Om te kunnen functioneren in de huidige kennismaatschappij worden kritische en onderzoekende vaardigheden belangrijk geacht voor toekomstige professionals (De Boer, 2017). Hogescholen spelen een belangrijke rol in het opleiden van deze professionals en hebben mede daarom de wettelijke taak gekregen om onderzoek te doen en dit te integreren in het onderwijs (Griffioen & De Jong, 2015). Hoe dragen docenten, onderzoekers, onderzoek- en onderwijsmanagers in de dagelijkse praktijk bij aan het samenbrengen van onderzoek en onderwijs? Om deze vraag te beantwoorden werden N=61 interviews afgenomen met deze actoren binnen drie Nederlandse hogescholen. De resultaten laten zien dat de gedragsintenties die de respondenten bespreken verdeeld kunnen worden in drie categorieën: integratie van onderzoek in onderwijs; integratie van onderwijs in onderzoek; en het samenkomen van onderzoek en onderwijs. In de drie categorieën kan zowel ‘direct gedrag’ als ‘ondersteunend gedrag’ onderscheiden worden. Opvallend is dat de focus binnen de gedragsintenties ligt op het integreren van iets van onderzoek in het onderwijs, en in mindere mate van iets van onderwijs in het onderzoek. De implicaties van de resultaten en de opzet van het vervolgonderzoek worden bediscussieerd met het publiek tijdens het congres.
DOCUMENT
Column uit Chemiemagazine over de plannen voor de komende vier jaar voor het hoger onderwijs
DOCUMENT
Column uit Focus over twee Amerikaanse boeken over het hoger onderwijs
DOCUMENT
Leren met Toekomstscenario’s is een breed toepasbare werkvorm voor het hoger onderwijs die ontwikkeld is in het kader van een project van de Digitale Universiteit. De DU is een samenwerkingsverband van hogescholen en universiteiten dat zich richt op onderwijsvernieuwingen en transformatie van opleidingen mede door de inzet van ICT-middelen. Het project Leren met Toekomstscenario’s is een samenwerking van de Hogeschool van Amsterdam, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Hogeschool InHolland. Doel van het project is tweeledig: het uitwerken van de scenariomethode tot een didactische werkvorm voor het hoger onderwijs en het verkennen van mogelijkheden om de methode te ondersteunen met behulp van ICT-toepassingen. Het project is gestart in februari 2005 en sluit af in oktober 2006. De methode is in die periode in verschillende pilots uitgevoerd op de Universiteit van Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam en Fontys Hogescholen. De pilots zijn ondersteund door de website www.scenarioleren.nl en andere digitale middelen. Onderdeel A beschrijft de scenariomethode in brede zin. De methode vindt zijn oorsprong in het bedrijfsleven waar het vooral ingezet wordt als strategisch instrument. Binnen het hoger onderwijs kan de methode echter ook ingezet worden als leer- en reflectie-instrument. Onderdeel B geeft een verdieping met betrekking tot de bijdrage die de scenariomethode kan leveren aan het leren van mensen.Onderdeel C is het meest uitgebreid en bevat een stap-voor-stap handleiding voor begeleiders die de methode willen gebruiken in het hoger onderwijs. Onderdeel D beschrijft op welke wijze de methode ondersteund kan worden met ICT. De methode leent zich goed voor vormen van blended learning. Onderdelen E en F sluiten deze publicatie
DOCUMENT
Recensie van Dam, G. ten et al. (2000) Onderwijskunde hoger onderwijs, tweede druk
DOCUMENT
Kritiek op het heersende managment in het hoger onderwijs
DOCUMENT
Verdediging van de stelling dat de aandacht voor waarden in het Hoger Onderwijs historisch en holistisch dienst te zijn.
DOCUMENT
Recensie van van Berkel et al. (2002) Toesten in het Hoger Onderwijs
DOCUMENT
Het aantal excellentieprogramma’s in het hoger onderwijs neemt toe. Zowel op universiteiten als op hogescholen is steeds meer aandacht voor gedifferentieerd onderwijs en onderwijs voor de excellente student. Om inzicht te krijgen in de stand van zaken omtrent het aanbod van excellentieprogramma’s in de bachelorfase van het hoger onderwijs is een inventarisatieonderzoek uitgevoerd.
LINK
Het Protocol Hoger Onderwijs is een inhoudelijke handreiking voor HO-instellingen (HBO en WO) om de begeleiding van dyslectische studenten te optimaliseren. Dit Protocol is ontwikkeld in het kader van het door OCW geïnitieerde Impulsproject 2004 onder regie van Handicap + Studie. De ontwikkelaars van dit protocol hebben dankbaar gebruik gemaakt van de praktijkgerichte suggesties van studenten en docenten van Fontys Hogescholen. Primaire doelgroep: studenten, docenten en studieloopbaanbegeleiders van HO-instellingen. Verder: beleidsmakers op instellingsniveau en tweedelijns begeleiders (studentendecanen, studentenpsychologen), raden van bestuur, professionaliseringscoördinatoren, medezeggenschapsraden en studentenfracties. Bij het boek is een dvd ontwikkeld waarin studenten en docenten aan het woord zijn over het omgaan met de belemmeringen die de functiebeperking met zich meebrengt. Op de bijgeleverde cd-rom zijn documenten voorhanden die ingezet kunnen worden bij de begeleiding van dyslectische studenten.
DOCUMENT