Uit de Vijfde Landelijke Groeistudie is gebleken dat jonge kinderen nog steeds dikker worden (Schönbeck et al., 2011; Van Dommelen, Schönbeck, Van Buuren, & HiraSing, 2014). Overgewicht en obesitas nemen inmiddels schrikbarende waarden aan. Minder eten en meer bewegen zijn de simpele remedies, maar gedragsverandering is moeilijk te bewerkstellingen. Dit door KIEM gelden van NWO gefinancierde voorstel behelst een inventarisatie van de mogelijkheden om met een geïnstrumenteerd vest waarmee de veranderende lichaamsdimensies van de scholier eenvoudig te bepalen tijdens de lessen lichamelijke oefening. De docent krijgt op deze manier goede informatie over de puberteitstoestand van de scholier en kan op basis hiervan in het kader van het Athletic Skills Model (ASM: Wormhoudt, Teunissen,& Savelsbergh, 2012) de oefenstof optimaal afstemmen op de scholier. Het ASM is een talentontwikkelingsmodel voor zowel de breedte- als de topsport. Het ASM heeft als speerpunt het ontwikkelen van het atletisch vermogen met aandacht voor welzijn, gezondheid en prestaties. Het kent een holistische visie over bewegen, onderbouwd door praktische- en wetenschappelijke kennis. Bewegen wordt gezien als basis voor een betere gezondheid en daarmee als basis voor een betere sportieve prestatie. Gezondheidsaspecten vinden we terug bij hedendaagse lifestyle problematiek als obesitas, diabetes maar ook blessures. Blessures doordat de huidige generatie kinderen minder basisvaardigheden ontwikkelt, veroorzaakt door meerdere factoren. Voor de prestatieve kanten binnen de talentontwikkeling is het natuurlijk ook van belang dat de kansen op blessures verkleinen. Voor de specifieke groeispurt fase van jongens en meisjes heeft het ASM in zijn programma’s veel aandacht. Het te ontwikkelen vest c.q. meetinstrument zal het inzetten als het verloop van de groeispurt op een eenvoudige en frequente manier kunnen meten (wekelijks) waardoor doormiddel van ASM programma’s de kans op blessures en overtraining voorkomen kunnen gaan worden.
DOCUMENT
Five methods were compared to determine the best technique for accurate identification of coagulase-negative staphylococci (CoNS) (n=142 strains). MALDI-TOF MS showed the best results for rapid and accurate CoNS differentiation (correct identity in 99.3%). An alternative to this approach could be Vitek2 combined with partial tuf gene sequencing.
DOCUMENT
The Athletic Skills Model offers an alternative to dominant talent development theories in the form of holistic broad-based movement education, focusing on health and wellbeing. It places the emphasis on ‘physical intelligence’ – including attributes such as agility, flexibility and stability – through adaptable and varied training programmes, creating a skilled athlete before introducing sport specialization.The book sets out the scientific underpinnings of the ASM before going on to offer practical guidance on the content of the programme, how to adapt and vary the programme, and how to apply the approach to different age groups and sports. The ASM’s application in the youth development programme at AFC Ajax is explored in depth, before a future of talent development with an emphasis on athletic, rather than sport-specific, expertise is imagined.The Athletic Skills Model introduces an important and timely challenge to conventional wisdom in talent development and is a fascinating read for any upper-level student or researcher interested in youth development, skill acquisition, motor learning or sports coaching, and any coaches wanting to refresh their approach to talent development.
DOCUMENT
In de afgelopen jaren hebben De Haagse Hogeschool en de Vrije Universiteit Amsterdam samen onderzoek gedaan naar een motoriektest die praktisch toepasbaar is in de gymles. In dit onderzoek is nauw samengewerkt met LO-docenten en buurtsportcoaches. Het resultaat is de MQ Scan; een wetenschappelijk verantwoorde en praktisch toepasbare motoriektest. In dit artikel wordt het belang van meten van motoriek, de inhoud van de MQ Scan en het onderzoek naar de MQ Scan besproken.
DOCUMENT
Begin 2014 is vanuit het lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving gestart met het project ‘Gymzaal van de Toekomst’, tevens een van de grootste projecten binnen het Onderzoeksplatform Kwaliteit van Leven van De Haagse Hogeschool. De Gymzaal van de Toekomst betreft niet alleen de realisatie van een gymzaal met ‘state of the art’ onderzoeksfaciliteiten op de Sportcampus Zuiderpark, maar het is ook een innovatieve leeromgeving die de verbinding vormt tussen kennis, onderwijs en de praktijk (KOP). Binnen deze omgeving werken studenten samen met docent-onderzoekers, lectoren, eindgebruikers en professionals aan innovaties op het gebied van sport, bewegen en lichamelijke opvoeding. Inmiddels zijn er 8 docent-onderzoekers en meer dan 250 studenten van De Haagse Hogeschool verbonden aan de Gymzaal van de Toekomst. Ook wordt intensief samengewerkt met basisscholen uit de regio Den Haag, de gemeente Den Haag, andere kennispartners als de Vrije Universiteit Amsterdam, TU Delft, TNO en diverse bedrijven.
