Amsterdam Zuidoost vormt geen eenheid. Het spoor splijt het gebied in delen die ogenschijnlijk een eigen leven leiden. Aan de ene kant woonwijken en winkelcentra en aan de andere kant entertainment, retail, kantoren en het AMC. In discussies over de toekomst van Amsterdam Zuidoost wordt vaak gewezen op mogelijke synergie tussen beide kanten van het spoor. Het Lectoraat Kenniseconomie van Amsterdam, verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam (domein Economie en Management / HES, gevestigd in Zuidoost) wil met dit onderzoek een bijdrage leveren aan de discussie hoe en in hoeverre beide gebieden met elkaar samenhangen, hoe ze van elkaar profiteren en in hoeverre inspanningen nodig zijn om het wederzijds profijt te vergroten.
Amsterdam als laboratorium. Dat is wat de drie fieldlabs van de Hogeschool van Amsterdam en vele partners beogen. Laaggeletterdheid, schulden, leerachterstanden of extreme wateroverlast: de stad zit vol taaie vraagstukken die om nieuwe aanpakken vragen. Co-creatie en participatie van bewoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen zijn het uitgangspunt.
Amsterdam as a lab. That is what Amsterdam University of Applied Sciences' three fieldlabs and its many partners have in mind. Functional illiteracy, debts, learning deficiencies or problems caused by extreme precipitation: the city contains plenty of tough issues, demanding novel approaches in which co-creation and participation by residents, social organizations and knowledge institutions are basic principles.In the fieldlabs, people try to change current practices by working with, instead of for or on behalf of those whom it concerns. But how to achieve effective learning environments between parties? How to encourage stakeholder participation in complex issues? And how to build new relations and roles?
Leraarschap van vandaag is veelzijdig en veelvormig. Expeditie Lerarenagenda onderzoekt hoe leraren, teams, scholen, opleidingen en beleid navigeren naar het toekomstig leraarschap van morgen. Adaptief vermogen staat in het onderzoek centraal. Ga mee op expeditie en ontdek hoe het adaptief vermogen van onderwijspersoneel, scholen, opleidingen en beleid versterkt kan worden.Doel De opdracht aan het team is onderzoek te doen naar de professionele kwaliteit van de leraar van vandaag en morgen. We zien leraarschap als een systeem van individuen en organisaties waarbij we de zeven thema’s van de Lerarenagenda 2013-2020 van de overheid (www.delerarenagenda.nl) met elkaar verbinden. Ons onderzoek is innovatief, doorkruist grenzen en zoekt onverwachte verbanden. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 april 2020 - 01 april 2024 Aanpak We bestuderen adaptief vermogen in de context van drie actuele vraagstukken: Jaar 1: Veranderend beroepsbeeld Jaar 2: Curriculumontwikkeling Jaar 3: Groeiende kansongelijkheid We werken met zeven bouwstenen die zijn gericht op het krijgen van overzicht (wat gebeurt er al?), inzicht (hoe en wat werkt?) en vooruitzicht (werkt het overal?). Elke bouwsteen kijkt op een eigen manier naar het vraagstuk. Samenwerking met kennispartners Het expeditieteam bestaat uit: Ditte Lockhorst, senior projectleider bij Oberon Patricia Brouwer, hogeschoolhoofddocent aan de Hogeschool Utrecht Monika Louws, universitair docent aan de Universiteit Utrecht Marieke van der Pers, postdoctoraal onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen en Wageningen Universiteit Bregje de Vries, lerarenopleider en onderzoeker bij de Vrije Universiteit Amsterdam Wouter Schenke, senior onderzoeker bij het Kohnstamm Instituut Amber Walraven, universitair docent aan de universitaire lerarenopleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen Links Website Expeditie Lerarenagenda Website TeacherTappNL
ArenA vervangt alle stadionstoelen. Het stadion heeft de HvA gevraagd om te onderzoeken hoe dit op een duurzame manier kan. Samen met ontwerpers, aangesloten bij Amsterdam Made, onderzoekt de HvA de mogelijkheid om de oude stoel te hergebruiken voor nieuwe producten, om zo de levensduur van de stoel te verlengen en zoveel mogelijk waarde te behouden. Hierbij worden de stoelen gebruikt als basisonderdelen voor nieuwe producten. De onderzoeksvraag die we met dit project willen beantwoorden is: Hoe kan de waarde van een afvalproduct/restmateriaal zo goed mogelijk behouden worden in een nieuw design aan de hand van de herkenbaarheid van de oorsprong en circulaire designprincipes. De HvA wil enerzijds de ontwerpers van Amsterdam Made informeren over en ondersteunen bij circulair ontwerpen en anderzijds, via een survey, met de nieuwe ontwerpen onderzoeken of de emotionele waarde en circulaire waarde van deze ontwerpen zichtbaar zijn en ook toegevoegde waarde hebben voor consumenten.
Hoe kan de verblijfskwaliteit en veiligheidsperceptie van de publieke ruimte versterkt worden door de toepassing van “interactieve objecten”? (objecten die met beeld, licht, geluid en sensoren real time reageren op de gebruikers en de ruimte daarop afstemmen). De ontwikkeling van deze zogenaamde responsieve ruimte staat nog in de kinderschoenen maar is beloftevol vanwege de meerwaarde voor de leefbaarheid en het onderscheidend vermogen van de plek en de bedrijven. In Co-ReUs worden drie verschillende mkb groepen samengebracht: stedenbouwbureaus, creatieve conceptontwikkelaars en lokale ondernemers. We gebruiken de ArenA-Boulevard als proeftuin: een als ongezellig ervaren ruimte (lage verblijfskwaliteit en slechte veiligheidsperceptie). De mkb-ers lossen hiermee hun eigen praktijkproblemen op: Stedenbouwbureaus houden zich bezig met het ontwerp van de publieke ruimte. Zij merken dat hun instrumentarium (herontwerp, herbestrating etc.) te kapitaalintensief en te weinig flexibel is om de verblijfskwaliteit en veiligheidsperceptie op dit soort plekken op te lossen. De bureaus hebben behoefte aan een lichter, gerichter en responsiever instrumentarium. Ze hebben echter beperkte (technologische) kennis hoe interactieve objecten precies een bijdrage kunnen leveren. Creatieve conceptontwikkelaars hebben een ander probleem: zij hebben wél de beschikking over interactieve objecten (geluid, beeld, licht, sensoren) maar die zijn vooral kunstzinnig en evenementiëel. De objecten zijn stuk voor stuk niet ontwikkeld vanuit een stedenbouwkundige opgave waardoor ze hiervoor geen panklare oplossing vormen. Lokale mkb-ers hebben ook een probleem: zij weten niet goed hoe zij op een gecoördineerde manier invloed kunnen uitoefenen op de activering van de publieke ruimte. Project Co-ReUs: 1) analyseert hoe de ruimte wordt gebruikt (nulmeting en Programma van Eisen voor de inzet van interactieve objecten; 2) ontwikkelt ruimtelijk-interactieve interventies in co-creatie met de drie mkb groepen. 3) deze worden op het plein geplaatst en nametingen brengen de effecten in beeld. Het resultaat is een actiegerichte Handleiding met Roadmap voor de ontwikkeling van responsieve publieke ruimtes.