Het project heeft sinds de tussenrapportage een succesvol verloop gekend met een verlenging tot eind oktober om enkele resultaten sterker neer te kunnen zetten. De ontwikkeling van twee MediaLab projecten heeft sterkere partnerbetrokkenheid gegenereerd en tot mooie prototypes geleid. Aanvullend zijn twee succesvolle hackatons georganiseerd met partners en studenten. Ook deze uitkomsten zijn veel belovend en worden deels doorontwikkeld door de partners zoals Johan Cruijff ArenA en Ex Machina. Op onderzoeksgebied is verder ingezet op het genereren van onderzoeksdata op de International Broadcast Convention. Er is een grote slag gemaakt in het doorvertalen van verschillende onderzoeksinzichten naar toegepaste en bruikbare deliverables in de vorm van workshop materialen.
Verbinding met werkveld, onderwijs en doorvertaling naar grotere samenwerkingen (oa Fieldlab SAX) is goed gelukt.
Obstakels waar we na de tussenrapportage tegen aan zijn gelopen hebben te maken met personele bezetting, zoals het vertrek van twee lectoren bij partner hogeschool Utrecht. Dit is echter goed opgevangen door de betrokken onderzoekers.
De Nederlandse media-industrie merkt elke dag hoe groot de impact is van het voortschrijdende proces van digitalisering en dataficering. De transitie van analoge (broadcast) naar digitale (Over-The-Top) netwerken zorgt er niet alleen voor dat mensen inmiddels televisie kunnen kijken op ieder gewenst moment met het apparaat dat ze uitkomt, het maakt tevens echte interactie mogelijk met de kijker. Bij die interactie wordt allerhande data over de gebruiker verzameld. De kansen om hiermee nieuwe diensten te ontwikkelen blijven echter veelal onbenut. Vooral voor interactieve mediabedrijven ligt hier een kans omdat het hun apps zijn die grote hoeveelheden gebruikersdata verzamelen. Interactieve mediabedrijven hebben echter momenteel een kennishiaat om de gebruikersdata uit hun apps zodanig te analyseren dat nieuwe inzichten ontstaan waarop bestaande diensten (continu) verbeterd kunnen worden, nieuwe diensten voor hun klanten kunnen worden ontwikkeld én zij zelf diensten kunnen gaan vermarkten vanuit een zelfstandige positie. De praktijkvraag van interactieve mediabedrijven is tijdens verschillende vraagarticulatiebijeenkomsten als volgt verwoord: Hoe kunnen wij als interactieve mediabedrijven beter inzicht krijgen in de waarde van de gebruikersdata en hoe kunnen we op basis hiervan nieuwe business modellen ontwikkelen om zelfstandig te kunnen opereren?
Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Utrecht gaan samenwerken aan deze praktijkvraag in zes experimenten. In de experimenten zullen A/B testen worden uitgevoerd waarbij een bestaande app (versie A) zal worden vergeleken met een aangepaste versie van de app (versie B). De aanpassingen zullen plaatsvinden op basis van de geanalyseerde mogelijkheden die de geanonimiseerde gebruikersdata biedt in combinatie met geëxpliciteerde gebruikerswensen van de doelgroepen. Het effect zal worden gemeten op aspecten zoals gebruikerservaring, user engagement, koopintentie en waardering. Naast de zes aangepaste apps levert de cumulatieve kennis die wordt opgebouwd in de experimenten een stappenplan op die gebruikersdata tot een centraal onderdeel zal maken van het eigen business model van interactieve mediabedrijven, én een platform voor uitwisseling van metadata, data-uitwisselings en data-analyse logica.