Wij staan hier aan de wieg van een nieuw project: hindoestaanse meergeneratiewoningen. Na zo'n vijfentwintig projecten van groepswonen voor ouderen van verschillende herkomst, is er nu een initiatief waarin voor één etnische groep een project voor jong en oud wordt ontwikkeld. Dus: niet één leeftijdsgroep en meerdere etniciteiten, maar één etniciteit en meerdere leeftijdsgroepen. Dit is een interessante toevoeging aan het arsenaal. Mensen worden nu niet samengebracht op basis van hun leeftijd, maar op basis van hun culturele oriëntatie. De ene clustering is niet op voorhand beter dan de andere. Het ene is er al, het andere komt er aan. Het is een verrijking van het woningaanbod, van de mogelijkheden om te wonen en te blijven wonen in de stad. En dat is al heel wat. Hoewel het project zich richt op één etnische groep, is het verleidelijk dit project te scharen onder de titel van Multicultureel Bouwen en dat is het ook als we niet de schaal van het complex, maar van de wijk of het stadsdeel als uitgangspunt nemen: "het tot uitdrukking laten komen van culturele diversiteit in de gebouwde omgeving". In de brochure lezen we ook "het complex geven we graag een uitdagende architectonische uitstraling, met Oosterse elementen". We mogen er dus op rekenen dat de stad in haar fysieke verschijningsvorm er in variëteit op vooruit zal gaan. In de uitstraling van de gebouwde omgeving zal sterker gaan doorklinken dat de stad een gevarieerde bevolking binnen haar grenzen heeft. Onvermijdelijk loopt de gebouwde omgeving altijd achter op de dynamiek in de bevolking. De bevolking verandert sneller dan de gebouwen. Dit alleen al is op zichzelf al een reden om ruimte te geven de aansluiting, ook in culturele zin, tussen vraag en aanbod te verbeteren. [21-02-2007]
Docenten Lichamelijke Opvoeding (LO) ervaren uitdagingen bij het omgaan met de diversiteit van hun leerlingen, terwijl de kwetsbaarheid van jongeren tijdens de gymles groter is dan in andere lessen. Het samenwerkingsproject “Samen bewegen” onderzoekt pedagogisch-didactische handvatten om recht te doen aan de diversiteit van leerlingen en daarmee een inclusiever beweegaanbod te realiseren.MethodeBij zeven docenten LO werden tijdens een gymles verbale uitingen en handelingen geobserveerd op het gebied van diversiteit en inclusie, zoals neurodiversiteit, gender, geaardheid, cultuur, religie en sociaaleconomische status. Daarna reflecteerden docenten op lessituaties in een semigestructureerd interview. Observaties en interviews waren gestructureerd volgens het COM-B model waarin de mogelijkheden (Capability), het vermogen (Opportunity) en de motivatie (Motivation) van leerlingen om actief deel te nemen (Behavior) gekoppeld werd aan pedagogisch-didactisch handelen van de docent LO.“De meesten willen wel, maar ze schamen zich gewoon”ResultatenDocenten LO in deze studie gaven meerdere belemmeringen aan, zoals schaamte: leerlingen wilden niet deelnemen aan bepaalde beweegactiviteiten wanneer andere leerlingen keken of er negatief over spraken. Ook was er een gebrek aan sociale veiligheid en zorgde de genderindeling voor dilemma’s, waarbij scholen dit thema verschillend benaderden.Een terugkerend pedagogisch-didactisch handvat was het belang van “verbinding met de docent”. Zo verdiepten de docenten in deze studie zich in culturen en religies van de leerlingen en hielden daar waar mogelijk rekening mee. Ook stonden docenten ervoor open om leerlingen in aparte kleedkamers te laten omkleden, indien daar behoefte aan was. Docenten benadrukten dat ze leerlingen aanspreken op uitlachen of schelden, hoewel dit tijdens de lesobservaties niet altijd gebeurde. Opvallend was dat neurodiversiteit en LHBTIQ+ nauwelijks benoemd werden.Discussie en conclusieDe verbinding tussen docent en leerling lijkt een belangrijk pedagogisch-didactisch handvat om D&I te bevorderen. Door uit te vragen naar individuele behoeften kunnen docenten beter omgaan met specifieke dilemma’s als culturele gevoeligheden of genderkwesties.
De uitingen van de crossmedia dringen zich steeds nadrukkelijker aan ons op. Een toenemend aantal crossmedia diensten en producten doet een beroep op onze aandacht en financiën: van interactieve televisieprogrammas op websites, tot themakanalen op mobiele apparaten, fysieke bijeenkomsten van online communities, en virtuele werelden waarin wordt gehandeld, gestolen en waarin je echte schulden kan maken. Oude en nieuwe media vinden elkaar in IPTV en podcasts. Traditionele spelers worden links en rechts ingehaald door creatieve pioniers en actieve consumenten die zich niets aantrekken van bestaande marktverdelingen en gevestigde namen. De ene baanbrekende dienst valt over de andere innovatie heen: nog maar net gewend aan het bloggen of iedereen slaat aan het twitteren. Zelfs een achteloze journaalkijker kan de hysterische taferelen die hiermee soms gepaard gaan niet ontlopen, blijkens de nieuwe introductie van een oud apparaat zoals de telefoon: de iPhone.
