Artificial Intelligence (AI) beïnvloedt het leven en werk van iedereen en vraagt daarmee doelgerichte aanpassingen aan bachelorcurricula en het handelingsrepertoire van docenten. In Comenius Leadership-project ‘AI4Students’ wordt in participatief actie-onderzoek een methodiek ontwikkeld waarmee teams in bacheloropleidingen aan hogescholen in kaart brengen welke veranderingen nodig zijn om studenten ‘AI-ready’ op te leiden. Dit betreft AI-toepassingen die het werkveld van de opleiding veranderen, AI-vaardigheden die nodig zijn om met de toepassingen te werken en een verkenning van de gewenste toekomst met AI binnen dat werkveld. Vervolgens wordt onderzocht hoe en waar de resultaten een plek kunnen krijgen in het curriculum van de opleiding. Dit wordt uitgevoerd middels co-creatiesessies met docenten en studenten. Een onlinetool moet het sociale, pedagogisch-didactische proces binnen de cocreatiesessies doelgericht vormgeven en begeleiden; gericht op inclusie van verschillende perspectieven, gedeeld eigenaarschap van docenten van het curriculum en studentbetrokkenheid. De ontwikkeling van de methodiek gebeurt door middel van drie iteraties bij negen opleidingen van de Hogeschool van Amsterdam. We bevinden ons in de tweede iteratie, die voornamelijk in het teken staat van het ontwikkelen van de onlinetool. De tool binnen de discipline-overstijgende methodiek en de praktische toepassing ervan bespreken we graag met het publiek.
MULTIFILE
Dit hoofdstuk beschrijft acht fundamentele problemen, die zich voordoen als men competenties, in de betekenis die gangbare definities aan dit begrip verlenen, probeert te meten in het onderwijs. Uit het betoog vloeit een dilemma voort: we kunnen niet meten wat we in competentiegericht onderwijs zouden willen meten. Wat we wel kunnen meten, zijn geen 'echte' competenties. Uit dit dilemma wordt een uitweg gezocht.
DOCUMENT
Doel van dit onderzoek is inzicht te verwerven in de mogelijke meerwaarde van studie of stage in het buitenland voor de ontwikkeling van de internationale competenties van studenten en de voorwaarden en factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van deze competenties. De hypothese daarbij is dat een verblijf in het buitenland om redenen van studie of stage inderdaad een bijdrage kan leveren aan deze ontwikkeling
DOCUMENT
Dit hoofdstuk beschrijft acht fundamentele problemen, die zich voordoen als men competenties, in de betekenis die gangbare definities aan dit begrip verlenen, probeert te meten in het onderwijs. Uit het betoog vloeit een dilemma voort: we kunnen niet meten wat we in competentiegericht onderwijs zouden willen meten. Wat we wel kunnen meten, zijn geen 'echte' competenties. Uit dit dilemma wordt een uitweg gezocht.
DOCUMENT
Deze kennisclip legt op toegankelijke wijze het concept competenties uit, met aandacht voor de samenstelling ervan (kennis, vaardigheden en houding), hun belang in het onderwijs, en hoe ze ontwikkeld, zichtbaar en meetbaar kunnen worden gemaakt. De clip maakt korte metten met een hardnekkige onderwijsmythe en verbindt theorie met praktijk.
MULTIFILE
Zeven stellingen worden uitgewerkt: 1. Goed toetsen is slechts mogelijk in de mate waarin duidelijk is welke leerdoelen studenten moeten bereiken. 2. Toetsing stuurt het leren van de studenten. 3. Denken vanuit eigen vakgebied is een bedreiging voor de toetsing van competenties. 4. Het doel van toetsen bepaalt hoe het middel toetsing wordt gebruikt. 5. Toetsen vereist een methodenmix, want één voldoende toetsmethode bestaat niet. 6. Zelfbeoordeling en elkaar beoordelen moeten onderdeel zijn van de toetsing van ethische competenties. 7. Het toetsen van beroepscompetenties die studenten in de beroepspraktijk (stages) onvoldoende beoefend zien is dweilen met de kraan open.
DOCUMENT
In de onderzoekslijn Zorg in Balans van het lectoraat Participatie, Zorg en Ondersteuning (Kenniscentrum Sociale Innovatie) staat het verbeteren van de samenwerking tussen formele en informele zorgverleners centraal. Er werden de afgelopen jaren samen met het werkveld competentieprofielen ontwikkeld waarin beschreven werd welke professionele competenties van belang zijn waar het gaat om samenwerken met informele zorgverleners in specifieke situaties. Er is op basis van de bestaande profielen nagedacht over wat er nodig is om in generieke zin, dus los van een specifieke situatie, aandoening of beperking, bekwaam te zijn in de samenwerking met informele zorgverleners. Dit document start met de basishouding waarna we inzoomen op het samenspel met de direct naasten, het bredere netwerk en het zorglandschap. Er wordt steeds gestart met competenties die zowel voor de verpleegkundige als de sociaal werker relevant zijn. Vervolgens worden de beroep specifieke competenties beschreven.
DOCUMENT
Hoofdstuk over competenties en leiderschap in het boek Hospitality experience (Nederlandse editie, 1e druk)
DOCUMENT
Zelfregie, participatie en sociale samenhang zijn kernbegrippen in de uitvoering van de Wmo. Sociale professionals staan daarom voor een pittige opgave; van hen worden andere vaardigheden gevraagd. Deze uitgave beschrijft een set van tien competenties waar de nadruk op ligt in het werk. Een veldonderzoek in acht gemeenten en 87 initiatieven om sociaal werkers opnieuw te profileren, hebben geleid tot de totstandkoming van deze competenties. Deze competenties zijn opgesteld in nauwe samenwerking met brancheorganisaties, vakbonden, beroepsverenigingen en beroepsonderwijs.
DOCUMENT
De vraag is of onderwijsinstellingen voorzien in leeromgevingen die verlangde competenties voor digitalisering versterken. Meerdere auteurs menen dat dit niet het geval is. Anders dan bij sectoren die eerder grensverleggende ICT-innovaties ondergingen, is het grootste deel van de processen in en rond leeromgevingen in het onderwijs, marginaal en niet fundamenteel door en voor de ICT-revolutie veranderd. Dat staat op gespannen voet met intensiteit en belang van ICT-gebruik in de samenleving, zoals bij jongeren. De dissertatie wil een bijdrage leveren aan het overbruggen van de kloof en een grotere verantwoordelijkheid van het onderwijs bereiken voor digitale competenties. Het onderzoek beperkt zich tot het hbo. De eerste twee hoofdstukken van de dissertatie bestaan uit literatuurverkenningen over de betekenis van ICT en digitale competenties. Voor het empirische deel werden leertheoretische uitgangspunten geformuleerd in vier categorieën: inhoud, drijfveren, interactie en omgeving. De onderzoeksopzet voorzag in een verkennende en een verdiepende studie bij de opleiding Small Business & Retail Management van Hogeschool Zuyd. De verkennende studie geeft een beeld van de opleiding vanuit drie perspectieven: 1) formuleringen in beleid en formeel beschreven, 2) percepties van docenten, management, beleidsmakers en instanties en 3) ervaringen van studenten. De verdiepende studie leidde tot 49 bevindingen. Deze resulteerden in 12 ontwerpprincipes voor leeromgevingen die betrekking hebben op besturende, primaire en ondersteunende processen. De principes kunnen vorm geven aan leeromgevingen die digitale competenties van hbo-studenten voor een gedigitaliseerde samenleving versterken. Zij kunnen er tevens aan bijdragen slagvaardigheid met ICT te vergroten.
MULTIFILE