Hoe kan Haarlem bijdragen aan de empowerment en inclusie van (jong)volwassenen met een LVB in Haarlem? is de vraag die in dit onderzoek centraal stond. We hebben deze vraag beantwoord aan de hand van drie niveaus van empowerment: de kracht van binnenuit (de power within), de kracht die je put uit je omgeving (de power with) en de macht die je hebt om op breder politiek en maatschappelijk niveau te handelen (de power to). Op deze niveaus zijn drie resultaten beschreven: (1) geïnterviewde mensen met een LVB zijn grotendeels redzaam en ontvangen ondersteuning bij een aantal aspecten van sociale redzaamheid (de power within); (2) geïnterviewde mensen met een LVB hebben voordeel bij een ondersteunende omgeving met voldoende hulpbronnen (de power with); en (3) bevraagden ervaren en gebruiken hun LVB als een kracht en expertise in eigen omgeving en de stad Haarlem (de power to). Daarnaast worden er ook zes uitgangspunten geformuleerd voor begeleiding en bejegening. Er is zowel gesproken met mensen die zelf een LVB hebben en met professionals die werken met mensen met een LVB. We sluiten het rapport af met enkele conclusies en doen zeven praktische aanbevelingen voor de praktijk. Aanvullend bespreken we ook enkele maatschappelijk relevante discussiepunten.
In dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter op de huid van het werk van sociale professionals te kruipen, waardoor de huidige ontwikkelingen rondom de bevordering van actief burgerschap bevraagd kunnen worden. Wat deze literatuurverkenning in beeld brengt is dat actief burgerschap niet tot bloei komt vanuit een opgelegde moraal, maar verbonden dient te worden met het dagelijkse handelen van burgers, waarin het “al doende leren” samen op gaat met de ontwikkeling van betekenisvolle praktijken. Sociale professionals hebben vooral tot taak dit type praktijken te ondersteunen en te faciliteren.
De overgang naar volwassenheid verloopt voor veel jongeren niet vanzelf. Dit geldt vooral voor kwetsbare jongeren die moeizaam hun weg vinden naar opleiding, werk en sociaal leven. Bij het ontbreken van passende ondersteuning lopen zij het risico op maatschappelijke marginalisering. Sinds de drie grote transities in het sociale domein zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bieden van die ondersteuning. Juist voor de doelgroep kwetsbare jongeren blijkt het een lastige opgave passende, integrale hulp te bieden op verschillende levensgebieden. Doel van dit onderzoek is verbetering van de professionele ondersteuning van deze doelgroep en daarmee vergroting van hun (kansen op) maatschappelijke participatie. De centrale onderzoeksvraag is: Hoe kan professionele ondersteuning aansluiten bij de leefwereld van kwetsbare jongeren in de overgang naar volwassenheid (16-20 jaar) en bijdragen aan hun veerkracht en maatschappelijke participatie? Centrale rol in het onderzoek speelt het begrip veerkracht, dat verwijst naar de mate waarin jongeren in staat zijn om individuele, relationele en contextuele hulpbronnen te gebruiken om beperkingen en tegenslagen te overwinnen. Het onderzoeksdesign bestaat uit een kwalitatief deel en kwantitatief deel, die beide cross-sectionele en longitudinale componenten bevatten. Door vragenlijstafname en interviews met een brede doelgroep jongeren in Amsterdam, Haarlem en Rotterdam, waarvan een selectie gevolgd wordt in de tijd, wordt inzicht opgedaan hoe hun kwetsbaarheid zich op verschillende leefgebieden manifesteert, welke belemmeringen zij ervaren in hun maatschappelijke participatie en welke (informele en formele) vormen van steun hen helpen. Uitvoering Amsterdam, Haarlem en Rotterdam geeft zicht op een diversiteit aan doelgroepen, beleidscontexten en uitvoeringspraktijken. Benutten van de onderzoeksresultaten door beleidsmakers en werkveldpartners die deel uitmaken van het consortium moet leiden tot verbetering van de (lokale) professionele ondersteuning van jongeren. De samenwerking tussen drie hogescholen en een gerenommeerd nationaal kennisinstituut waarborgt de kwaliteit van het onderzoek en de verankering van de resultaten in het werkveld en de opleiding van professionals.