Background: It is thought that physical health conditions start at a young age in people with profound intellectual and multiple disabilities (PIMD). Knowledge regarding the prevalence, associations and development of these physical health conditions could be used for purposes of prevention as well as appropriate care and support but is currently lacking. Objective: The aim of this study is to gain insight into the prevalence of physical health conditions and associations between these conditions in young children with PIMD. Methods: The study used cross-sectional data related to the physical health conditions of children with PIMD (n = 51, aged between 12 and 61 months). Data were collected in Belgium and in the Netherlands through a checklist filled in by primary caregiver(s). Physical health conditions were classified into categories by the 10th revision of the International Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD-10) system. The number of physical health conditions and associations between them were analysed. The analysis focused on prevalence rates and associations represented by odds ratios (p < 0.05). A graphical model was estimated to represent dependencies and conditional dependencies between physical health conditions. Results: We found a mean of 3.8 (range 1–8, SD 1.9) physical health conditions per child. Most of the physical health conditions were found in the ICD-10 chapter ‘Nervous System’, with hypotonia as the most frequent at 70.6%. Five significant large associations were found between spasticity–contractures (OR 9.54); circulatory system–contractures (OR 7.50); scoliosis–contractures (OR 10.25); hearing impairments–skin problems (OR 58.20) and obstipation–hypotonia (OR 19.98). Conclusion: This study shows that at a young age, multiple physical health conditions are present in children with PIMD. In addition, we found five associations between physical health conditions.
In the Abstract the following is sentence is changed:Original abstract sentenceA strong negative correlation was found between theTSK-NL Heart and the HADS (Anxiety) (rs –0.51).Corrected abstract sentenceStrong positive correlations were found between theTSK-NL Heart and de HADS (Anxiety) (rs: 0.60) andbetween the TSK-NL Heart and the CAQ (rs: 0.61).
De insectensector is nog kleinschalig, maar verwachting is dat deze sector komende jaren een enorme groei gaat doormaken. Insecten staan in de belangstelling vanwege een verscheidenheid aan toepassingsmogelijkheden in de industrie, farmacie, en in food en feed. Er worden op dit moment verschillende kweeksystemen ontwikkeld voor verschillende insectensoorten. Binnen dit project wordt gewerkt met een kweekunit voor larven van de zwarte soldaatvlieg (BSF) die naast een pluimveestal is geplaatst. In deze kweekunit komt dagelijks 200-250 kg larven beschikbaar om levend gevoerd te worden aan leghennen. Om de kweekunit toepasbaar te maken voor de praktijk is automatisering van het verstrekken van de larven noodzakelijk. Een transportsysteem om larven van de kweekunit naar de pluimveestal te verplaatsen moet worden ontwikkeld en vervolgens moet het gelijkmatig verstrekken van de larven door de stal geautomatiseerd worden. Voor het transport van larven van de kweekunit naar de leghennenstal worden twee ideeën getest, 1) via een transportband, en 2) via een zuigsysteem. Hierbij wordt het welzijn van de larven in acht genomen. Het transportsysteem moet uitkomen op een voersysteem waarmee de larven gelijkmatig over de stal verdeeld kunnen worden. Ook dit systeem moet nog ontwikkeld worden, waarbij binnen dit project getest zal worden of larven in een hopper terecht kunnen komen die vervolgens via een rail door de stal kan gaan en waarbij een doseersysteem voor een gelijkmatige verspreiding moet zorgen. Gedrag en welzijn van de leghennen rondom voeren van de larven zal worden gemonitord. Het onderzoek zal bijdragen aan de praktische toepasbaarheid van het kweken en voeren van larven op het pluimveebedrijf. Het practoraat dierenwelzijn en -gezondheid, Team Veehouderij van Aeres MBO Barneveld, Team Agrotechniek & Management en het lectoraat Duurzame Pluimveehouderij in een Circulaire Bedrijfsvoering van Aeres Hogeschool Dronten zullen het transport- en voersysteem ontwikkelen in samenwerking met ketenontwikkelaar RavenFeed en Pluimveebedrijf Beek.
