Het Expertisecentrum Grensoverschrijdend Inlenen van Arbeid heeft voor de opleiding Personeelsmanagement een advies geschreven voor de aanvulling van (kern) competenties voor de associate degree opleiding. Op basis van een inventarisatie van relevante eindkwalificaties, die van de opleiding Personeelsmanagement (Hanzehogeschool Groningen), de eindkwalificaties van de ARTRA/SEU voor intercedenten en aanvullende, door VIA geformuleerde taken, is gebleken dat de eindtermen van de reguliere opleiding tot intercedent (ARTRA/SEU, VIA)passen binnen de associate degree opleiding. De aanvullende aandachtsgebieden van de intercedent voor grensoverschrijdende arbeid zijn in te passen in de personeelsmanagement opleiding, maar wijken inhoudelijk sterk af van de huidige invulling ervan. Op grond hiervan wordt geadviseerd de eerste twee studiejaren te herinrichten en een programma in de minor-ruimte op te stellen.
Massafabricage in de (MKB) maakindustrie is aan het veranderen in flexibele fabricage en assemblage van kleine series, klantspecifieke onderdelen en eindproducten. Hiervoor zijn nieuwe systemen voor het MKB nodig, waarin robots en mensen samen kunnen werken en die zich snel kunnen aanpassen aan nieuwe productieomstandigheden met lage opstartkosten. De ambitie van het project ?(G)een Moer Aan!? is om het herconfigureren van een robotsysteem voor een nieuwe taak in een productieomgeving net zo eenvoudig en snel te maken als het gebruik van een smartphone. Zo?n benadering biedt kansen om de skills van de operator te benutten. De operator kent immers zijn processen en de robot wordt zijn hulpje. Op vraag van betrokken mkb partners is de focus gelegd op een repeterende productiehandeling die in veel sectoren voorkomt en die relatief veel arbeidstijd kost: het indraaien van moeren en bouten in een object. De centrale onderzoeksvraag van het project luidt: Hoe kan een operator een robot eenvoudig, snel en veilig inleren om assemblage handelingen te verrichten voor het snel en robuust verbinden van bouten, moeren en ringen met objecten? Resultaat van dit praktijkgerichte onderzoeksproject is een algemeen bruikbare en gevalideerde ontwerpmethodiek voor de opzet van een gebruiksvriendelijke user interface van een boutmontagerobot op de werkvloer. Door slim gebruik van geïntegreerde inzet van CAD productinformatie, vision technologie en compliant (meegaand) gripping en placing wordt de robot zo veel als mogelijk vooraf automatisch geconfigureerd. Het projectconsortium dat het onderzoek gaat uitvoeren bestaat uit: " 13 bedrijven (12 mkb) actief als toeleverancier, system integrator of gebruiker op het terrein van industriële robotica (Yaskawa, ABB, Smart Robotics, Hupico, Festo, CSi, Demcon, Heemskerk Innovate, WWA, Van Schijndel Metaal, Van Beek, Tegema en Zest Innovate); " Hogescholen Fontys (penvoerder), Avans, Utrecht en NHL; " Kennisinstellingen TNO en DIFFER; " Coöperaties Brainport Industries, FEDA en Koninklijke Metaalunie; " De gemeente Eindhoven is betrokken als partner in de klankbordgroep. De gemeente ondersteunt het belang van dit project voor behoud en verbetering van arbeidsplaatsen in de maakindustrie. Er zullen circa 20 (docent)onderzoekers van de hogescholen en ongeveer 80 studenten betrokken worden bij dit project, die in de vorm van stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct afkomstig uit de beroepspraktijk. Naast genoemde meerwaarde voor het bedrijfsleven beoogt het project een verdere verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders.
