Dit rapport doet verslag van de laatste fases van het onderzoek dat het lectoraat Armoede Interventies uitvoerde naar de financiele zelfredzaamheid van bewoners in Amsterdam Nieuw-West. In hoeverre kunnen we de bewoners financieel zelfredzaam noemen? Waar is verbetering mogelijk en welke rol spelen lokale organisaties daarbij?
DOCUMENT
Toe-eigening versterkt de leefbaarheid van de buurt. De woonstraten van Amsterdam Nieuw-West bieden door de open verkavelingsstructuren en dichte plinten minder vanzelfsprekende aanknopingspunten voor toe-eigening. Op basis van ons tweejarig empirisch veldonderzoek staat in MIJN STRAAT de rijkdom aan ontwerpoplossingen die in Nieuw-West besloten liggen, centraal. Hiermee beogen we bij te dragen aan het debat over de stedelijke vernieuwing en de opgave van de woonstraat in Nieuw-West. Juist op dit schaalniveau wordt dagelijks de sociale stad gemaakt.Het boek is een handboek met ontwerpoplossingen op de schaalniveaus van het bouwblok, de straat en de subtiele overgangszones tussen het private en publiek domein. De beelden zijn ook inzetbaar voor de workshopmethode van MIJN STRAAT waarin bewoners als buurtexperts bij de planvorming betrokken worden. We hopen dat in de hedendaagse nieuwe ronde van stedelijke vernieuwing de woonstraat de aandacht krijgt die het verdient. En dat in de planvorming gebruik wordt gemaakt van de rijke reeks van beproefde en gerijpte ontwerpoplossingen die dikwijls al om de hoek van het plangebied te vinden zijn.
DOCUMENT
Deze publicatie is de eerste in een reeks van het project 'Collectief aan de slag met participatie' van het fieldlab Nieuw-West, een onderdeel van het speerpunt Urban Management van de Hogeschool van Amsterdam.
DOCUMENT
Het verslag van een onderzoek naar de versterking van de inhoudelijke kwaliteit van zorgbreedteoverleggen op vier basisscholen in stadsdeel Amsterdam Nieuw West. Een zorgbreedteoverleg is een interdisciplinair overleg over leerlingen die extra zorg en aandacht nodig hebben. Elders wordt ook wel het begrip zorgadviesteam gebruikt (zie bijvoorbeeld website van de Rijksoverheid). Als voorbereiding op het onderzoek heb ik een gespreksprotocol ontwikkeld dat deelnemers aan het zorgbreedteoverleg stimuleert om hun beroepsspecifieke kennis en ervaringskennis met elkaar te delen, zodat ze meer diepgang gaan geven aan probleemanalyse en aanpak van de situatie van de leerling. Een inhoudelijk gespreksleider heeft in dit proces de taak de structuur van het gesprek te bewaken en deelnemers uit te nodigen hun standpunten in te brengen en te onderbouwen. Dit ter vergroting van de inhoudelijke kwaliteit van het overleg. Aandachtspunt hierbij is de verbinding tussen werken en leren, in andere woorden het benutten van de werksituatie - in dit geval van een interdisciplinair team - als leersituatie. Centrale vraag in het onderzoek is wat dit gespreksprotocol bijdraagt aan het versterken van de inhoudelijke kwaliteit van het zorgbreedteoverleg op de vier basisscholen. Anders geformuleerd luidt de vraag: werkt het gespreksprotocol en wat zijn de effecten voor de inhoudelijke kwaliteit van het overleg?
DOCUMENT
De decentralisaties en hervormingen in het sociaal domein beogen een andere insteek van de ondersteuning van mensen. De meeste zorg en welzijn vindt meer plaats in de eigen kring van de bewoner, door mantelzorgers en vrijwilligers uit het netwerk van deze bewoner. Als dat niet meer gaat en te ingewikkeld wordt, is er kennis en kunde van beroepskrachten nodig. Vaak gaat het een en het ander in elkaar over, of spelen naast elkaar. Dan is het belangrijk dat er een goede samenwerking is en vertrouwen is, in elkaar en in de overtuiging dat samen goede oplossingen gevonden kunnen worden.
