The American company Amazon has made headlines several times for monitoring its workers in warehouses across Europe and beyond.1 What is new is that a national data protection authority has recently issued a substantial fine of €32 million to the e-commerce giant for breaching several provisions of the General Data Protection Regulation (gdpr) with its surveillance practices. On 27 December 2023, the Commission nationale de l’informatique et des libertés (cnil)—the French Data Protection Authority—determined that Amazon France Logistique infringed on, among others, Articles 6(1)(f) (principle of lawfulness) and 5(1)(c) (data minimization) gdpr by processing some of workers’ data collected by handheld scanner in the distribution centers of Lauwin-Planque and Montélimar.2 Scanners enable employees to perform direct tasks such as picking and scanning items while continuously collecting data on quality of work, productivity, and periods of inactivity.3 According to the company, this data processing is necessary for various purposes, including quality and safety in warehouse management, employee coaching and performance evaluation, and work planning.4 The cnil’s decision centers on data protection law, but its implications reach far beyond into workers’ fundamental right to health and safety at work. As noted in legal literature and policy documents, digital surveillance practices can have a significant impact on workers’ mental health and overall well-being.5 This commentary examines the cnil’s decision through the lens of European occupational health and safety (EU ohs). Its scope is limited to how the French authority has interpreted the data protection principle of lawfulness taking into account the impact of some of Amazon’s monitoring practices on workers’ fundamental right to health and safety.
MULTIFILE
The carbon sink capacity of tropical forests is substantially affected by tree mortality. However, the main drivers of tropical tree death remain largely unknown. Here we present a pan-Amazonian assessment of how and why trees die, analysing over 120,000 trees representing > 3800 species from 189 long-term RAINFOR forest plots. While tree mortality rates vary greatly Amazon-wide, on average trees are as likely to die standing as they are broken or uprooted—modes of death with different ecological consequences. Species-level growth rate is the single most important predictor of tree death in Amazonia, with faster growing species being at higher risk. Within species, however, the slowest-growing trees are at greatest risk while the effect of tree size varies across the basin. In the driest Amazonian region species-level bioclimatic distributional patterns also predict the risk of death, suggesting that these forests are experiencing climatic conditions beyond their adaptative limits.These results provide not only a holistic pan-Amazonian picture of tree death but largescale evidence for the overarching importance of the growth–survival trade-off in driving tropical tree mortality.
MULTIFILE
Voedsel en voeding gaan ons letterlijk en figuurlijk aan het hart. De Nederlandse consument eet volgens het Wereld Natuur Fonds jaarlijks bijna 20m2 Amazone-oerwoud weg en is daarmee de grootste Amazoneveelvraat van Europa. We staan voor een even complexe als noodzakelijke opgave: het realiseren van een duurzaam voedselsysteem dat geen beslag legt op waardevol land, bodem, water, fossiele energie en andere grondstoffen. Het huidige voedselsysteem is grootschalig, globaal georiënteerd en leidt tot vele onverwachte en ongewenste neveneffecten. Nieuwe oplossingen voor duurzame circulaire voedselvoorziening zijn daarom gewenst. Een mogelijke oplossingsrichting is het verkorten en lokaal maken van ‘voedselvoortbrengingsketens’ door participatie van producent en consument in een co-creatieproces. Het gezamenlijk ontwikkelen van iconische voorbeelden inspireert producenten en consumenten andere ontwikkelingspaden te overwegen. Lokale grassroot-initiatieven zijn voorbeelden van kleinschalige bottom-up ontwikkelingen die, indien succesvol, als goodpractice op grotere schaal uitgerold kunnen worden. Dit project heeft tot doel met een aantal lokale grassroot-initiatieven nieuwe korte lokale ketens te ontwikkelen en te optimaliseren die als “goodpractice”-voorbeeld kunnen dienen. Creativiteit van ondernemers, burgers en consumenten met verschillende culturele inspiratie wordt benut voor het realiseren van nieuwe lokale korte voedselketens met de tuinbouwkas als uitgangspunt. Het project ontwikkelt in co-creatie twee nieuwe productconcepten in een multiculturele setting en realiseert deze concepten in de kas van de historische tuinbouwschool Frederiksoord in Drenthe.
