvang speelt in de eerste 1000 dagen van een kind's leven. Deze periode, die begint vóór de geboorte en duurt tot het kind twee jaar oud is, vormt de essentiële basis voor de biologische, sociale, motorische en cognitieve ontwikkeling van een kind. Het is een tijd waarin de fundamenten worden gelegd voor de toekomst van elk kind. Uit ons onderzoek blijkt het belang van de kinderopvang als een unieke kans om actief bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen. Tijdens hun verblijf in de kinderopvang krijgen kinderen niet alleen een veilige en liefdevolle omgeving, maar worden ze ook gestimuleerd met activiteiten die hun ontwikkeling bevorderen. Daarnaast fungeert de kinderopvang als een waardevolle bron van ondersteuning voor ouders, waar ze advies kunnen vragen en worden doorverwezen naar relevante hulpbronnen en diensten. Tenslotte benadrukt het rapport ook het belang van de kinderopvang als werkgever. Pedagogisch medewerkers hebben behoefte aan een ondersteunende werkomgeving met collega's waarop ze kunnen vertrouwen. Een redelijke werkdruk, kansen voor persoonlijke ontwikkeling en samenwerking met ouders en jeugdgezondheidszorg worden als essentieel beschouwd voor het succes van de kinderopvang.
MULTIFILE
Op 19 november 2009 jaar hield Lia van Doorn de Marie Kamphuislezing. Hier volgt de verkorte tekst van haar lezing. Ze pleit voor maatschappelijk werk dat meeverandert in de snel veranderende samenleving
DOCUMENT
Geen samenvatting
DOCUMENT
Er zijn talloze instrumenten op de markt voor het identificeren en ontwikkelen van talent. Maar er is nauwelijks onderzoek gedaan naar de opbrengst daarvan. Dr. Marian Thunnissen, lector Dynamische Talentinterventies aan de Fontys Hogeschool, brengt daar verandering in.
DOCUMENT
Bij Hogeschool Utrecht is het concept Leven Lang Leren leidend voor het onderwijs. De keuze daarvoor heeft grote gevolgen voor de organisatie. Jaarlijks vallen er opleidingen af en komen er nieuwe bij. ‘Door samenwerking met de beroepspraktijk en door hoogwaardig onderwijs en onderzoek krijgt de wereld van morgen vorm en inhoud.’
DOCUMENT
Er is steeds meer aandacht voor onderzoek en practoraten in het mbo (Werkagenda mbo, 2023-2027). Geïnspireerd en gestuurd door ontwikkelingen binnen het onderwijs, het werkveld en de maatschappij, kiezen steeds meer mbo-scholen ervoor zelf onderzoek te doen en zich te ontwikkelen als kennisinstelling en onderzoekspartner. Schoolbesturen voelen zich steeds meer eigenaar van de onderzoeksagenda op thema’s die voor het mbo relevant zijn (zie NRO Kennisagenda voor het Onderwijs, 2022). Scholen willen het brede palet van activiteiten, producten en kennis uit onderzoek benutten ten dienste van professionele ontwikkeling en schoolontwikkeling alsmede innovatie van het onderwijs en beroepspraktijk.
DOCUMENT