Hoe kunnen we bij grote woningbouwprojecten de straat zó ontwerpen dat de menselijke maat behouden blijft? In westerse steden moeten steeds meer inwoners worden gehuisvest. Dit brengt in veel gevallen de introductie van steeds hogere woontorens met zich mee. Hoewel zulke nieuwe stadsprojecten worden ontworpen met de bedoeling de bewoners een gevoel van kleinschaligheid te geven, blijft het onduidelijk hoe de gebruikers hoogbouw en andere vormen van hoge dichtheden daadwerkelijk ervaren op straat.Dit boek verkent hiervoor het nieuwe hybride werkveld van de neuroarchitectuur. Onderzoekers maken daarbij gebruik van geavanceerde technologie om na te gaan hoe het lichaam reageert op impulsen uit de gebouwde omgeving. Neuroarchitectuur introduceert het vakgebied en analyseert systematisch voorbeelden van straten met hoge dichtheden in westerse steden als Amsterdam, Toronto, Manchester en Oslo. Welke ontwerpoplossingen zijn er toegepast? En hoe worden de plekken visueel ervaren? Wat leert dat over het ontwerpen met een menselijke maat? Neuroarchitectuur stelt ontwerprichtlijnen ter discussie en biedt praktische handvatten om de menselijke maat van dichtbebouwde omgevingen te verbeteren.
DOCUMENT
Nederland staat voor een grote woningbouwopgave. Volgens cijfers van het CBS moeten er tot 2030 een miljoen woningen gebouwd worden in Nederland. De vraag naar nieuwe woningen concentreert zich met name in de stedelijke gebieden. Den Haag wil binnenstedelijk het aantal woningen verdubbelen in het zogenaamde Central Innovation District. Volgens de huidige plannen komen in het CID de komende jaren 20.500 woningen bij voor 40.000 nieuwe inwoners. Ten aanzien van stedenbouw kiest de gemeente Den Haag ervoor om het CID te ontwikkelen tot een centrummilieu: een gebied met een hoge concentratie van wonen, werken en andere voorzieningen. De functiemenging wordt onder andere ingevuld door middel van hoge bouw en hoogbouw waarbij de plint een belangrijke rol vervult. Maar hoe kan de buitenruimte van het CID zo worden ingericht dat het bijdraagt aan de kwaliteit van leven van de bewoners? In antwoord op deze vraag zijn in het afgelopen jaar een drietal expertmeeting georganiseerd vanuit De Haagse Hogeschool in samenwerking met de gemeente Den Haag. Deze expertmeetings vonden plaats in november 2020, januari 2021 en maart 2021. Hierbij wordt gefocust op drie thema’s, namelijk sociale eenzaamheid & architectuur, gezondheid & de openbare ruimte en stedelijke vernieuwing en ongelijkheid. De expertmeetings vonden alle drie online plaats.
DOCUMENT
Voor het project Sensing Streetscapes sprak Hogeschool van Amsterdam-onderzoeker Frank Suurenbroek met Marlies de Nijs, senior stedenbouwkundige bij de gemeente Utrecht. Zij vertelt over de Utrechtse manier van stadmaken met hoogbouw achter de coulissen van levendige plinten.Voor het onderzoeksproject Sensing Streetscapes maakten Frank Suurenbroek en Gideon Spanjar een booklet waarin zij en andere experts het belang van de menselijke maat in de verdichte stad analyseren. Het interview met Marlies de Nijs is daarin ook opgenomen.
