Na de succesvolle verschijning van het boek Interculturele gespreksvoering van Hoffman en Arts in 1994 heeft Hoffman in deze volledig herziene uitgave het TOPOI-model verder ontwikkeld. Het letterwoord TOPOI staat voor 'taal, ordening, personen, organisatie en inzet'. Het zijn de vijf gebieden waar zich in de communicatie cultuurverschillen en misverstanden kunnen voordoen. Het TOPOI-model omvat een praktisch analyse- en interventiekader om deze cultuurverschillen en misverstanden in de gespreksvoering op te sporen en aan te pakken. Het vernieuwende van het TOPOI-model is dat het vertrekpunt de interpersoonlijke communicatie is, en niet de cultuur. Voortbouwend op de algemene communicatie- en systeemtheorie van Watzlawick introduceert de auteur een nieuw concept van interculturele communicatie. Interculturele communicatie wordt omschreven als de interpersoonlijke communicatie waarin expliciet aandacht is voor de culturele factoren die van invloed op de communicatie zijn. Vanuit de systeemtheoretische invalshoek hangen deze culturele factoren niet alleen samen met iemands nationale of etnische achtergrond, maar evenzeer met sekse, leeftijd, sociale klasse, opleiding, seksuele voorkeur, beroep, religie en sociaal-geografische herkomst. Het TOPOI-model is dan ook een algemeen model dat voor elke communicatie inzetbaar is. Binnen deze brede definitie van interculturele communicatie zijn verschillende invalshoeken mogelijk. In het boek Interculturele gespreksvoering is gekozen voor de etnisch-culturele invalshoek omdat momenteel de ontmoeting en confrontatie tussen autochtonen en allochtonen van groot maatschappelijk belang is. Etniciteit is dus weliswaar het vertrekpunt, maar in het boek wordt steeds aangeknoopt bij de andere genoemde culturele dimensies en daarmee bij andere mogelijke sociale identiteiten van een persoon.
Sociaal werkers spelen een belangrijke rol spelen in de aanpak van eenzaamheid. Zij kunnen niet alleen signalen opvangen, maar het onderwerp ook bespreekbaar maken. Train jezelf daarom in gespreksvoering, zegt Eric Schoenmakers, zodat je kunt bepalen of iemand lijdt onder eenzaamheid, je de ander kunt helpen bij het ordenen van zijn of haar gedachten en naar de juiste hulp kunt verwijzen.
LINK
Gesprekken in een oncologisch traject focussen vooral op diagnose en behandeling. Zorgen over seksualiteit en intimiteit worden zelden besproken. Oncologische zorgprofessionals erkennen het belang van deze gesprekken, maar vinden het moeilijk om deze te voeren. Echter, het is essentieel dat patiënten hun zorgen rondom seksualiteit en intimiteit kunnen bespreken.Doel Het doel van dit project is het mogelijk maken en optimaliseren van het gesprek over seksualiteit en intimiteit in de oncologiespreekkamer, opdat beter in de behoeften van patiënten kan worden voorzien. Inzichten in de gesprekszorgen en -kansen worden opgenomen in een nieuw te ontwikkelen leeromgeving voor zorgprofessionals. Resultaten Het resultaat is een leeromgeving, die specifiek aansluit bij de leerbehoefte van zorgprofessionals, waarin deze professionals hun inzicht in gespreksvoering met kankerpatiënten over seksualiteit en intimiteit kunnen vergroten. Looptijd 01 september 2023 - 01 oktober 2025 Aanpak Er worden interviews gehouden met patiënten en focusgroepen met zorgprofessionals uit het consortium. De data die deze methoden opleveren worden geanalyseerd vanuit het discursief-psychologisch perspectief, waarbij wordt uitgegaan van het idee dat taal wordt gebruikt om handelingen te verrichten. Relevantie van het project Dit project levert een leeromgeving voor zorgprofessionals die hiermee hun gespreksvoering over seksualiteit met patiënten kunnen verbeteren. Binnen dit project is doorwerking richting onderwijs op diverse manieren vormgegeven. Docent-onderzoekers participeren in het project. Studenten van de ‘Kunst van de dialoog’ en studenten van ‘Oncologische zorg’ worden d.m.v. onderzoeksminoren, stages en afstuderen betrokken.
Gesprekken in een oncologisch traject focussen vooral op diagnose en behandeling. Zorgen over seksualiteit en intimiteit worden zelden besproken. Oncologische zorgprofessionals erkennen het belang van deze gesprekken, maar vinden het moeilijk om deze te voeren. Echter, het is essentieel dat patiënten hun zorgen rondom seksualiteit en intimiteit kunnen bespreken.
Bewindvoerders zijn professionals die als wettelijke taak hebben om de financiële belangen van hun cliënten onder bewind te beschermen. Dit gaat om mensen die tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om zorg te dragen voor hun financiën vanwege uiteenlopende redenen, zoals psychische problematiek, dementie maar ook schuldenproblematiek. De afgelopen jaren is het aantal mensen dat vanwege de grondslag schulden onder bewind staat fors gestegen. Mede hierdoor hebben bewindvoerders in 2014 de taakstelling gekregen om de financiële (zelf)redzaamheid van cliënten te bevorderen met als doel dat cliënten weer zelfstandig hun financiën kunnen beheren (dit heet uitstroom). Om dit proces te bevorderen werken gemeenten en bewindvoerders steeds vaker samen om burgers te ondersteunen bij duurzame uitstroom uit (schulden-)bewind. Mede door deze ontwikkelingen heeft het lectoraat Armoede Interventies (Hogeschool van Amsterdam) in nauwe samenwerking met de praktijk van bewindvoering de afgelopen twee jaar een coachingstool ontwikkeld die bewindvoerders ondersteunt bij het vergroten van de financiële vaardigheden van hun cliënten. Bij de toepassing van deze tool lopen bewindvoerders er echter tegenaan dat zij niet goed weten hoe zij hun cliënten kunnen motiveren aan de slag te gaan met de eigen financiële vaardigheden. Uit onderzoek in de schuldhulpverlening is bekend dat het effectief aanspreken van de motivatie van cliënten een aanzienlijke rol speelt bij het duurzaam en weer succesvol zelfstandig voeren van de financiële administratie. Een effectief bewezen methode die in de schuldhulpverlening wordt gebruikt om cliënten te motiveren is Motiverende Gespreksvoering (MVG). In dit project ontwikkelen onderzoekers van het lectoraat Armoede Interventies samen met bewindvoerders een prototype van een coachingstool waarin technieken uit MVG integraal worden opgenomen. Dit prototype vormt de basis voor een vervolgonderzoek waarin de tool wordt geïmplementeerd en geëvalueerd opdat bewindvoerders een onderbouwde en bruikbare tool hebben om hun cliënten succesvol te motiveren en te coachen richting financiële (zelf)redzaamheid.