In cultuuronderwijs op de basisschool zijn drie fasen van belang: receptie, productie en reflectie. In de receptiefase kan bestaande kunst worden besproken en door leerkracht en kinderen van betekenissen worden voorzien. Die betekenissen kunnen in de productiefase worden verbeeld en in de reflectiefase weer besproken. Maar in de praktijk gebeurt dat niet vaak en er is ook nog niet veel bekend over de invloed van betekenisgeving in de receptiefase op de producties van de kinderen. Volgens de theorie van creativiteit van Vygotsky geeft het kind een eigen betekenis aan de culturele omgeving in een proces van interiorisatie. Vervolgens gaat in het proces van exteriorisatie creativiteit een rol spelen wanneer het kind zelf producties gaat maken. Het doel van dit onderzoek was te achterhalen welke typen vragen van de leerkracht en welke typen beeldende kunst de betekenisgeving bevorderen. In diverse arrangementen stelde de leerkracht verschillende vragen en kregen de kinderen de ruimte om de gegeven betekenissen te verbeelden. Het bleek dat elk type vraag van de leerkracht richtinggevend was en dat vooral vragen naar beeldaspecten, gecombineerd met filosofische vragen, krachtige instrumenten waren om te komen tot een rijkdom aan betekenissen in de gesprekken en in de producties van de kinderen.
DOCUMENT
Hoe kunnen vaktherapeuten samen met het kinderwerk en de bijbehorende nieuwe (regionale) zorgnetwerken, nieuwe interventies ontwikkelen en vormgeven met en voor kwetsbare jongeren in hun eigen leefomgeving, zodat enerzijds ontwikkeling van delinquent gedrag bij kwetsbare jongeren voorkomen wordt en anderzijds ketenzorg ontstaat en terugval van jongeren in delinquent gedrag (her)opname in justitiële jeugdinrichtingen en de gesloten jeugdzorg voorkomen wordt. In dit participerend actiegericht onderzoek was er sprake van een intensieve samenwerking tussen professionals en betrokkenen in de praktijk. Hiertoe werd een Community of Practice (CoP) opgericht bestaande uit Jongerenwerkers, Beeldend therapeut, deelnemende kinderen uit een aandachtswijk in Maastricht. De interventies zijn door deze samenwerking ontwikkeld en voortdurend geëvalueerd, waarbij gebruik werd gemaakt van zogenaamde van kwalitatieve en kwantitatieve methoden en instrumenten bij alle betrokken partijen.
DOCUMENT
Een prikkelende en overrompelende brainstorm waarin het belang van (de) discipline in het beeldend onderwijs vanuit verschillende invalshoeken wordt bekeken en getaxeerd.
DOCUMENT
Hoe kan business onderwijs bijdragen aan een economie die deugt? Dat is de centrale vraag van de onderzoekslijn Reshaping Business Education (RBE) waar lector Jacco van Uden van De Haagse Hogeschool zich druk om maakt. Hierbinnen richt ik me in de periode april 2021-december 2022 op de vraag hoe het business onderwijs een plek kan geven aan ‘omgaan met onzekerheid’. Als kunstenaar weet ik dat onzekerheid ook een creatieve kracht is, die ingezet kan worden in een business context. Onzekerheid als bron van innovatie. In Jacco als lector Change Management heb ik een medestander gevonden voor dit onderwerp.
MULTIFILE
Diversiteit is overal in de samenleving aanwezig, zo ook in de klas en in het werkveld waar studenten voor worden opgeleid. Het is daarom belangrijk dat docenten goed kunnen omgaan met diversiteit en dat het onderwijs de studenten ook de competentie ‘kunnen omgaan met diversiteit’ zou moeten leren. In het onderzoek ‘De kracht van diversiteit’ hebben we onder andere onderzocht in hoeverre studenten en docenten deze competentie al bezitten en wat er nodig is om deze verder te ontwikkelen. Immers, om de kracht van diversiteit ten volste te kunnen benutten is het van belang om in eerste instantie te weten hoe je met diversiteit om kunt gaan. Waar sommige docenten en studenten deze competentie al bezitten, moet deze bij anderen nog verder worden ontwikkeld. In deze handreiking geven we een aantal concrete handvatten om hieraan te werken en laten we zien waar de kracht van diversiteit benut wordt. Deze handvatten zijn deels gebaseerd op het onderzoek dat is gedaan en deels op ervaringen in het onderwijs van de (docent-) onderzoekers die een bijdrage hebben geleverd aan dit onderzoek. Met medewerking van Marette Ebert, Mai Groenevelt, Machteld de Jong, Femke Kaulingfreks en Guido Walraven
DOCUMENT
Introductie in Kunstzone, het vaktijdschrift voor cultuureducatie, op het onderzoeksprogramma Curious Minds - Kunsteducatie.
