De wereld verandert in een razend tempo. Technologische ontwikkelingen hebben een grote impact op mens en maatschappij. Het verandert niet alleen onze manier van werken maar ook onze manier van leven. Steeds meer disciplines hanteren technologie als basis om in een professionele omgeving het werk kwalitatief beter, sneller en effi ciënter uit te voeren. Digitalisering, globalisering en informatisering maakt het mogelijk om plaats- en tijdonafhankelijk te studeren en te werken. Fontys Hogescholen speelt hier op in door tal van initiatieven te ondersteunen die gericht zijn op het volgen van deze en opkomende trends rondom technologische ontwikkelingen en de impact voor het onderwijs. Met het Fontys Objexlab zetten we deze beweging door. Opkomende technologieën zoals 3D printing en Robotica maken we graag toegankelijk voor collega’s. Andere instituten kunnen hiervan gebruik maken zodat zij hun onderwijs nog aantrekkelijker en actueler kunnen maken. In het najaar van 2014 zijn we gestart met het samenbrengen van collega’s van verschillende instituten en opleidingen om enerzijds deze nieuwe technologieen te leren en te ervaren, om daarna een stap te maken in het initiëren van ideeën en plannen om met deze kennis en vaardigheden onderwijsvernieuwing gezamenlijk vorm- en inhoud te geven.
MULTIFILE
Tom van Weert argues that economic, societal and cultural developments in indus-trialized countries push for educational innovation. He sees Information and Communication Technology (ICT) as enabling factor of this innovation. His line of reasoning is the following. Knowledge intensive economies have a need for modern professionals with new qualifications. These professionals have to be able to produce concrete business results, but need also to contribute to essential business knowledge, needed to survive in a highly competitive and changing environment. Knowledge creation is becoming part of working and is therefore not anymore the exclusive right of research institutions. In this light, universities as breeding place of modern professionals, need to redefine their role in much more fundamental ways than simply continuing old practices by modern ICT means. A new educational paradigm is needed, integrating learning, working and knowledge creation. Situation based learning environments may be the materialization of this new paradigm.
http://dx.doi.org/10.14261/postit/EF4989E2-2F5F-4E6B-B91D7CFEBE91755DIn 2015 and 2016, Saxion University of Applied Sciences organized the 2nd and 3rd edition of the Regional Innovation and Entrepreneurship Conference (RIEC).This paper is debating the regional implications of Corporate Social Responsibility in three important global economic regions. After an introduction of the concept of Corporate Social Responsibility, some characteristic of each region is presented. Also some good examples are given. In the conclusion it is emphasized that the application of Corporate Social Responsibility can advance both, the international position of Russian Businesses and the attractiveness for high talented experts.
MULTIFILE
The BECEE initiative represents a transformative collaboration between four leading European HEIs—Hanze University of Applied Sciences (HUAS), Zurich University of Applied Sciences (ZHAW), South East Technological University (SETU), and Universiteti "Aleksandër Moisiu" Durrës (UAMD). Our consortium embodies the essence of BECEE and the EIT Knowledge Triangle Model because it also comprises of 4 industry partners (KPN, Eindhoven, The Netherlands, Innofuse, Zurich, Switzerland, Dungarvan Enterprise Centre, South East, Ireland, and Linda Laboratory, Durrës, Albania) bringing together partners from education, research, and business who are equally committed to collaborate on innovation action plans to fostering balanced collaborative entrepreneurship ecosystems in our respective regions. This consortium, therefore, is strategically designed to pool diverse strengths, creating a synergetic force for innovation and entrepreneurship that transcends the capabilities of any single organisation.
