In deze rapportage worden de bevindingen gepresenteerd van een studie naar de huidige en toekomstige focus van de toeristisch-recreatieve beleidskaders en samenwerkingsmogelijkheden van Emsland-Drenthe.
DOCUMENT
Background: The aim of this study is to investigate whether age of infant motor milestone achievement is related to levels of physical activity (PA), weight status and blood pressure at age 4–7years of age. Methods: In the Dutch GECKO (Groningen Expert Center of Kids with Obesity) Drenthe cohort, the age of achieving the motor milestone ‘walking without support’ was reported by parents. Weight status and blood pressure were assessed by trained health nurses and PA was measured using the Actigraph GT3X between age 4 and 7years. Results: Adjusted for children’s age, sex and the mother’s education level, infants who achieved walking without support at a later age, spent more time in sedentary behaviour during childhood and less time in moderate-tovigorous PA. Later motor milestones achievement was not related to higher BMI Z-score, waist circumference Zscore, diastolic or systolic blood pressure. Conclusion: The results of this study indicate that a later age of achieving motor milestone within the normal range have a weak relation to lower PA levels at later age. It is not likely that this will have consequences for weight status or blood pressure at 4–7years of age.
DOCUMENT
Praktijkgerichte opdracht waarin docent-onderzoekers samen met student een praktisch plan hebben ontwikkeld voor het optimaliseren van de sociale media voor wielerevenement Ronde van Drenthe. Ook een bijdrage geleverd aan de uitvoering en evaluatie.
DOCUMENT
De doelstelling van de Wmo-Praktijk Midden-Drenthe was om tot een werkzame en breed gedragen organisatie van de toegang voor ‘speciale doelgroepen’ te komen. Dat wil zeggen, die doelgroepen die door de transitie van de AWBZ naar de Wmo onder de verantwoordelijkheid van de gemeente zouden komen en een ‘maatwerkvoorziening’ nodig hebben: ouderen, mensen met een verstandelijke, psychische of psychiatrische beperking. Een wettelijke manier waarop gemeentes tot maatwerkvoorzieningen moeten komen is middels Het Onderzoek, in dit rapport Het Gesprek genoemd. De vragen waarop dit onderzoek antwoord geeft is hoe deze toegang tot de Wmo voor deze doelgroepen georganiseerd kon worden? Wie zouden de Gesprekken gaan doen en wat was er allemaal nodig om de toegang te organiseren? Hoe kon hierbinnen het interdisciplinaire werken vorm krijgen? En welke competenties zijn hiervoor nodig? Om tot beantwoording van deze vragen te komen is er anderhalf jaar lang (2013-2015) kwalitatief onderzoek gedaan door middel van observaties, documentanalyse en interviews. Uit de resultaten blijkt dat er een gedragen toegang is ontstaan waarbij uiteindelijk in elk kerndorp van de gemeente (Beilen, Westerbork en Smilde) een ‘arrangemententeam’ is geïnstalleerd. Elk team bestaat uit Wmo-consulenten, medewerkers van Welzijnswerk Midden-Drenthe en een MEE-Drenthe consulent. De MEE-consulenten en de Welzijnswerkers zijn verantwoordelijk voor het voeren van de Gesprekken met aanvragers van ondersteuning. Zij stellen een Ondersteuningsplan op en brengen advies uit aan het arrangemententeam. Vervolgens geven de Wmo-consulenten een beschikking af op het Ondersteuningsplan. Door deze splitsing in taken is de onafhankelijke cliëntondersteuning gewaarborgd: zo is het voor burgers/cliënten duidelijk dat de cliëntondersteuners ‘naast de burger staan’. De kanttekening die hierbij geplaatst kan worden is of de professionals op deze manier wel ‘gekanteld’ kunnen leren werken en niet te veel zullen terugvallen in hun ‘oude groeven’, zoals een locatiehoofd van