LINK
Om te zien hoe sociale samenhang vandaag vorm krijgt, hebben we twee case studies van activiteiten die bewoners van Meerzicht gezamenlijk ondernemen beschreven. Het gaat dan specifiek om regelmatig terugkerende activiteiten met een gemeenschappelijk doel, die mensen samenbrengen. Dat is van belang omdat juist de herhaling en doelgerichtheid sociale connecties mogelijk maakt. Deze connecties zijn van belang vanwege hulpbronnen zoals: informatie; diensten; materiële goederen en vertrouwen. In het geval van het vissen zien we een afname van sociale verbanden via het verenigingsleven. De in Meerzicht gevestigde hengelsportvereniging Het Pontje heeft duidelijk last van een vergrijzend kader. Maar we zien tegelijkertijd een gemeenschap van vissers in het Westerpark. Vissers die komen alleen of in kleine groepjes, waarbij men de andere vissers groet of een praatje maakt. Recent landelijk onderzoek onder sportvissers (Mulier instituut, 2017) sluit hier goed op aan. Het gaat veel vissers om natuurbeleving en om het tot rust komen. Daarnaast noemen, met name jongeren (16-20 jaar), gezelligheid en sociale contacten als belangrijk motief. Contact met andere vissers is vooral gericht op uitwisselen van kennis omtrent vistechnieken en op het leren kennen van andere mensen. Ook bij het moestuinieren valt op dat dit een plek/activiteit is die je alleen doet (rust geeft) en toch ook samendoet. De SCPstudie Tussen groen en grijs (2016) gaat ook in op de sociale kanten van tuinieren. Onderzoek laat zien dat op volkstuinen met een heterogene groep tuinders bridging mogelijk is. ‘De kracht van het kleine ontmoeten’ wordt het genoemd. Volkstuinen hebben als bijzonder kenmerk dat het contact veel non-verbaal verloopt: de onderlinge relaties worden in eerste instantie door ‘zichtbaarheid’ en ‘nabijheid’ gevormd. Mensen worden hier dus minder snel uitgesloten op basis van taal, beroep of woonplek. Het is bijzonder om te zien dat hier zowel bewoners uit Meerzicht- West, als uit Meerzicht-Oost actief zijn. Alle aspecten van sociale samenhang zijn we in Meerzicht tegen gekomen: ● ‘contact en ontmoeting’: Denk aan contact tussen buren, of ontmoetingen in de openbare ruimte. ● ‘sociaal netwerk en dingen samendoen’: We hebben voorbeelden gehoord van moeders die samen met de kinderen naar de Stadsboerderij gaan; mensen die samen wandelen, koffiedrinken of vissen natuurlijk. ● ‘wederzijdse hulprelaties’: Buren helpen en/of ondersteunen elkaar. ● ‘gezamenlijke activiteiten’: Er zijn diverse plekken waar men in georganiseerd verband vrijwilligerswerk kan doen, zoals sportclubs, de moestuinvereniging en de voedselbank. Er is een groot aantal bewonerscommissies actief. Debuurtvereniging in de Waterbuurt is een initiatief dat door buurtbewoners gedragen wordt. Hier spelen ‘best persons’ een belangrijke rol. De hier beschreven casussen geven het belang van aan van activiteiten die bewoners in lossere verbanden min of meer gezamenlijk ondernemen. Ook de plekken waar vrijwilligers werken hebben eenzelfde functie als knooppunt van sociale connecties.
DOCUMENT
Voor u ligt het booklet Sensing Streetscapes: perspectieven op verdichting. Het bundelt de interviews van elf ontwerpbureaus, drie gemeentelijke senior stedenbouwers, de voormalige rijksadviseur, vijf mondiale academische pioniers van de neuro-architectuur en een verkenning naar negen bijzondere Chinese woningbouwprojecten.Deze uitgave is onderdeel van het tweejarig onderzoeksproject Sensing Streetscapes. Hierin werken onderzoekers van de HvA samen met de praktijk en internationale onderzoeksgroepen aan het ontleden van het begrip menselijke maat voor het ruimtelijk ontwerp. De conceptversie van het booklet werd op het eindseminar-excursie van 28 mei 2021 gepresenteerd. Aan de publicatie zijn de inzichten uit het eindsymposium en excursie toegevoegd, alsmede een top-10 lijst van lessen voor het verdichten met een menselijke maat op ooghoogte.
MULTIFILE
De rol van gemeenteraden bij participatie is vaak problematisch. Participatieprocessen worden doorgaans voorbereid en uitgevoerd door het college en de ambtelijke organisatie.Voor de raad is het vaak zoeken naar een productieve rol. Dit rekenkameronderzoek richt zich op een specifiek en cruciaal aspect daarvan: de rol van de raad bij het bewaken van de kwaliteit van participatieprocessen. De rekenkamercommissie heeft laten onderzoeken hoe de raad van Leiderdorp stuurt en toeziet op de kwaliteit van participatieprocessen in de gemeente, hoe college en organisatie de raad daarvoor toerusten, en hoe dat alles (nog) beter kan.
