Hoe kunnen we voorbij een maatschappelijke verhouding tot handicap die gebaseerd is op verschil en exclusie? ‘Willen we een ander soort engagement met handicap aangaan, dan volstaat bewustwording niet langer’, stelt Andries Hiskes. Hij ontdekt een vruchtbaar alternatief in de filosofie van Spinoza, die de potentie van een lichaam ziet als inherent relationeel van aard.
MULTIFILE
Inclusiegericht denken en doen is meer dan ooit noodzakelijk, nu de transities in volle gang zijn én nu Nederland het VN-verdrag voor personen met een handicap heeft geratificeerd. Maar het is ook lastig te realiseren. Er is een forse beroepstransformatie voor nodig, stellen Jeroen Knevel en Jean Pierre Wilken.
LINK
Een inclusieve arbeidsmarkt is nog belangrijker geworden sinds de invoering van het VN-Verdrag Handicap. Switchen tussen arbeidsmatige dagbesteding en beschut werk kan daarbij belangrijk zijn. Wat zijn de ervaringen hiermee?
DOCUMENT
Der UN-Vertrag stellt eine Verschiebung bezüglich der Sicht auf Menschen mit einem Handicap dar. Die Probleme, denen Menschen mit einem Handicap im täglichen Leben begegnen, sind nicht länger nur ihre eigenen Probleme und nur ihnen selbst zuzuschreiben. Erst die Gestaltung und Haltung der Gesellschaft macht Menschen zu Gehandicapten. Diese Analyse teilt Kwartiermaken vollkommen. Das Ziel des UN-Vertrages ist es, die Rechte und Würde von Menschen mit einem Handicap zu fördern und zu beschützen. Auch dieses Ziel teilen wir. Der UN-Vertrag will dies über ein Menschenrechtemodell erreichen. Auch Kwartiermaken tritt für diese Rechte ein, man könnte jedoch sagen, dass es den Nachdruck mehr und ergänzend auf einen moralisch-ethischen Appel an die Gesellschaft und ihre Institutionen, Bürger und Regierungen legt
DOCUMENT
Sinds 14 juli 2016 is het VN-Verdrag Handicap van kracht in Nederland. Dit verdrag biedt gemeenten de mogelijkheid om de integratie te realiseren tussen de verschillende beleidsterreinen binnen het sociaal domein, om zo te komen tot een inclusieve samenleving waarin iedereen mee kan doen. Onderdeel van dit verdrag is het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt door het ondersteunen van mensen met een beperking bij arbeidsparticipatie. Op grond van artikel 27 van het verdrag hebben personen met een handicap, net als iedereen, het recht om met werk dat zij zelf hebben gekozen in hun levensonderhoud te voorzien. Arbeidsmarkt en werkomgeving horen niemand uit te sluiten en moeten toegankelijk zijn voor personen met een handicap. Bij het lectoraat Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt van het Marian van Os Centrum voor Ondernemerschap en in samenwerking met de gemeente Appingedam is onderzoek gedaan naar de consequenties hiervan voor de werkprocessen van gemeenten.
DOCUMENT
Special Heroes heeft als doel om de beoefening van sportieve activiteiten door leerlingen in het speciaal onderwijs te bevorderen. Na een succesvolle pilot, hebben Gehandicaptensport Nederland, NOC*NSF en de Landelijke Vereniging voor Cluster 3-scholen (LVC3) vanaf 2009 het programma Special Heroes verder uitgerold. Om te evalueren hoe het programma is verlopen, is bij de start en aan het eind van de programmaperiode onderzoek uitgevoerd onder cluster 3-scholen van het speciaal onderwijs (SO en VSO). Deze scholen zijn gespecialiseerd in onderwijs aan leerlingen met een verstandelijke of lichamelijke handicap, een meervoudige handicap en aan langdurige zieke leerlingen. Dit rapport gaat in op de eindsituatie bij de cluster 3-scholen en hun leerlingen, zoals we vaststelden medio 2012 (1-meting). Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van vragenlijsten onder deelnemende scholen (n=34) en ouders/leerlingen (n=3.004). Daarnaast is kwalitatief onderzoek uitgevoerd bij tien scholen (interviews met vakleerkrachten, trainers, leerlingen en ouders) en bij programmamedewerkers van Special Heroes (7 bijeenkomsten). Tussentijds is een vragenlijst afgenomen onder sportaanbieders (n=136). Het rapport beschrijft de behaalde resultaten van Special Heroes op organisatieniveau en op het niveau van de einddoelgroep (cluster 3-leerlingen).