DOCUMENT
Het onderwijs bij Zuyd Hogeschool heeft gedurende de coronapandemie een geheel ander karakter. In plaats van fysieke bijeenkomsten op locatie was het onderwijs voornamelijk online. Deze volstrekt andere manier van onderwijs geven en volgen levert nieuwe inzichten op die het waard zijn om vast te leggen en verder te onderzoeken. Om die reden is in april 2020 gestart met de voorbereiding van een onderzoek naar wat studenten en docenten als waardevol ervaren in hun online onderwijs en wat zij daarvan zouden willen behouden in hun onderwijs na de coronapandemie. Vanaf juni is de dataverzameling gestart met een brainstormfase van ideeën (in de vorm van statements) waarvoor alle studenten en docenten van Zuyd Hogeschool werden uitgenodigd. Dat leverde een totaal van 547 statements op. Na een check op relevantie en dubbelingen resteerde een set van 84 statements. Na de zomervakantie tot medio november 2020 zijn deze 84 statements nader onderzocht wederom door alle docenten en studenten uit te nodigen, aangevuld met een uitnodiging aan een groep medewerkers die onderwijskundige rollen en taken vervullen binnen Zuyd Hogeschool. Op basis van de analyses met de 84 statements zijn zeven inhoudelijke thema’s geïdentificeerd, te weten 1 Didactiek, 2 Gebruik Technologie, 3 Planning en roostering, 4 Betrokkenheid, 5 Efficiëntie, 6 Interactie en 7 Randvoorwaarden. Al deze thema’s worden door de ondervraagde studenten en docenten belangrijk geacht en realiseerbaar gevonden. Binnen de clustering van de 84 statements in zeven thema’s is vervolgens nagegaan wat meer dan gemiddeld prioriteit verdient. Dat leidde per thema tot één of meerdere prioriteiten die in de vorm van adviezen in het afsluitende hoofdstuk zijn opgenomen. Daarmee geeft het onderzoek richting aan wat voor de verdere doorontwikkeling van het online onderwijs door studenten en docenten relevant wordt gevonden. Daarbij gaat het altijd om online onderwijs als onderdeel van een opleiding in combinatie met face-to-face onderwijs op locatie. Tot slot maakt het onderzoek helder dat online onderwijs een vraagstuk is dat verschillende aspecten omvat. Het gaat niet alleen om onderwijskundige aspecten, het raakt ook aan de technologie, randvoorwaarden en planning en roostering. Voor de verdere ontwikkeling van het online onderwijs is van belang dat de samenhang tussen deze verschillende aspecten in de werkwijze (van ondersteuners) binnen Zuyd nadrukkelijk op de agenda blijft staan.
DOCUMENT
Het romantische beeld van de kunstenaar-bohemien, dat in de 19de eeuw werd geconcipieerd en aan de basis ligt van het autonome kunstenaarschap, heeft de laatste decennia zijn verbeeldingskracht verloren. Onderzoeksrapporten en boeken die ingaan op de beroepspraktijk van beeldend kunstenaars signaleren ‘cross-overs’ (Markusen, Gilmore e.a., 2006) of schetsen een beeld van de kunstenaar als ‘artiste pluriel’ (Bureau, Perrenoud, e.a., 2009). Dat kunstenaars hun artistieke praktijk vaak combineren met andere werkzaamheden zoals doceren of met een baantje in de horeca, is een oud gegeven. Aangezien slechts een kleine groep van zijn of haar beeldende werk kan leven, dienen andere inkomenstenbronnen te worden aangesproken. Wat nieuw zou zijn is echter dat kunstenaars vanaf het postindustriële tijdperk steeds vaker een alternatief beroepsinkomen vinden in de culturele en de creatieve industrie. Van belang is dat ze niet toevallig terecht komen in deze laatste, sterk groeiende bedrijfstak. Ze zouden daar worden aangesproken op hun artistieke en creatieve capaciteiten. De centrale hypothese van dit onderzoek luidt dan ook dat een microsociologisch fenomeen, met name de hybridisering van een beroepspraktijk, in de pas loopt met een macrosociologisch/economisch fenomeen, te weten de opkomst van de cultuur- en creatieve industrie
DOCUMENT
Aan creatief denken wordt buiten het onderwijs steeds meer waarde gehecht. Ook in de school zou hiervoor veel meer ruimte moeten komen. Wat is creativiteit, wat is creatief denken? En hoe kunnen we hieraan in school aandacht besteden. De auteur beschrijft het belang van creatief denken in het basisonderwijs tegen het licht van de veranderende samenleving en geeft daarnaast met voorbeelden aan hoe deze creatief denken in de praktijk vorm kan worden gegeven. Hij maakt hierbij gebruik van de resultaten van onderzoeken die uitgevoerd zijn door studenten van de opleiding leraar basisonderwijs van Hogeschool Inholland naar de mogelijkheden om creatief denken een plaats in het basisonderwijs te geven.
DOCUMENT
In de kunsten wordt altijd geschapen, gecreëerd. Je kan met de kunsten leren je vaststaande gedachten en denkbeelden over je wereld en over jezelf te herzien. Bij muziek maken, toneel spelen, dansen en beeldend werken, ontdek je het spelen met je handen, je stem, je lichaam steeds weer op een nieuwe manier. Je herontdekt jezelf voortdurend en je verwondert je opnieuw over je wereld. Door doen, durven, gaan en maken leer je dat je een creatieve geest bent, ook al was je ervan overtuigd niet creatief te zijn. Creativiteit is geen gave, creativiteit is een keuze, een keuze voor het gaan, het doen, het maken, het toelaten van nieuwe energiestromen tot je zijn, tot je gedachten en tot je handelen. Je bevrijdt jezelf van je beperkingen, van je blokkades en van belemmerende overtuigingen. Veel heb je jezelf opgelegd of heb je je laten aanpraten dankzij het genoten onderwijs. Zeker, het is moeilijk je te ontworstelen aan vertrouwde denkbeelden, maar je bent zelf degene die het besluit neemt om jezelf opnieuw te ontdekken. Door jezelf ruimte te gunnen bij kunstvakken help je jezelf plezier in je leren te krijgen, ga je je eigen wereld vorm geven en vernieuw je jezelf. Levend Leren krijgt een heel natuurlijke plaats in je leven. Vanuit die nieuw verworven vrijheid geef je jezelf de kans te worden wie je bent. Zelfrealisatie is een hoog goed. En het ligt binnen je bereik. Als je wilt en durft, gaat het loslaten en uitgroeien daarna moeiteloos. Door deze ervaring kun je kinderen ook begeleiden en ze zich laten ontwikkelen.
DOCUMENT