Dit project richt zich op het verkennen van de toepasbaarheid van 3D-printen met siliconen voor de productie van op maat gemaakte gehoorbescherming, zoals oordoppen en otoplastieken. Siliconen zijn vanwege hun huidvriendelijkheid en flexibiliteit het geschikt voor gebruik in deze sector, maar traditionele productiemethoden zijn arbeidsintensief en moeilijk schaalbaar. 3D-siliconenprinten biedt potentie om deze processen te optimaliseren door efficiëntere, flexibelere en gepersonaliseerde productie mogelijk te maken zonder de noodzaak van mallen. Pluggerz, producent van gehoorbescherming, ziet in deze technologie een kans om hun productieproces te vernieuwen. Samen met Detax, leverancier van hoogwaardige siliconenmaterialen, en Hogeschool Saxion wordt in een éénjarig praktijkgericht onderzoek onderzocht hoe deze technologie kan bijdragen aan een hogere productkwaliteit, kortere productietijd en betere pasvorm. De centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe kan 3D-siliconenprinttechnologie optimaal worden ingezet voor de productie van op maat gemaakte gehoorbeschermingsproducten, rekening houdend met materiaalkeuze, printparameters en productkwaliteit? Het project is opgebouwd uit vijf werkpakketten: analyseren van huidige processen en technologieën, experimenteren met materialen en ontwerpen, valideren van prototypes, implementatie in productieprocessen en kennisdisseminatie binnen de sector. Door het ontwikkelen, testen en verbeteren van prototypes wordt niet alleen technologische kennis opgebouwd, maar ook praktische toepasbaarheid onderzocht. Het project draagt bij aan kennisontwikkeling binnen het netwerk en onderwijs, met betrokkenheid van studenten en docenten. De verworven inzichten worden gedeeld via publicaties en vakbijeenkomsten. Daarmee vormt dit project een belangrijke stap richting een toekomst waarin hoogwaardige, gepersonaliseerde gehoorbescherming voor een brede doelgroep beschikbaar en betaalbaar wordt gemaakt via innovatieve 3D-printtechnologie.
In dit project wordt onderzoek gedaan naar de 21st century skills van de verzorgende en begeleider in de zorgsector. Het zijn beroepen waarin de tekorten snel oplopen én waar tegelijkertijd een terugloop van het aantal studenten voor de opleidingen is. Op opleidingsniveau heeft o.a. Da Vinci college een brede opleiding gerealiseerd met drie uitstroomprofielen. Hierdoor worden studenten breder opgeleid en kunnen na de opleiding flexibeler ingezet worden. Bovendien hoeven ze pas later een keuze te maken, hetgeen o.a. de uitval vermindert. Maar ook het werk zelf verandert, mede als gevolg van een veranderende visie op gezondheid en nadruk op meer zelfregie. Dit betekent dat het beroepsbeeld (beroepshandelingen, beroepsproducten en gevraagde competenties), ook verandert. Er ligt meer nadruk op de 21st century skills. Hoe ziet het nieuwe beroepsbeeld er uit? Voor opleidingen en ook voor zorgorganisaties die hun verzorgenden en begeleiders willen bijscholen of nieuwe medewerkers willen aantrekken is het zaak om zicht te krijgen op wat er precies verandert in de beroepsprofielen en hoe de bijbehorende 21st century skills er uit zien. Dit onderzoek beoogt een realistisch, concreet én ook aantrekkelijk beroepsbeeld te genereren, door de 21st century skills te koppelen aan actuele (kritische) beroepshandelingen en -producten. Dit beeld wordt gerelateerd aan de (veranderende) context én -in een narratief- gekoppeld aan een persoon. Daarmee werken we voorbeelden uit van breed opgeleide zorgmedewerkers in de beroepspraktijk, inclusief les-/voorlichtingsmateriaal, om geïnteresseerde scholieren, studenten en professionals daar zo goed mogelijk op voor te bereiden en een gefundeerde keuze te bevorderen. Bovendien is dit project een voorbeeld hoe maatschappelijke organisaties en onderwijs samen kunnen werken aan vernieuwing van functieprofielen én aan toekomstbestendig opleiden tbv de veranderende arbeidsmarkt. Het is tevens voorbeeld voor andere beroepen, vandaar de parallelle aanvraag Crossovers in de techniek (ook Inholland en De Haagse Hogeschool).