Sinds de corona reset wordt in de culturele en creatieve sector volop geïnnoveerd om tijdelijke sluitingen en financiële verliezen te compenseren. Aanbieders van hoogwaardige culturele programma’s, zoals presentatie-instellingen en zelforganiserende collectieven, coördineren in hoog tempo digitale expositieruimtes, livestreams en online debatten, waarmee ze hun bestaande (offline en lokale) en nieuwe (online en mondiale) publiek bedienen. Soms ook tegelijkertijd, in een hybride evenement; met een beperkt live publiek én een onbeperkt aantal online bezoekers. Hoe zorgen zij dat beide groepen bij deze livecastings een gelijkwaardige ervaring hebben? En hoe benutten ze de potentie van dit opgenomen materiaal voor publicatie en blijvende publieksinteractie in hun digitaal (web)archief? Ad hoc coronaoplossingen behoeven nu toekomstbestendige doorontwikkeling. Met MKB’ers ontwikkelen we een langetermijnvisie op off/online kennisdeling van hun culturele aanbod, op voorwaarden van duurzaamheid en technologische onafhankelijkheid in het beheer en de data-opslag van hun gepubliceerde materiaal. Verregaande digitalisering en klimaatoverwegingen geven namelijk naast corona urgentie aan een visie op hybride programmering. In het onderzoek worden werkende principes ontwikkeld voor een langetermijnvisie op een hybride en kwalitatief hoogwaardig programma-aanbod, met het oog op het bedienen van nieuw en bestaand publiek na de corona reset, via participatieve livecasts van evenementen, de samenhangende verslaglegging daarvan middels publicaties die uiteindelijk in levende archieven te komen: Om het knelpunt van ‘schermmoeheid’ bij eindgebruikers van programma-aanbod te voorkomen, ontwikkelen we werkende principes in het oplossingsgebied ‘participatieve livecasting’, om de succespijler ‘gezamenlijke publiekservaring bij online evenementen’ te bewerkstelligen. Om het knelpunt van ‘gefragmenteerde informatievoorziening’ bij programma-aanbieders te voorkomen, ontwikkelen we werkende principes in het oplossingsgebied ‘hybride publicaties’, om de succespijler ‘samenhang in off/online programma-aanbod’ te bewerkstelligen. Om het knelpunt van een ‘reactieve houding’ bij programma-aanbieders te voorkomen, ontwikkelen we werkende principes in het oplossingsgebied ‘levende archieven’, om de succespijler van een ‘anticiperende houding in de werkwijze van programma-aanbieders’ te bewerkstelligen.
In dit project staat de volgende praktijkvraag centraal: ‘Op welke wijze kunnen leerkrachten in het basisonderwijs hun leerlingen verbeeldingskracht bijbrengen?’ Met dit project willen we nieuwe kennis vergaren over het ontwikkelen van ‘creatief denken’, in het bijzonder het verbeelden van oplossingen voor problemen op het snijvlak tussen cultuur- en techniekeducatie, in het basisonderwijs. Zowel in cultuur als in techniek wordt gezocht naar nieuwe vormen en uitingen, naar oplossingen voor uitdagingen die de cultuur en de techniek ons stellen. Deze oplossingen moeten eerst verbeeld worden, voordat ze kunnen worden besproken, uitgewerkt en gerealiseerd. Verbeeldingskracht is daarom een belangrijke ‘21st Century Skill’ die expliciet aandacht verdient in het basisonderwijs. Het project wordt uitgevoerd door Hogeschool Windesheim Flevoland in en met de basisscholen De Driesprong in Lelystad en De Ontdekking in Almere, in samenwerking met de Flevolandse organisatie voor Cultuureducatie FleCK. Om de ontwikkeling van verbeeldingskracht in de onderwijspraktijk te kunnen initiëren en volgen, wordt op de twee basisscholen een professionele leergemeenschap ingericht. Daarin ontwikkelen leraren, geholpen door deskundigen met educatieve, technische en culturele kennis van Hogeschool Windesheim Flevoland en FleCK, zelf lessen waarin kinderen oplossingen voor problemen met zowel een technische als een culturele component moeten verbeelden, realiseren en evalueren. Hiermee worden Kerndoelen uit de domeinen Wereldoriëntatie (met name Natuur en Techniek), Kunstzinnige Oriëntatie (met name Beeldende Vorming) gecombineerd met de ontwikkeling van vaardigheden voor de 21ste eeuw. Dit onderwijs wordt op de basisscholen in de praktijk gebracht, onderzocht en geëvalueerd met de betrokken leraren.