Welzijnswerk het noemde.Dat de professionals ‘gekanteld’ willen leren werken (en dit voor een groot deel ook al doen) is in dit onderzoek heel duidelijk geworden. Hoewel iedereen gekanteld werken anders verwoordt, is men het over eens dat het er met name om gaat dat er meer dan voorheen gekeken wordt naar en gedacht wordt vanuit de eigen kracht van mensen en dat deze gestimuleerd wordt. Een tweede opdracht van de kanteling die iedereen benoemde was meer aandacht voor het netwerk van mensen: het in kaart brengen ervan, het in standhouden en versterken ervan. Opvallend was dat juist op deze twee gebieden met name Welzijnswerkers zeiden nog te leren te hebben. Aangezien de Wmo-consulenten niet geïnterviewd zijn, is dit van hen niet bekend.De vier gebieden waarop een Gespreksvoerder competentie zou moeten verwerven zijn: Gespreksvaardigheden; levensbrede vraagverheldering; contextgericht en integraal werken; ontwikkelingsgericht werken. De geïnterviewde Welzijnswerkers geven aan met name op het gebied van integraal (betrekken netwerk) en op het gebied van ontwikkeling (eigen kracht) nog wat verder te willen leren. Dat de MEE-consulenten zichzelf hier anders op scoren komt met name omdat zij getraind zijn in Sociale Netwerkversterking en vanuit hun organisatie al gericht bezig waren met ‘eigen kracht’ van hun cliënten.T-shaped of interdisciplinair werken is een vereiste in Welzijn Nieuwe Stijl. Uiteindelijk komt het de burger ten goede wanneer professionals over de grenzen van hun eigen specialisme heen kijken en de expertise van andere specialismen leren kennen en toepassen. Hoewel binnen Welzijnswerk Midden-Drenthe, mede door de opzet van dorpenteams, hieraan binnen de eigen organisatie belang gehecht wordt en de gemeente interdisciplinaire jeugdteams heeft opgezet, komt het interdisciplinaire werken binnen de arrangemententeams nog moeizaam op gang. Dit interdisciplinaire werken wordt mede door de strakke scheiding in taken (‘adviesgevenden en beschikkers’) bemoeilijkt. Ook heersen er stereotiepe denkbeelden over elkaar tussen enerzijds de Wmo-consulenten en anderzijds de cliëntadviseurs en MEE-consulenten. Hoewel het bewustzijn hierover aanwezig is, waren er tegen het einde van dit onderzoek slechts eerste pogingen om hierover in gesprek te gaan met elkaar. Op basis van alle verzamelde gegevens zijn er op drie gebieden de volgende aanbevelingen gedaan:Aanbevelingen op het gebied van de inrichting van de toegang1. De visie op het transformatieproces dat volgt op de AWBZ-transitie in het vizier houden.2. Bij zelfsturend maken van arrangemententeam hierbij de fases voor ogen houden en een coördinator aanwijzen die mee kan groeien naar coach.3. Onderzoek naar ondersteuning (systematiseren).Aanbevelingen op het gebied van doorontwikkeling werkwijze en scholing1. Investeren in kantelen en interdisciplinair samenwerken: Instellen casuïstiekbesprekingen voor arrangemententeams.2. Het afstemmen van de werkwijze met betrekking tot bevragen en stimuleren van eigen kracht en het sociale netwerk van burgers in het Gesprek en rapportage hierover.3. Het aanbieden van trainingen op het gebied van bijvoorbeeld Sociale Netwerkversterking en/of Eenzaamheid (herkennen, interventies).4. Het opzetten van een expertisecentrum voor professionals, vrijwilligers, ervaringsdeskundigen.Aanbevelingen op het gebied van interne en externe communicatie1. Informatievoorziening van de arrangemententeams via een afgesloten website voor de teamleden.2. Communicatie over Het Gesprek naar burgers op verschillende manieren: instellen communicatie-deskundige. Evaluatie van Gesprekken met burgers opstarten.3. Communicatie tussen alle teams en overleggen in kaart brengen en advies op maken.