DOCUMENT
Dit rapport gaat over hoe formele en informele politieke participatie van adolescenten en jongvolwassenen (16-27 jaar) in Amsterdam Noord, Nieuw-West en Zuidoost zich verhouden tot participatieve ongelijkheid in de stad. We stellen ons in dit rapport de vraag welke rol lokale (zelf)organisaties, bewonersinitiatieven en jongerenplatforms kunnen spelen in het bestrijden van participatieve ongelijkheid. Om de vraag te kunnen beantwoorden in hoeverre praktijken van politieke participatie ook daadwerkelijk leiden tot meer invloed van jongeren op politieke besluitvorming maken we gebruik van het concept ‘linking sociaal kapitaal’. We hebben ons specifiek gericht op groepen jongeren tussen de zestien en zevenentwintig jaar voor wie de opkomstcijfers laag zijn. Welke ervaringen hebben zij met participatie en hoe verhouden hun ervaringen zich tot de ervaringen en verwachtingen van politici, bestuurders en beleidsmakers? Wie speelt een rol in het verbinden van jongeren aan overheidsinstellingen en hoe gaan deze sleutelfiguren te werk? Hoe verlopen ontmoetingen tussen jongeren en representanten van de overheid, en in hoeverre lukt het initiatieven die (in)formele participatie van jongeren willen versterken om hun invloed te vergroten? Dit onderzoek is tot stand gekomen met behulp van financiering door Het Kenniscentrum Ongelijkheid. Onderzoekers: Sietske Zweegman, Femke Kaulingfreks, Floris Vermeulen, Sharifah Redan, Zulia Rosalina, Elena Ponzoni, met medewerking van Charissa Leiwakabessy, Reyhan Bencan en Malisa Agyeiwaa
DOCUMENT
Laaggeletterdheid is een erkend maatschappelijk probleem en staat de laatste jaren nadrukkelijk op de politiek-bestuurlijke agenda. De cijfers over laaggeletterdheid zijn verontrustend. Volgens het onderzoek van de OESO geldt landelijk 12% procent van de beroepsbevolking als laaggeletterd, voor Amsterdam was al bekend dat 16% behoort tot die categorie (Buisman en Houtkoop, 2014). Uit eerder veldonderzoek van het lectoraat Management van Cultuurverandering komen veel hogere uitkomsten naar voren dan de cijfers die al bekend waren: 27% van de beroepsbevolking in Amsterdam Nieuw-West is hoogstwaarschijnlijk onvoldoende leesvaardig. De hoogste percentages zijn te vinden in Slotermeer Noordoost (41%) en Slotermeer Zuidwest en Geuzenveld (allebei 37%) (Achbab, Fukkink, Straathof & Faddegon, 2015). Leesvaardigheid is een noodzakelijke voorwaarde voor geletterdheid. Dat betekent dus dat het probleem van laaggeletterdheid in een aantal delen van Amsterdam mogelijk groter is dan men denkt. Dat geldt waarschijnlijk ook voor Amsterdam Zuidoost. Veel van die problematiek is verborgen laaggeletterdheid waardoor de populatie moeilijk te bereiken is.
DOCUMENT
Bij Vroeg Eropaf zoekt de gemeente contact met inwoners over wie een betaalachterstand is gemeld om hulp aan te bieden. Onderzoekers van Bureau Bartels, Verwey-Jonker Instituut, Centraal Bureau voor de Statistiek en Hogeschool Utrecht hebben samen met de Gemeente Amsterdam de Vroeg Eropaf-aanpak in Amsterdam tegen het licht gehouden: wat werkt? Wat zijn volgens dit onderzoek succesfactoren van de Vroeg Eropaf-aanpak? - Het outreachend werken/proactief benaderen van inwoners met betaalachterstanden. Dus: niet wachten tot inwoners zelf op zoek gaan naar hulp. - Combineren van meerdere vormen van communicatie (‘gecombineerde aanpak’). Dus: benaderen van inwoners via huisbezoek, telefoon, e-mail, WhatsApp, en alle andere manieren die je kunt bedenken. - Duidelijk en eerlijk zijn over mogelijke dienstverlening. Dus: verwachtingsmanagement. - Maken van écht contact. Dus: luisteren naar de inwoner en horen welke vragen, twijfels, angsten of oplossingen de inwoner heeft.
DOCUMENT