Voedsel en voeding gaan ons letterlijk en figuurlijk aan het hart. De Nederlandse consument eet volgens het Wereld Natuur Fonds jaarlijks bijna 20m2 Amazone-oerwoud weg en is daarmee de grootste Amazoneveelvraat van Europa. We staan voor een even complexe als noodzakelijke opgave: het realiseren van een duurzaam voedselsysteem dat geen beslag legt op waardevol land, bodem, water, fossiele energie en andere grondstoffen. Het huidige voedselsysteem is grootschalig, globaal georiënteerd en leidt tot vele onverwachte en ongewenste neveneffecten. Nieuwe oplossingen voor duurzame circulaire voedselvoorziening zijn daarom gewenst. Een mogelijke oplossingsrichting is het verkorten en lokaal maken van ‘voedselvoortbrengingsketens’ door participatie van producent en consument in een co-creatieproces. Het gezamenlijk ontwikkelen van iconische voorbeelden inspireert producenten en consumenten andere ontwikkelingspaden te overwegen. Lokale grassroot-initiatieven zijn voorbeelden van kleinschalige bottom-up ontwikkelingen die, indien succesvol, als goodpractice op grotere schaal uitgerold kunnen worden. Dit project heeft tot doel met een aantal lokale grassroot-initiatieven nieuwe korte lokale ketens te ontwikkelen en te optimaliseren die als “goodpractice”-voorbeeld kunnen dienen. Creativiteit van ondernemers, burgers en consumenten met verschillende culturele inspiratie wordt benut voor het realiseren van nieuwe lokale korte voedselketens met de tuinbouwkas als uitgangspunt. Het project ontwikkelt in co-creatie twee nieuwe productconcepten in een multiculturele setting en realiseert deze concepten in de kas van de historische tuinbouwschool Frederiksoord in Drenthe
Ontbossing vormt wereldwijd een bedreiging voor het klimaat en biodiversiteit. In tropische landen is ontbossing ook een bedreiging voor lokale gemeenschappen die in het bos leven en afhankelijk zijn van de goederen en diensten die het bos hun levert. De jaarlijkse ontbossing in tropische bosgebieden is weliswaar de afgelopen jaren wat afgenomen maar in het (Braziliaanse) Amazone gebied is de afgelopen 5 jaar de ontbossing juist weer toegenomen. Het doel van dit project is om nieuwe kennis te generen en die toe te passen bij het duurzaam gebruik van het bos in Suriname, hetgeen als voorbeeld kan dienen voor aangrenzende landen die deel uitmaken van het Amazone gebied. Daarnaast zal er onderzocht worden hoe het bosbestuur verbeterd kan worden, en zullen nieuwe methoden ontwikkeld worden om de duurzaamheid van activiteiten in het bos te kunnen monitoren. De doorwerking naar de praktijk gebeurt in nauwe samenwerking met verschillende (private) partijen waarbij concrete verdien-modellen voor het gebruik van goederen en diensten uit het bos ontwikkeld worden. Via een op te zetten Living Lab Duurzaam Bosgebruik worden professionals uitgenodigd om door middel van trainingen, workshops en andere bijeenkomsten de kennis in de beroepspraktijk toe te passen. Het project draagt bij aan de actualisering van het onderwijs door deze nieuwe kennis te gebruiken in de curricula van zowel Surinaamse als Nederlandse beroepsopleidingen op het gebied van duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Door deze aanpak wordt het handelingsperspectief van zowel lokale gemeenschappen als commerciële bedrijven vergroot zodat zij beter in staat zijn duurzamere verdienmodellen te creëren gebaseerd op het gebruik van producten en diensten uit het Surinaamse bos.