De robot assistent is een nieuwe, veelbelovende technologie om docenten te ondersteunen en leerprestaties te verbeteren. Echter, een moreel kader voor een aanvaardbare inzet van zulke robots mist nog.Doel Het doel van dit project is, het creëren van een richtlijn, in samenwerking met stakeholders, voor het toepassen van robots in het basisonderwijs op een moreel verantwoorde manier. Resultaten Het hoofddoel van dit project is het creëren van een richtlijn voor het moreel verantwoord toepassen van sociale robots in het Nederlandse basisonderwijs. Deze richtlijn kan worden gebruikt door alle belangrijke belanghebbenden, zoals leraren, robotbedrijven en schoolbesturen, bij het nemen van beslissingen over het ontwerpen, bouwen en toepassen van sociale robots. Looptijd 01 november 2017 - 01 november 2021 Aanpak Dit project maakt gebruik van de Value Sensitive Design Methodology. Ten eerste voeren we een grootschalig systematisch literatuuronderzoek uit om de relevante morele waarden te identificeren. Daarna houden we focusgroepsessies met belanghebbenden om deze waarden verder te conceptualiseren. Op basis van de focusgroepsessies zullen we een enquête ontwikkelen om kwantitatieve gegevens over de stakeholderperspectieven te verkrijgen. Deze onderzoeken vormen de basis voor de richtlijnen. Extra informatie Stel je voor: een robot die de leerkracht helpt in de klas. Interview met Matthijs Smakman voor De Nationale Wetenschapsagenda (NWA) Relevantie Bijdrage aan de wetenschap Meerdere studies benadrukken de dringende behoefte aan ethische reflectie en richtlijnen voor robotleraren en theoretisch integratie van de tot dusver bekende, gefragmenteerde resultaten. Dit promotieonderzoek beoogt dit te doen door het ontwikkelen van een nieuwe moraaltheorie over de ethische opvattingen die verbonden zijn aan de implementatie van robotleraren, en test de theoretische aannames empirisch. De resultaten zullen worden verspreid op wetenschappelijke conferenties, debatten en in tijdschriftpublicaties. Bijdrage aan de samenleving De angst en implicaties van intelligente robots die banen overnemen, maakt deel uit van een internationaal debat (Brynjolfsson &amp; McAfree, 2016) en zal een grote impact hebben op de taken van docenten. Robotleraren zijn een perfecte kandidaat om te helpen leraren in hun toenemende werkdruk. Er moet echter voorzichtig worden omgegaan met het introduceren van robotleraren in het klas. Dit doctoraatsonderzoek erkent de morele overwegingen en zorgt voor de nodige theoretische basis om een richtlijn te ontwikkelen voor de implementatie van robotleraren op een moreel gepaste manier. De resultaten wordt via websites, videoclips en maatschappelijke debatten aan het publiek getoond. Co-financiering Dit onderzoek is gefinancierd door NWO, Promotiebeurs voor Leraren, projectnumer: 023.00.066 Aanvullende documenten en doorverwijzingen Publicaties Smakman, M.H.J.; Konijn, E.A.; Vogt, P.; Pankowska, P. Attitudes towards Social Robots in Education: Enthusiast, Practical, Troubled, Sceptic, and Mindfully Positive. Robotics 2021, 10, 24. https://doi.org/10.3390/robotics10010024 Smakman, M., Berket, J., Konijn, E. A. (2020, October). The Impact of Social Robots in Education: Moral Considerations of Dutch Educational Policymakers. In 2020 29th IEEE International Conference on Robot and Human Interactive Communication (RO-MAN) (pp. 647-652). IEEE. Van Ewijk, G., Smakman, M., & Konijn, E. A. (2020, June). Teacher's perspectives on social robots in education: an exploratory case study. In Proceedings of the Interaction Design and Children Conference (pp. 273-280). Konijn, E.A., Smakman, M. & van den Berghe, R. (2020). Use of Robots in Education. In: van den Bulck, J., Sharrer, E., Ewoldsen, D. & Mares, M-L. (Eds). The International Encyclopedia of Media Psychology. Wiley Publisher Smakman, M., Jansen, B., Leunen, J., & Konijn, E. (2020) Acceptable Social Robots in Education: A Value Sensitive Parent Perspective. In INTED2020 Proceedings (pp 7946-7953). Smakman M., Konijn E.A. (2020) Robot Tutors: Welcome or Ethically Questionable?. In: Merdan M., Lepuschitz W., Koppensteiner G., Balogh R., Obdržálek D. (eds) Robotics in Education. RiE 2019. Advances in Intelligent Systems and Computing, vol 1023. Springer, Cham Goudzwaard, M., Smakman, M., & Konijn, E. A. (2019). Robots are Good for Profit: A Business Perspective on Robots in Education. 2019 Joint IEEE 9th International Conference on Development and Learning and Epigenetic Robotics (ICDL- EpiRob), 54–60. https://doi.org/10.1109/DEVLRN.2019.8850726 Video Stel je voor: een robot die de leerkracht helpt in de klas