MULTIFILE
Zet meer financiële middelen en menskracht in bij het beter benutten van bestaande bedrijventerreinen in plaats van de uitleg van nieuwe bedrijventerrein en transformatie van werklocaties. Dat is de kern van een nieuw advies van de Sociaal Economische Raad (SER) Overijssel. 'Die oproep is eigenlijk gericht aan heel Nederland', zegt adviseur Cees-Jan Pen.
LINK
Door het lectoraat Monumentenzorg in de praktijk van de Hogeschool Utrecht is ons gevraagd een onderzoek te verrichten naar de methoden die worden toegepast voor het beschrijven van de cultuurhistorie in wijken van stedelijke vernieuwing aan de hand van een aantal praktijkvoorbeelden. Tevens zouden daarin bevindingen worden vermeld over de effectiviteit daarvan. Met dit onderzoek wil het lectoraat een basis leggen voor verder onderzoek naar dit onderwerp. In het voor u liggende rapport treft u een uitwerking aan van ons onderzoek. Dit rapport is samengesteld door twee studenten van de Reinwardt Academie te Amsterdam en is geschreven in het kader van de derdejaarsstage.
MULTIFILE
Hoe schept de fysieke ruimte de juiste condities voor haar gebruikers? Dit is een terugkerende uitdaging bij iedere gebiedsontwikkeling en herontwikkeling. In de huidige tijd is het temeer urgent vanwege de vergaande verdichting van onze steden, de stedelijke vernieuwing en de introductie van nieuwe 'on-Nederlandse' woonmilieus. Zo verdubbelt het aantal woontorens van boven de honderd meter de komende zes jaar. Hoe zorgen we dat die nieuwe fysieke ruimtes een leefbare woonomgeving creëren? Deze vraag is specifiek relevant voor het schaalniveau van de straat. Dat is onze gedeelde publieke ruimte en maken we dagelijks 'de sociale stad'. Nieuwe biometrische technologie biedt de kans om de relatie tussen fysiek en sociaal beter in beeld te krijgen.
MULTIFILE
Den Haag heeft duinen en paleizen, heeft een hofvijver en een tribunaal. Maar naast dit alles is er meer. Er staat zo'n kwart miljoen woningen, er zijn winkels en er zijn bedrijventerreinen. Over het grootste bedrijventerrein van Den Haag, de Binckhorst, gaat dit rapport. Het is een centraal gelegen gebied in Den Haag, zo'n 130 hectare groot. Het gebied mag zich de laatste jaren verheugen in veel aandacht van stedelijke beleidsmakers. De Binckhorst is een grote toekomst toegedicht met een groot aantal nieuwe woningen, een park, kantoren, winkels, verbetering van de verkeersverbindingen en nog veel meer. Ook is er reden om bij vernieuwing van het gebied te zoeken naar verbetering van duurzaamheid (waaronder CO2-uitstoot en energievoorziening). Met een groot accent op binnenstedelijke woningbouw kan ook de druk op verdere stadsuitleg worden verzacht. In het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool willen we meer weten hoe in Den Haag de maatschappelijke vraagstukken leven en aangepakt worden. Eerder (2000) was het lectoraat betrokken bij de vraag hoe de Binckhorst zich zou kunnen ontwikkelen tot een duurzaam bedrijventerrein. In de publicatie 'Zeker in de stad'(2008) keken we naar de vernieuwing van Den Haag Zuidwest. In de aanpak van Haagse krachtwijken (zoals de Schilderswijk en Transvaal) speelt de vraag wat de lokale overheid in het samenspel met andere partijen vermag om vraagstukken in de wijk op te lossen. In dit rapport wordt de maakbaarheid van de stad nader onderzocht aan de hand van de Binckhorst. Louis Kanneworff, lid van de kenniskring van het lectoraat, gaat in op de planontwikkeling van de Binckhorst. In tweede instantie levert hij in dit rapport ideeën en suggesties hoe de Binckhorst, 'het best bewaarde geheim van Den Haag', een duurzame stadswijk kan worden. Met dit rapport wil het lectoraat bijdragen aan het debat over de ontwikkeling van de stad in het algemeen en van Den Haag in het bijzonder. Reacties zijn welkom.
DOCUMENT