Onderzoek naar de Associate Degree programma’s (Ad). Uitgangspunt was de onderzoeksvraag: ‘Hoe zien mogelijke Ad functies eruit in de financieel- zakelijke branche in de Amsterdamse regio en waarin verschillen deze functies van die op MBO en HBO niveau?
DOCUMENT
In deze rapportage wordt verslag gedaan van het onderzoek naar de leerlijnen Nederlandse Gebarentaal & Tolkvaardigheden (in het vervolg: NGT en TV). De leerlijn NGT vormt een belangrijke onderwijskern voor zowel de beide uitstroomvarianten van de bacheloropleiding Leraar/Tolk Nederlandse Gebarentaal als de opleiding Associate Degree Schrijftolk (AD Schrijftolk ). Binnen de leerlijn NGT verwerven studenten de Nederlandse Gebarentaal in receptie en productie op ERK B2-niveau (niveau 4 op een totaal van 6 niveaus), terwijl de schrijftolken bij deze taalniveaus A1+ bereiken. Dit niveau houdt in dat een student van de bacheloropleiding aan het eind van zijn studie vloeiend en spontaan kan reageren, zodat een communicatie mogelijk is met de moedertaalspreker, zonder dat beide partijen zich al te zeer moeten inspannen. De leerlijn TV beslaat eveneens vier jaar en wordt alleen aangeboden binnen de uitstroomvariant Tolk NGT van de bacheloropleiding. De leerlijn TV heeft tot doel om studenten kennis, vaardigheden en houdingsaspecten aan te leren die het uitvoeren van de het beroep tolk NGT mogelijk maken.
DOCUMENT
Since 2000, all Dutch Universities of Professional Education are confronted with three major renewals. The first was the European agreement to implement the Bachelor-Master system in Higher Education. The second was the strong tendence to renew eduction towards Competence Based Education. The third renewal came from the decision of the ministery of Education to contract lectures (lectoren) and research networks (kenniskringen) to improve research competences among students. Basic idea behind the latest renewal was that if students from Universities of Professional Education bring in more knowledge in companies, during and after their study, this will stimulate the innovative power of Dutch small and medium enterprices (SME’s). Educational developers have been very bussy with these renewals. Under the cloak of national assurance guidelines and external panels of inspection many educational developers automatically tended to use the instrumental paradigm for many design contexts. In accordance with the research of Gustafson (1993) and Richey (1993) we raised questions about the relevance of the instrumental paradigm for educational design contexts, because often the means-end thinking of the instrumental approach have seemed to be out of place. This research project by Lappia, De Boer & Van Rennes took place in 2006 at INHOLLAND university of professional education in the western part of The Netherlands with four pilots at School of Technology, Social Work, Education and Economics. The researchers started from the assumption that improving competence-based internships could not been based on an instrumental paradigma, because of the lack of absolute standards and the need to support deliberation among stakeholders. The Design Science Approach of Van Aken (2004) and Andriessen (2004) was been used to reveal field-tested and grounded technological rules as design specifications for improvement tools. Beside that the research project used the communicative paradigm (Visscher-Voerman & Gustafson, 2004) to reach consensus among the practitioners, who accompanion students during their internships in organisations in order to achieve a growth of competences in the choosen working field. Participants in the research project were employees of the School of Education, The School of Technology and the School of Economics, the department of Education, Quality, Research and development (OKR). Conditions for participating in the project were that the Schools recognized the problems with implementing Competence Based Internship and the School had to set the employees whe participated in the project free for half a day during the project. The Schools as stakeholders in the project were primary interested in solution of their practical problem (practical stream). The department of Education, Quality, Research and development was interested in solution of the pratical problem for dissemination reasons, but would also learn new strategies for implementation (knowledge stream). Therefore was choosen to follow the Design Science Research Approach.