DOCUMENT
Het was belangrijk om de authentieke standpunten, wensen en gevoelens van jongeren met een beperking over inclusie in sport te achterhalen. Daarom zijn online focusgroepen gehouden met jongeren met een beperking, hun ouders en sportprofessionals in Finland, Litouwen, Portugal en Nederland. Uit deze interviews zijn zeven thema's met betrekking tot inclusie in sport naar voren gekomen, die een voor een worden toegelicht.
DOCUMENT
De rolstoel: het icoon voor handicap, dat ding waar je in ‘belandt’, meestal afgebeeld in zwaar roestvrijstalen uitvouwbare uitvoering, bedoeld om in voortgeduwd te worden. Die rolstoel, die interesseert ons niet! Welke dan wel? De rolstoel die de gebruiker zijn individuele vrijheid teruggeeft, en stimuleert tot bewegen. Bovendien, de rolstoel die de gebruiker de fysieke activiteit die nog inzetbaar is duurzaam laat gebruiken. Dat wil zeggen inspanning van het bovenlichaam zonder overbelasting en pijn.
DOCUMENT
Dit artikel besteed aandacht aan de context en omstandigheden van het werken aan een internationaal onderwijsproject, in dit geval gericht op verbetering van het onderwijs in Turkije ten behoeve van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. In dit project lag de nadruk op kwaliteitsverbetering, het bieden van gelijke onderwijskansen aan kinderen en jongeren met een beperking of handicap en het streven naar integratie van deze leerlingen in het reguliere onderwijs. Het project paste in de ondersteuning die Turkije krijgt vanuit de EU om op termijn te voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden aan toetreding tot de EU. In dertien regio's zijn pilots opgezet met het doel kleinschalige onderwijsveranderingen en -vernieuwingen te realiseren, die als voorbeelden van good practice zouden kunnen dienen voor andere regio's.
DOCUMENT
BackgroundSeveral conditions and diseases can result in speech problems that can have a negative impact on everyday functioning, referred to as communicative participation. Subjective problems with acquired speech problems are often assessed with the speech handicap index (SHI). To assess generic participation problems, the Utrecht Scale for Evaluation of Rehabilitation–Participation (USER-P) questionnaire is frequently used. The English questionnaire Communicative Participation Item Bank—short form (CPIB short form) is a 10-item valid, reliable instrument that assesses communicative participation. In the absence of a Dutch equivalent, translation and validation of the CPIB short form was required.AimsTo translate the CPIB short form into Dutch, and to determine its psychometric properties for the group of adults with speech problems resulting from a neurological aetiology or head and neck cancer.Methods & ProceduresTranslation of the CPIB short form was performed following the instructions of the European Organisation for Research and Treatment for Cancer (EORTC). In a cross-sectional multi-centre study, participants completed the Dutch CPIB short form together with the SHI and USER-P, and the CPIB a second time after 2 weeks. We assessed internal consistency and test–retest reliability of the CPIB. Construct validity was assessed based on correlations with SHI, USER-P and speech assessments.Outcomes & ResultsIn the validation study, 122 participants were included: 51 with dysarthria due to different neurological disorders, 48 with speech problems due to head and neck cancer treatment and 23 healthy controls. Internal consistency of the items was high (Cronbach's alpha = 0.962), the intraclass correlation coefficient (ICC) for test–retest reliability was high 0.908 (95% CI = 0.870–0.935). Construct validity was supported by a strong correlation between the Dutch CPIB short form and the SHI total score (SHI total rs = 0.887) and a moderate correlation between the Dutch CPIB-10 and the USER-P subscales (USER-P Frequency rs = 0.365; USER-P restrictions and USER-P satisfaction rs = 0.546). A moderate correlation was found between the Dutch CPIB-10 and the speech performance assessments (degree of distortedness r = −0.0557; p ≤ 0.001; degree of intelligibility r = 0.0562).Conclusions & ImplicationsThe Dutch CPIB short form provides a valid and reliable tool for clinical practice and research purposes. It allows clinicians to start using this PROM in clinical and research practice to systematically investigate the impact of the speech problems on communicative participation in a Dutch-speaking population.What this paper addsWhat is already known on the subjectCommunicative participation allows people to take part in life situations, but can be affected by acquired speech problems. The CPIB is a patient-reported outcome measure for the assessment of this concept. For the English language the 46-item bank and a 10-item short form is available.What this paper adds to existing knowledgeThis paper describes the process of translation of the CPIB short form into Dutch, and confirms its reproducibility and validity.What are the potential or actual clinical implications of this work?With this validated Dutch version of the CPIB short form available, professionals can implement this tool in clinical and research practice to systematically evaluate communicative participation.
DOCUMENT