In this article, we have presented the two-sided research design that we developed for answering the question about how and what professionals and other participants of outreach social work practices learn from innovating their own practices. We distinguished five strengths the representatives of which all have to learn to play new roles in order to improve democratization and enabling the citizenship of citizens in vulnerable situations. Without outreach research, it would not have been possible to expose the connection between the learning of representatives of these strengths and other transformation processes on an individual, team, and systemic level. This underlines the importance of outreach research for successful innovations in the social field. In our opinion, our two-sided research design is a precondition for the co-creation of these relative autonomous strengths and the connectedness of each of these three levels. This article is based on the article about the research design of a multi case study of four educational cases Martin Stam wrote for International Journal Of Qualitative Studies in Education (2013b). This research design also formed the basis for a multi case study of six social work cases (published as 'Geef de burger moed' (2012)) and of three social quarter teams (is still ongoing). Both publications were used as a pad for his lecture for NOSMO, HvA en Andragogenkring in 2013. The article presented here elaborates on the findings of the social work and social quarter team case studies.
DOCUMENT
De Amsterdamse Wmo-werkplaats heeft tussen 2009 en 2012 onderzoek verricht naar vijf beloftevolle outreachende praktijken. De resultaten laten zien wat burgers en sociaal werkers anders moeten doen om de transformatie van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving tot een succes te maken. Dit is in de eerste plaats: voorkomen dat burgers in de meest kwetsbare situaties hieronder lijden. Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van het lectoraat Outreachend werken en innoveren van de Hogeschool van Amsterdam. De vijf onderzochte praktijken zijn: - Participatie jonge moeders - Daklozen in zelfbeheer - Project Loket"Verslaafden" - Maatschappelijk steunsysteem - Project Veilig en sociaal
DOCUMENT
Hoofdstuk in Stilstaan om vooruit te komen. Deel 3: Perspectief burger in de rol van naaste en/of mantelzorger. Licht letsel met grote gevolgen Het is tien jaar geleden dat Chester (46) een hersenletsel kreeg als gevolg van een auto-ongeluk veroorzaakt door een dronken jongeling. Hoewel het letsel in medische zin ‘licht’ wordt genoemd zijn de gevolgen enorm groot. Chester kan zijn dagen niet goed invullen, hij kan taken niet afmaken en hij krijgt flinke woede-uitbarstingen als iets niet lukt naar zijn zin. Dat gebeurt meerdere malen per dag. Chester heeft problemen met het switchen tussen situaties. Hij wil bijvoorbeeld ’s morgens niet opstaan of, hij wil als hij eenmaal bij de televisie zit daar niet meer vandaan komen.
DOCUMENT
Hoofdstuk in Stilstaan om vooruit te komen. Deel 3: Perspectief burger in de rol van naaste en/of mantelzorger. Renaldo is van jongs af aan onrustig Renaldo woont sinds zeven jaar zelfstandig met begeleiding van een zorgorganisatie. Hij is geboren in Brazilië en op zijn tweede jaar geadopteerd. Renaldo groeide op in een adoptiegezin met twee ouders (Klaas en Jolanda) en hun biologische kinderen: een broertje (Sil) en een zusje (Renee). De ouders vertellen dat er bij Renaldo van jongs af aan sprake is van onrustig gedrag. Hij heeft moeite met leren en houdt graag vast aan het bekende. Als de dingen anders lopen dan gepland of bekend, reageert Renaldo met ongezeglijk en vaak onredelijk gedrag. Ook is Renaldo prikkelgevoelig. Zijn broer en zus reageren soms gestrest op dit gedrag, aldus de ouders. Zij voegen hieraan toe dat het hen al die jaren wel is gelukt om het gezin in balans te houden
DOCUMENT
Hoofdstuk in Stilstaan om vooruit te komen. Deel 3: Perspectief burger in de rol van naaste en/of mantelzorger. Diagnose: beginstadium van Alzheimer Fabian is jong dementerend (49 jaar). Hij is partner van zijn grote liefde Eric. Ze zijn al 23 jaar samen en wonen in een middelgroot dorp op de rand van de provincies Utrecht en Gelderland. Fabian is langzaamaan vergeetachtig geworden. Eric wijt dat aan een akelige griep die hij in de winterperiode heeft gehad. Soms dwaalt Fabian door de wijk zonder z’n bestemming te weten. In de supermarkt, waar ze hem goed kennen, koopt hij steeds dezelfde artikelen en heeft hij verwarde communicatie met het winkelpersoneel. Een medewerker van de winkel vraagt bij Eric na wat er aan de hand is. Ook in andere sociale situaties valt het op dat Fabian ‘anders’ is geworden. Eric probeert Fabian te ‘red¬den’ uit dergelijke benarde situaties om te voorkomen dat Fabian respect verliest. Maar hij weet wel beter en maakt zich zorgen. Uiteindelijk trekt Eric aan de bel en regelt een bezoek aan de huisarts.