DOCUMENT
Hoofdstuk in het brancherapport 'Sportevenementen in Nederland'. Case study van de Vuelta start in Drenthe in 2009. Hierbij wordt zowel het proces als de effecten van het evenement op de provincie Drenthe geanalyseerd.
DOCUMENT
Onderzoek in opdracht van de provincie Drenthe waarbij de huidige economische impact van de hippische sector in kaart gebracht wordt, maar ook de toekomstige potentie onderzocht wordt.I.s.m. de Hogeschool Arnhem Nijmegen en de BMC Advies
DOCUMENT
Dit project draagt bij aan het versterken van “de kennisketen van de Drentse vrijetijdseconomie”. De kennisketen wordt onder meer gevormd door kennisinstellingen, brancheverenigingen, overheden, bancaire instellingen, ondernemers en loopt van vergaren en verzamelen van data en kennis tot het ontsluiten ervan naar gebruikers. Het project beoogd de volgende doelen: Inventarisatie van het data-aanbod in Drenthe bij diverse partijen Inventarisatie van hoe partijen in het domein VTE de data-behoefte prioriteren. Input leveren voor de verdere uitbouw van de kennisketen in de context van Leisure Valley Drenthe.
DOCUMENT
In 2020 wil de stichting Cycling Championships Northern Netherlands (hierna te noemen ‘de stichting’), graag het WK Wielrennen 2020 in Noord-Nederland organiseren. Een evenement waarmee zij de provincies Drenthe en Groningen en hun steden op de wereldkaart zetten. In deze haalbaarheidsstudie wordt objectief bekeken of het mogelijk of aantrekkelijk is om het WK Wielrennen uit te organiseren en of investeren in dit evenement vanuit maatschappelijk oogpuntaantrekkelijk is. Het onderzoek geeft een zo onafhankelijk mogelijk beeld van de benodigde investeringen, de maatschappelijke baten en de mogelijke risico’s van dit initiatief.
DOCUMENT
Medewerkers van provincies krijgen in hun werk veelal te maken met agressie en geweld door externen. Voor provincies is het van belang om de ervaringen met agressie en geweld te registreren zodat op organisatieniveau een beeld verkregen wordt van de aard en omvang van agressie. De verkregen inzichten kunnen worden benut bij het maken van beleid. Ondanks de bekendheid die provincies aan het melden van agressie geven, worden er weinig meldingen van agressie bij de leidinggevende gedaan en worden er weinig meldingen geregistreerd. De vraag van het A&O-fonds, die speciaal voor dit doeleinde het Provinciaal Agressie Registratiesysteem (PAR) ontwikkeld heeft, is waarom er weinig meldingen en registraties worden gedaan. Van een ideale situatie zou sprake zijn, wanneer men uit zou kunnen gaan van de vooronderstelling “geen bericht, goed bericht”. In dat geval zouden alle agressie-incidenten worden gemeld en zou een gering aantal meldingen en registraties betekenen dat er weinig agressie voorkomt. Uit eerder onderzoek blijkt dat dit uitgangspunt niet op gaat en dat er sprake is van onder-registratie als gevolg van een geringe meldingsbereidheid. Een vraag is dan ook hoe de bereidheid om incidenten te melden bevorderd kan worden. Om in kaart te brengen waarom medewerkers wel of niet melden, en om er achter te komen hoe de meldingsbereidheid bevorderd kan worden, is bij de provincie Groningen en Drenthe een internet-enquête gehouden onder medewerkers en leidinggevenden van afdelingen die in contact komen met externen. Vervolgens zijn er in beide provincies interviews met medewerkers en leidinggevenden afgenomen.
DOCUMENT
Abstract for the European Association for Sport Management conference 2015 in Dublin. The abstract describes a study to the economic value of the equestrian sector in the province of Drenthe (Netherlands) and the possibilities for the equestrian sector to optimize its economic value.
DOCUMENT