DOCUMENT
Er zijn steeds meer kinderen die te dik zijn en te weinig bewegen. Ook zijn er steeds meer kinderen met een motorische achterstand. Op allerlei manieren wordt hier aandacht aan besteed. Wat zijn de trends rondom gezondheid? En wat is het belang van de ontwikkeling van motorische vaardigheden en de wijze waarop de motorische ontwikkeling gemonitord kan worden in de lichamelijke opvoeding?
DOCUMENT
The Short-Term Assessment of Risk and Treatability: Adolescent Version (START:AV) is a risk assessment instrument for adolescents that estimates the risk of multiple adverse outcomes. Prior research into its predictive validity is limited to a handful of studies conducted with the START:AV pilot version and often by the instrument’s developers. The present study examines the START:AV’s field validity in a secure youth care sample in the Netherlands. Using a prospective design, we investigated whether the total scores, lifetime history, and the final risk judgments of 106 START:AVs predicted inpatient incidents during a 4-month follow-up. Final risk judgments and lifetime history predicted multiple adverse outcomes, including physical aggression, institutional violations, substance use, self-injury, and victimization. The predictive validity of the total scores was significant only for physical aggression and institutional violations. Hence, the short-term predictive validity of the START:AV for inpatient incidents in a residential youth care setting was partially demonstrated and the START:AV final risk judgments can be used to guide treatment planning and decision-making regarding furlough or discharge in this setting.
DOCUMENT
Het samenwerkingsproject "Procesbeheersing bij Thermisch Spuiten met HVOF (werktitel: Thermisch Spuiten - TS-98) omvatte 4 fasen: I inventarisatie II laboratoriumonderzoek III praktijkonderzoek aan voorbeeldproducten IV economische en technische evaluatie.
DOCUMENT
Deze publicatie geeft gerichte theoretische en praktische informatie ten behoeve van respectievelijk de gebruikers van de diverse machines en gereedschappen welke bij het omvormproces (dieptrekken, kraagtrekken, strekken, alsmede buigen en scheiden) worden gebruikt, geïnteresseerden in de betreffende processen, technische cursussen en opleidingen. De inhoud van deze publicatie behandelt de belangrijkste machines en gereedschappen, alsmede aanvullende informatie welke bij het vormgeven van dunne plaat van belang zijn. In de voorlichtingspublicaties VM 110 "Dieptrekken", VM 113 "Buigen" alsmede VM 114 "Scheiden" vindt u gegevens m.b.t. de diverse omvormprocessen en in VM 111 "Materialen" worden de hierbij gebruikte materialen behandeld. Deze voorlichtingspublicatie is een update van de in 2000 verschenen eerste druk, welke toentertijd is samengesteld door de werkgroep "Dieptrekken van dunne plaat, staal, aluminium". In het kader van een updateproject heeft het NIMR, inmiddels M2i (Materials innovation institute) geheten, geld ter beschikking gesteld om deze publicaties te vernieuwen en aan te passen aan de huidige stand der techniek.
DOCUMENT
In large organizations, innovation activities often take place in separate departments, centers, or studios. These departments aim to produce prototypes of solutions to the problems of operational business owners. However, too often these concepts remain in the prototype stage: they are never implemented and fall into what is popularly termed the Valley of Death. A design approach to innovation is presented as a solution to the problem. However, practice shows that teams that use design nevertheless encounter implementation challenges due to the larger infrastructure of the organization they are part of. This research aims to explore which organizational factors contribute to the Valley of Death during design innovation. An embedded multiple case study at a large heritage airline is applied. Four projects are analyzed to identify implementation challenges. A thematic data analysis reveals organizational design, departmental silos, and dissimilar innovation strategies contribute to the formation of, and encounters with, the Valley of Death. Arising resource-assignment challenges that result from these factors are also identified. Materialization, user-centeredness, and holistic problem framing are identified as design practices that mitigate encounters with the Valley of Death, thus leading to projects being fully realized. https://doi.org/10.1111/dmj.12052 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/christine-de-lille-8039372/
MULTIFILE