DOCUMENT
De nieuwe jeugdwet (2014) en de wet op passend onderwijs (2012) hebben als doel kinderen zoveel mogelijk in hun eigen leeromgeving laten opgroeien, waarbij het onderwijs en de jeugdhulp rondom het kind en het gezin worden georganiseerd (Coalitie passend onderwijs - jeugdhulp - zorg, 2018). Als gevolg hiervan wordt van professionals in het domein ‘kind en educatie’ (onderwijs, kinderopvang, sociaal werk, jeugdzorg, buurtwerk, sociaal werk en gemeente) steeds meer verwacht dat ze samenwerken met professionals uit verschillende sectoren om de zorg rondom het kind zo optimaal mogelijk te organiseren (interprofessioneel samenwerken). Van lerarenopleiders wordt verwacht dat zij studenten voorbereiden op het interprofessioneel samenwerken in de praktijk. Hiervoor is goed inzicht in deze complexe beroepstaak essentieel. In recente literatuur wordt de noodzaak van interprofessioneel samenwerken steeds benadrukt (Peeters, 2018; Slot & Leseman, 2019), echter een eenduidig beeld van wat goed interprofessioneel samenwerken inhoudt ontbreekt nog, evenals de complexiteitsfactoren die een rol spelen in het werkveld. In het postdoconderzoek wordt door cognitieve taakanalyse (CTA) inzichtelijk gemaakt welke kennis, vaardigheden en attitudes onderwijsprofessionals nodig hebben voor interprofessionele samenwerking. Door middel van interviews, observaties en expertmeetings met onderwijsprofessionals in tien goede praktijkvoorbeelden, wordt een vaardighedenhiërarchie ontwikkeld: een overzicht van alle vaardigheden en hun onderlinge relaties. Daarnaast worden complexiteitsfactoren in kaart gebracht. Deze inzichten worden gebruikt om onderwijsmodules te ontwikkelen voor opleidingen binnen KPZ. Uitgangspunt is het vier-componenten instructiemodel dat uitgaat van een hele-taak-benadering (Van Merriënboer & Kirschner, 2018). Dit model is uitermate geschikt voor het aanleren van complexe beroepstaken waarbij kennis, vaardigheden en attitudes geïntegreerd zijn. Studenten leren in authentieke leertaken (ontleend uit de CTA) oplopend in complexiteit interprofessioneel samen te werken. Naast het ondersteunen van studenten, draagt dit onderzoek bij aan professionalisering van lerarenopleiders en geeft het inzicht aan het werkveld in de volle breedte van interprofessioneel samenwerken.
Hogeschool Utrecht zet hoog in op praktische, tweejarige Associate degree-opleidingen. Maar hoe ontwerp je een goede Ad-opleiding? Het lectoraat Beroepsonderwijs werkt samen met Instituut voor Associate degrees (IAD) aan ontwerpkennis over leeromgevingen op niveau 5.Doel Er is weinig onderzoek gedaan naar Associate degree-onderwijs (Ad-onderwijs) in het hbo. Dit zijn praktische, tweejarige opleidingen op niveau 5. Om ontwikkelaars van nieuwe Ad-opleidingen te ondersteunen, werken we aan ontwerpkennis. We willen een bijdrage leveren aan toekomstbestendig hbo-onderwijs, waarin de samenwerking tussen opleiding en het regionale werkveld centraal staat. Resultaten In dit project ontwikkelen we samen met het Instituut voor Associate Degrees ontwerpkennis over leeromgevingen op niveau 5. We werken aan de volgende resultaten: Een theoretische onderbouwing voor leeromgevingen op niveau 5 (Ad); Een globale inventarisatie van de didactiek van Ad-onderwijs in Nederland; Een instrument dat door ontwikkelaars van Ad-opleidingen wordt ingezet om het ontwerp van leeromgevingen op niveau 5 te optimaliseren. Looptijd 01 november 2018 - 01 augustus 2021 Aanpak Er is samengewerkt aan een theoretische onderbouwing en een overzicht van didactische aanpakken van andere Ad-opleidingen in Nederland. Een ontwerpspiegel wordt gebruikt om Ad-opleidingen vorm te geven en verder te optimaliseren. Meer lezen Lees meer over de theoretische onderbouwing: Is het Associate degree-onderwijs klaar voor de toekomst?; Lees meer over het gebruik van de ontwerpspiegel: De ontwerpspiegel: instrument voor reflectie ontwerp Ad-leeromgevingen; Bekijk het antwoord van de NRO Kennisrotonde op de vraag Welke kenmerken van de leeromgeving en welke aanpakken in een associate degree-opleiding bevorderen studiesucces van studenten afkomstig uit het mbo?; Luister de podcast over de ambities van de Hogeschool Utrecht bij het Instituut voor Associate degrees in samenwerking met het Kenniscentrum Leren en Innoveren.