In Nederland is er de laatste jaren steeds meer vraag naar duurzame mobiliteitsoplossingen, zoals deelvervoer. Dit kan helpen om de bereikbaarheid te verbeteren en de afhankelijkheid van privéauto's te verminderen, vooral in kleinere en landelijke gemeenten. Echter, veel van deze gemeenten hebben niet genoeg capaciteit om deelvervoer te implementeren en ervaren vaak weerstand van bewoners. Soms worden er proefprojecten opgezet, maar deze sluiten vaak niet goed aan bij de behoeften van de inwoners, wat leidt tot een laag gebruik en het stopzetten van deze initiatieven. Het doel van dit projectvoorstel is om een proces, tool of methode te ontwikkelen die gemeenten ondersteunt bij het aanbieden van deelvervoer. Dit gebeurt door de wensen van bewoners in kaart te brengen via enquêtes, interviews en workshops. Door bewoners bewust te maken van de voordelen van deelvervoer, zoals lagere kosten en meer vrijheid, kan het gebruik worden gestimuleerd. In landelijke gebieden is de afhankelijkheid van de auto groot, vooral omdat openbaar vervoer vaak beperkt is. Deelvervoer kan hier een oplossing bieden. De gemeente Ridderkerk is een voorbeeld waar deelauto's zijn verwijderd vanwege te weinig gebruik, maar er is nog steeds interesse in het aanbieden ervan. Het project richt zich op het verbeteren van de communicatie over de voordelen van deelvervoer, zowel voor de gemeenschap als voor individuele bewoners, en het ondersteunen van gemeenten in het implementeren ervan. Het consortium bestaat uit de TU Delft en drie MKB-bedrijven: VCCR Advies, PANEL en Ideate. Met deze unieke mix van ervaring en expertise rondom mobiliteit, vervoersadvies, gedragsverandering en bewonersparticipatie bieden wij een bewonersgerichte en geïntegreerde aanpak. De Gemeente Ridderkerk is betrokken als praktijkcase. Het project richt zich op het verbeteren van deelvervoer door bewonersparticipatie en onderzoek naar behoeften. Resultaten worden gedeeld via platforms en publicaties voor andere gemeenten.
Welke kennis over ‘het delen van LEV’s’ is nodig voor een waardevolle bijdrage aan de ontwikkeling van dit kennisdomein ten behoeve van de markt? Dit plan beschrijft de wijze waarop een kennisagenda rondom het delen van Light Electric Vehicles, ofwel LEV’s, wordt opgesteld. Uiteindelijk doel is een aanzet te maken voor het opzetten van een kenniscentrum voor het delen van LEV’s. Elektrische brommobielen, elektrische stepjes en voertuigjes voor elektrische stadsdistributie. Alle vallen ze onder de noemer Light Electric Vehicle, ofwel LEV. Vanwege hun compacte formaat, lichte bouw en duurzame aandrijving zijn ze zeer geschikt om problemen rondom uitstoot en bereikbaarheid op te lossen. Beperkte kennis over de beschikbaarheid, toepassingsmogelijkheden en regelgeving zorgt ervoor dat de toepassing van dit type voertuig achterblijft bij het potentieel. Een maatregel die veel wordt gehanteerd om duurzaamheid en bereikbaarheid te garanderen is deelmobiliteit. Het delen van voertuigen zorgt voor minder verkeersoverlast en zorgt ervoor dat mensen alternatieven kiezen voor hun eigen auto. Zeker in deze coronacrisis blijkt deelmobiliteit een aangenaam alternatief voor het openbaar vervoer. Deelvervoer wordt echter veelal verpakt in bestaande auto’s, terwijl deze daar niet per definitie geschikt voor zijn. LEV’s hebben de potentie om een goed alternatief te bieden voor bestaande deelauto’s, maar ook voor voertuigen die vanwege hun formaat, uitstoot of geluid niet passen in leefbare woongebieden. Op basis van een opgestelde kennisagenda verzamelt het Kenniscentrum voor LEV kennis en informatie over LEV’s en delen. Het helpt overheden, marktpartijen en gebruikers kennis te vergaren over LEV en het delen ervan. Zo geeft het Kenniscentrum inzicht in het ware potentieel van deze voertuigcategorie.