Presentatie Paper NVMO 2014, 6 november 2014.AchtergrondVeranderingen in de zorg, waarbij ingespeeld moet worden op een vergrijzende populatie en efficiëntie en effectiviteit steeds belangrijker worden, zorgen voor groeiende aandacht voor excellentie en het bevorderen van excellentie.1 Dit geldt zeker ook voor de paramedicus. Een manier om excellentie te bevorderen is het implementeren van honoursprogramma’s, programma’s in het Hoger Onderwijs voor talentvolle studenten die meer willen en kunnen dan hun reguliere opleiding biedt. Voor het vormgeven van honoursprogramma’s is het van belang te weten welke competenties horen bij een excellente professional, in dit geval de excellente paramedicus. In deze presentatie richten we ons op twee vragen: 1) Welke competenties beschrijven , volgens professionals, de excellente paramedicus? 2) Hoe beoordelen honours studenten het profiel van de excellente paramedicus, en hun eigen ontwikkeling in de competentiedomeinen van het profiel?
Het Lectoraat Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving beoogt met haar onderzoek een belangrijke bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van honoursonderwijs binnen de HG, nationaal en internationaal. Het onderzoeksprogramma voor de komende jaren is ambitieus. Het vormt een samenhangend geheel gericht op student, docent, werkveld en samenleving. Honoursonderwijs is immers de sleutel om studenten uit te dagen die meer uit zichzelf willen halen. Het lectoraat wil een bijdrage leveren aan het opleiden van studenten tot kritische wereldburgers die in staat zijn over hun eigen grenzen heen te kijken en zich realiseren dat een bijdrage leveren aan de samenleving vanzelfsprekend is overeenkomstig het motto van de HG Share your talent. Move the world.
Wat zijn de mogelijkheden voor inpassing van honoursonderwijs in Energy masterprogramma’s aan de Hanzehogeschool Groningen, vanuit een internationaal perspectief? Dat is de centrale vraag in dit onderzoeksrapport van het Lectoraat Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving van de Hanzehogeschool Groningen. We beantwoorden de vraag door eerst de context te schetsen, vervolgens informatie uit binnen- en buitenland op een rij te zetten en deze tenslotte te analyseren.
De belangrijkste opdracht voor leerkrachten bewegings-onderwijs in het primair onderwijs is kinderen leren bewegen. Het HAN Centre of Expertise Sport & Talent krijgt vanuit het werkveld bewegingsonderwijs continu vragen hoe het beweegniveau van kinderen vast te stellen en met welke programma?s excellente bewegers geholpen kunnen worden om zich verder te ontwikkelen. Om alle kinderen goed te leren bewegen moeten leerkrachten bewegingsonderwijs kinderen onderwijs op maat kunnen aanbieden. Onderwijs op maat betekent een programma dat aansluit bij het niveau van een kind. Een valide, betrouwbaar en eenvoudig toepasbaar instrument om het beweegniveau te meten ontbreekt echter. Op basis van de praktijkvragen zijn voor dit project de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: Hoe kan de docent bewegingsonderwijs het beweegniveau van elk kind op een valide, betrouwbare en eenvoudige wijze (h)erkennen? En hoe ziet een programma eruit om excellente bewegers verder te helpen ontwikkelen? Opbrengsten: 1. een instrument om het beweegniveau in kaart te brengen en 2. beweegprogramma?s voor excellente bewegers. Om het beweegniveau van kinderen vast te stellen worden drie meetinstrumenten (KTK, ooghandcoördinatietest, Scale for Identification of Sport Potential) gebruikt. Deze meetinstrumenten worden gezien als middelen om het sportief talent van kinderen vast te stellen. In deze studie wordt onderzocht of met de gezamenlijke scores van de drie testen een beweegquotiënt kan worden berekend waarmee het beweegniveau van een kind kan worden uitgedrukt. Met experts uit de vakwereld bewegingsonderwijs zal een programma worden ontwikkeld voor excellente bewegers in de leeftijd van 6 tot 9 jaar. Dit programma zal vervolgens op 10 scholen worden uitgevoerd en geanalyseerd en resultaten worden vergeleken met vergelijkbare controlegroepen. In de laatste fase van het project staat valorisatie centraal. Via een online medium, artikelen, symposium en cursussen zullen leerkrachten bewegingsonderwijs kennismaken met het instrument om beweegniveau te meten en programma?s om excellente bewegers te helpen in hun ontwikkeling.
Het HAN Centre of Expertise Sport & Talent krijgt vanuit het werkveld bewegingsonderwijs continu vragen hoe het beweegniveau van kinderen vast te stellen en met welke programma’s excellente bewegers geholpen kunnen worden om zich verder te ontwikkelen. Om alle kinderen goed te leren bewegen moeten leerkrachten bewegingsonderwijs kinderen onderwijs op maat kunnen aanbieden. Onderwijs op maat betekent een programma dat aansluit bij het niveau van een kind. Een valide, betrouwbaar en eenvoudig toepasbaar instrument om het beweegniveau te meten ontbreekt echter. Op basis van de praktijkvragen zijn voor het project Beweegniveau herkend de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: Hoe kan de docent bewegingsonderwijs het beweegniveau van elk kind op een valide, betrouwbare en eenvoudige wijze (h)erkennen? En hoe ziet een programma eruit om excellente bewegers verder te helpen ontwikkelen? Opbrengsten: 1. een instrument om het beweegniveau in kaart te brengen en 2. beweegprogramma’s voor excellente bewegers. Om het beweegniveau van kinderen vast te stellen worden drie meetinstrumenten (KTK, ooghandcoördinatietest, Scale for Identification of Sport Potential) gebruikt. In deze studie wordt onderzocht of met de gezamenlijke scores van de drie testen een beweegquotiënt kan worden berekend waarmee het beweegniveau van een kind kan worden uitgedrukt. Met experts uit de vakwereld bewegingsonderwijs is een programma ontwikkeld voor excellente bewegers in de leeftijd van 6 tot 9 jaar. Dit programma is op 10 scholen uitgevoerd en geanalyseerd en resultaten zijn vergeleken met vergelijkbare controlegroepen. In de laatste fase van het project stond valorisatie centraal. In de praktijk is veel enthousiasme voor het instrument. Echter een belangrijke beperking blijkt de beschikbaarheid en de kosten van de materialen voor één van de onderdelen in de test (de balansbalkjes). Het doel van deze Top Up aanvraag is om een prototype te ontwikkelen die scholen / gemeenten in staat stelt dit instrument optimaal te gebruiken.
Dit onderzoek naar de impact van de coronacrisis op het onderwijs wordt uitgevoerd door het Lectoraat Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving in samenwerking met de diensten Informatisering, O&O en HR. De coronapandemie heeft een grote impact gehad op het hoger onderwijs. Plotseling moest alles online. Dit heeft veel gevraagd van de flexibiliteit en inventiviteit van docenten, die vaak niet of maar beperkt getraind waren in online onderwijs. Dit leidde voor veel docenten tot een hoge werkdruk en veel stress. Nu we zicht lijken te hebben op het einde van de pandemie is het belangrijk om vooruit te kijken: Hoe gaat het met docenten en wat hebben ze nodig? Wat willen we meenemen van het afgelopen jaar op het gebied van online onderwijs en wat moet zo snel mogelijk weer met fysiek onderwijs? Met dit onderzoek proberen we dat in kaart te brengen, zodat we meer inzicht krijgen in het docentenwelzijn en hun behoeftes in deze transitie. Om dit te onderzoeken nemen we vragenlijsten af en organiseren we focusgroepen met collega’s.