DOCUMENT
Hoe kunnen gemeenten de tekortkomingen terugdringen die in De verhuizing van de verzorgingsstaat worden geconstateerd? Door een sociale democratie te worden, betogen een lector, een oud-lector en een wethouder.
DOCUMENT
In deze publicatie trekken wij lessen uit de coronacrisis voor het sociaal domein. Daarbij schetsen wij zes handelingsperspectieven: • Werk vanaf de start samen met lokale partners • Ga in dialoog met diverse doelgroepen en zorg voor passende communicatie • Benut de veerkracht en het zelforganiserend vermogen van burgers • Wees als bestuurder en ambtenaar zichtbaar en benaderbaar • Duid de cijfers aan de hand van concrete verhalen • Leer van het positieve en benut het momentum Deze zes handelingsperspectieven onderschrijven het belang van samenwerking van de lokale overheid met uitvoerende zorg- en welzijnsorganisaties, met vrijwilligersorganisaties en met sleutelfiguren binnen wijken. Deze partijen hebben in de coronacrisis laten zien dat zij verschillende (kwetsbare) groepen kunnen bereiken en kunnen inspelen op hun behoeften.
MULTIFILE
De komst van ervaringsdeskundigen in de beroepspraktijk van de langdurige geestelijke gezondheidszorg is een relatief nieuw fenomeen. Hun komst wordt geduid als onderdeel van een paradigmaverschuiving (Goossens, 2010; Van Erp et al, 2012; Stam, 2012). Het betreft een verschuiving van een meer medisch georiënteerd model naar een model gericht op concepten als herstel, empowerment en zelfregie. Er bestaat over de inzet van ervaringsdeskundigen als onderdeel van het zorgaanbod nog veel onduidelijkheid. In twee onderzoeksprojecten staat de inzet van ervaringsdeskundigen centraal, namelijk in het project Who Knows?! aan de Hogeschool van Amsterdam en het project Vriend GGz aan de Hogeschool Utrecht. Beide projecten lopen nog; het praktijkgerichte gedeelte van Who Knows?! wordt afgerond in 2013, het gelijknamige promotietraject in 2015. Het onderzoeksproject Vriend GGz wordt in de loop van 2013 afgerond. In dit artikel willen we kennis delen over de wijze waarop wij kwalitatief onderzoek doen naar deze nieuwe ontwikkeling.
DOCUMENT
Te gast zijn Marije Kesselring en Dorien Graas, onderzoeker en lector bij verschillende jeugdlectoraten, met wie ik spreek over het thema de pedagogische basis. Marije deed promotieonderzoek naar de Pedagogical Civil Society, een begrip dat haar promotor Mischa de Winter eerder al had geïntroduceerd en dat gaandeweg veranderd is in het begrip de pedagogische basis, naar analogie van het begrip de sociale basis. Dorien is als lector en daarvoor onder meer als betrokkene bij de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling al lange tijd pleitbezorger van dit thema. De pedagogische basis is het idee dat andere mensen dan de ouders vanzelfsprekende medeopvoeders zijn van kinderen. Denk aan informele medeopvoerders zoals buurtgenoten en formele professionals zoals leraren en medewerkers van de kinderopvang. Onderliggend idee is dat opvoeden niet overgelaten wordt aan ouders en als het mis gaat aan pedagogische specialisten, maar dat we 'allemaal opvoeders' zijn. Dat is ook de naam van het overheidsprogramma dat Marije onderzocht heeft op het begrip Pedagogical Civil Society. Omdat Civil Society betekent dat burgers onderling hun zaken regelen, is de geschiktere naam pedagogische basis gekozen. Dat betekent dat andere ouders en professionals rondom kinderen mee opvoeden als onderdeel van hun professie en dat de gemeente hen daarin stimuleert en ondersteunt. Marije en Dorien pleiten ervoor dat de pedagogische relatie en pedagogisch handelen normaal is in school en samenleving en dat we met elkaar spreken en reflecteren over hoe breed ons normaal is, zodat pedagogiek niet alleen aan specialisten wordt overgelaten.
LINK
Bij een derde van de huishoudens die een beroep doen op schuldhulpverlening is de financiële problematiek vooralsnog onoplosbaar. Om hoeveel huishoudens gaat het? Wat zijn de oorzaken? En waarom is ‘vooralsnog onoplosbaar’ zo onwenselijk? Nadja Jungmann beantwoordt deze vragen voor Wmo Magazine, op basis van haar rapport Onoplosbare schuldsituaties, waarover onlangs Kamervragen zijn gesteld.
DOCUMENT