De Nederlandse samenleving staat voor de uitdaging om zorg en sociale ondersteuning toegankelijk en betaalbaar te houden. Het aantal zorgvragers, hulp,- en ondersteuningsbehoeftigen neemt toe. Daarbij geldt ook dat de complexiteit van deze hulpvragen verder toeneemt, terwijl het potentieel aan professionals, mantelzorgers en vrijwilligers flink daalt. Lokale overheden, het bedrijfsleven, kennisinstellingen, sociaal werk, welzijns-, en zorgorganisaties hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze uitdaging het hoofd te bieden. Belangrijke uitgangspunten zijn preventie, bevorderen van veerkracht en eigen regie, zelfredzaamheid, het bieden van gepersonaliseerde zorg, optimalisatie van de inzet van professionals en tijdige zorg en ondersteuning.Er wordt ingezet op verschillende oplossingsrichtingen voor het haalbaar en betaalbaar houden van de zorg, namelijk zorg aan huis en aansluiting op informele netwerken van inwoners. Het concept Buur & Zo past daar naadloos bij, het is een samenwerking tussen zorg, welzijn en logistiek en richt zich op de kwetsbare inwoners in de wijk. Buurtconciërges zijn een verbindende schakel in het concept, een vast en vertrouwd gezicht in de wijk. Door kennis van de aanwezige voorzieningen in de eigen buurt kan een buurtconciërge een inwoner helpen, door informatie te geven of een link te leggen met een sociaal werker verbonden aan het Preventie Team. Logistiek is daarbij een middel om bij mensen thuis te komen. Buurtconciërges richten zich van “mens tot mens” op inwoners, ze bezorgen goederen, maken een sociaal praatje, signaleren vragen en behoeften, vervullen kleine diensten en stimuleren om mee te doen aan activiteiten in de wijk om zo de sociale cohesie en sociale basisinfrastructuur te versterken. Het gaat hierbij vooral om het ‘voorliggende’ en sociale component en niet over zorg of Wmo. Een belangrijk onderdeel van de sociale basis is het voorliggende dat sterk inzet op de zelfredzaamheid van mensen en het leven dat ze willen leven, waardoor mensen zo laat mogelijk in beeld komen in het zorgdomein.Sinds de operationele start van Buur&Zo in februari 2021 zijn er liefst 3300 leveringen geweest door de buurtconciërges. Momenteel (november) zijn er circa 700 leveringen per maand voor de beide wijken waar Buur&Zo draait, gemiddeld komen de buurtconciërges 2x per week langs bij inwoners. Er zijn in deze relatief korte tijd bijna 400 unieke adressen in beeld gekomen. Van al deze leveringen is 80% echte contact momenten en 20% brievenbus leveringen. Niet alle contactmomenten zijn even uitgebreid de één duurt langer dan de ander, maar alle mensen worden gezien en gehoord. De 20% brievenbus leveringen blijven ook in zicht bij de buurtconciërges en er wordt geprobeerd om toch contact te leggen. Door aan te bellen, aandacht te geven en vertrouwen te winnen, worden de signaleringen steeds verder uitgebreid. Buurtconciërges gaan soms ook zonder levering even langs bij een bewoner om een praatje te maken, of om een eerder mogelijk verontrustend signaal even te checken. Omdat ze een vast gezicht zijn geworden herkennen de inwoners hen.Het concept Buur&Zo sluit zoveel mogelijk aan bij de bestaande sociale infrastructuur en zoekt samenwerking met de voorzieningen in de wijk. Deze verbinding cruciaal, datgene wat er op wijkniveau reeds aanwezig is, zoals buurtcentra en voorzieningen, activiteiten (in)formele zorg en professionele ondersteuning vanuit de sociale teams van de gemeente, vrijwilligersnetwerken en diensten wordt met elkaar verbonden.
MULTIFILE
In maart 2021 is er een enquête uitgezet onder de ISW studenten van de Hogeschool Utrecht. Het ISW bestaat uit de opleidingen Social Work en Vaktherapie, het aantal respondenten dat op de enquête heeft gereageerd is 362. Volgend op deze enquête zijn er negen interviews afgenomen en heeft er één verdiepende focusgroep plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn beschreven in dit rapport. Het belangrijkste resultaat is dat 75% van de studenten aangeeft dat hun welzijn is verslechterd sinds september 2020. Naar aanleiding van de resultaten zijn er drie aanbevelingen geschreven, voor studenten, de Hogeschool Utrecht en de overheid. Dit rapport heeft vijf hoofdstukken over onder andere het welzijn van de studenten en de mate waarin de student zich verbonden voelt met de HU, docenten en medestudenten. Daarnaast wordt toegelicht welke sociale diensten er momenteel worden aangeboden aan de doelgroep om hun welzijn te kunnen bevorderen en een stuk communicatie hierover naar de student. Er wordt gekeken naar een duurzame dienst of product waarbij de toekomst een grote rol speelt. Ook worden daar de resultaten besproken over de visie van de student en of zij bijvoorbeeld nog op de lange termijneffecten zullen ervaren van het COVID19 virus. Tot slot wordt er in het laatste hoofdstuk beschreven over mogelijk passende diensten of producten die aansluiten bij deze doelgroep. Hierbij wordt de behoefte van de student toegelicht.
In deze publicatie trekken wij lessen uit de coronacrisis voor het sociaal domein. Daarbij schetsen wij zes handelingsperspectieven: • Werk vanaf de start samen met lokale partners • Ga in dialoog met diverse doelgroepen en zorg voor passende communicatie • Benut de veerkracht en het zelforganiserend vermogen van burgers • Wees als bestuurder en ambtenaar zichtbaar en benaderbaar • Duid de cijfers aan de hand van concrete verhalen • Leer van het positieve en benut het momentum Deze zes handelingsperspectieven onderschrijven het belang van samenwerking van de lokale overheid met uitvoerende zorg- en welzijnsorganisaties, met vrijwilligersorganisaties en met sleutelfiguren binnen wijken. Deze partijen hebben in de coronacrisis laten zien dat zij verschillende (kwetsbare) groepen kunnen bereiken en kunnen inspelen op hun behoeften.
MULTIFILE