De maatschappelijke aandacht voor welvaartcreatie die verder reikt dan financiële welvaart en de oproep aan bedrijven om hieraan bij te dragen, groeit. MKB-familiebedrijven vinden het vanzelfsprekend om een bijdrage te leveren, maar geven ook aan dat dergelijke brede welvaartactiviteiten niet zijn ingebed in de huidige bedrijfsstrategie. Hieruit volgt de praktijkvraag: Hoe kunnen we [MKB-familiebedrijven] brede welvaartactiviteiten planmatiger aanpakken zodat we meer maatschappelijke impact kunnen maken? Het doel van het project is om interventies (werkwijzen) te ontwikkelen en te toetsen om brede welvaartcreatie bij MKB-familiebedrijven inzichtelijk te maken en de maatschappelijke impact ervan te vergroten door ‘ad hoc’ uitgevoerde activiteiten planmatiger aan te pakken. De centrale onderzoeksvraag is: Hoe kunnen MKB-familiebedrijven brede welvaartactiviteiten koppelen aan hun bedrijfsstrategie en de maatschappelijke impact van deze activiteiten vergroten? Het project wordt uitgevoerd door het Lectoraat Familiebedrijven van Windesheim, het Kenniscentrum Business Innovation van Hogeschool Rotterdam, en met Utrecht University School of Economics. We starten het project met acht MKB-familiebedrijven, met wie interventies worden ontwikkeld, waarna andere familiebedrijven aansluiten en in twee rondes de interventies worden doorontwikkeld. FBNed is aangesloten voor de valorisatie in Nederland en internationaal via hun koepelorganisatie FBN. De belangrijkste onderzoeksmethode in het project is de meervoudige case study methode. Verwachte outcome: Maatschappelijke impact van MKB-familiebedrijven vergroten door: • Kennis over hoe MKB-familiebedrijven zich (kunnen) ontwikkelen in brede welvaartcreatie; • De (h)erkenning van MKB-familiebedrijven in brede welvaartcreatie; • Bewustwording van kansen die brede welvaarcreatie MKB-familiebedrijven kan bieden. Verwachte output: • Een werkboek met een scan voor MKB-familiebedrijven om de huidige en gewenste situatie t.a.v. brede welvaartcreatie inzichtelijk te maken, inclusief interventies om brede welvaartactiviteiten te verankeren in de strategie en maatschappelijke impact te maken; • Twee wetenschappelijke artikelen, vijf vakpublicaties, acht teaching cases en vijf seminars in samenwerking met FBNed om resultaten breed te delen, voor onderwijs, wetenschappelijk publiek en bedrijven.
Wat is de mogelijke rol van lokale duurzame energiesystemen en –initiatieven in de overgang naar een duurzame samenleving? En hoe kunnen op lokale toepassing gerichte innovaties worden ontwikkeld en toegepast op een zodanige manier dat deze bij lokale systemen en initiatieven aansluiten?Deze vragen staan centraal in dit onderzoeksproject dat zich richt op innovaties die rekening houden met een grotere rol van burgers bij een duurzame energievoorziening. Het project behelst echter meer dan het verrichten van onderzoek. Het beoogt bouwstenen te leveren voor een duurzame samenleving waarin meer ruimte is voor lokale (burger)initiatieven. We stellen drie deelprojecten voor:1. een vergelijkende studie naar energiecoöperaties en vergelijkbare innovatieve initiatieven, binnen en buiten Nederland, in heden en verleden. Daarbij hopen we lering te kunnen trekken uit de succesvolle ervaringen in Denemarken en Oostenrijk en van innovaties door coöperatiesen collectieven in het verleden.2. een analyse van energie-innovaties die beogen aan te sluiten bij lokale energiesystemen. Concreet zal het onderzoek zich richten op speciale batterijen, ontwikkeld dor het bedrijf Dr.Ten, en een soort slimme grote zoneboiler, ontwikkeld door het gelijknamige bedrijf Ecovat.3. De ontwikkeling van drie scenario’s, gebaseerd op inzichten uit studies 1 en 2. De scenario’s zullen bijvoorbeeld inhoudelijk verschillen in de mate waarin deze geïntegreerd zijn in bestaande energiesystemen. Deze zullen worden ontwikkeld en besproken met relevante stakeholders.Het onderzoek moet leiden tot een nauwkeurig overzicht van de mate van interesse en betrokkenheid van stakeholders en van de beperkingen en mogelijkheden van lokale energiesystemen en daarbij betrokken technologie. Ook leidt het tot een routemap voor duurzame energiesystemen op lokaal niveau. Het project heeft een technisch aspect, onderzoek naar verfijning en ontwikkeling van de technologie en een sociaal en normatief aspect, studies naar aansluitingsmogelijkheden bij de wensen en mogelijkheden van burgers, instanties en bedrijven in Noord-Nederland. Bovenal is het integratief en ontwerpend van karakter.This research proposal will explore new socio- technical configurations of local community-based sustainable energy systems. Energy collectives successfully combine technological and societal innovations, developing new business and organization models. A better understanding of their dynamics and needs will contribute to their continued success and thereby contribute to fulfilling the Top Sector’s Agenda. This work will also enhance the knowledge position of the Netherlands on this topic. Currently, over 500 local energy collectives are active in The Netherlands, many of them aim to produce their own sustainable energy, with thousands more in Europe. These collectives search for a new more local-based ways of organizing a sustainable society, including more direct democratic decision-making and influence on local living environment. The development of the collectives is enabled by openings in policy but –evenly important - by innovations in local energy production technologies (solar panels, windmills, biogas installations). Their future role in the sustainable energy transition can be strengthened by careful aligning new organizational and technological innovations in local energy production, storage and smart micro-grids.