Nederland heeft een lange traditie van stevig industriebeleid. Welke lessen leert de geschiedenis voor de vergroening van de basisindustrie?
DOCUMENT
Uit het boek: "De Stichting voor Industriebeleid en Communicatie (SIC) speelde de laatste 18 jaar een belangrijke rol in het industriebeleid. We zien al weer een aantal jaren dat dit heeft bijgedragen tot hernieuwde aandacht voor de industrie en het stimuleren van arbeidsproductiviteit middels innovatie. Deze aandacht voor de industrie is noodzakelijk en relevant vanwege de bijdrage van industriële sectoren aan toegevoegde waarde, export en werk. Een bijdrage die deels ook indirect is, omdat dienstverlenende sectoren sterk afhankelijk zijn van de industrie. Nu, vanaf 2018, beëindigt de vrijwilligersorganisatie SIC ook de laatste activiteiten. Het bestuur heft de eigen stichting op. Er komt een eind aan 18 jaar behartigen van industriebelangen, zowel voor bedrijven als voor werknemers. Een unieke periode waaraan velen bijdroegen, Willem van der Stokker in het bijzonder. Het resultaat is dat industriebeleid weer op de agenda staat. Maar, in de woorden van de SIC-voorzitter op het Nationaal Industriedebat van 2013: “Of dit een permanent karakter zal hebben zal de toekomt uitwijzen. De vraag is wat er gaat gebeuren als de economie weer aantrekt.” Bovendien is er reden om aandacht te hebben voor de bijdrage van de industrie aan maatschappelijke vraagstukken – gezondheid, onze leefomgeving en welvaart. Zo blijft er in de toekomst vanwege technologische veranderingen en vergrijzing aandacht nodig voor de arbeidsproductiviteit en voor innovatie die leidt tot een hogere arbeidsproductiviteit. Technologische veranderingen leiden tot andere producten, andere manieren van produceren en ander werk, wat kansen biedt voor de arbeidsproductiviteit. Vanwege de vergrijzing zullen we met minder mensen onze welvaart moeten zien te behouden. De welvaart en het welzijn van de bevolking is vervolgens nog wel afhankelijk van de omvang en kwaliteit van werkgelegenheid en van de verdeling van de revenuen van innovatie. Om deze thema’s het hoofd te kunnen bieden presenteren we namens de SIC deze aanzet voor een Agenda voor de Industrie. De boodschap van de SIC bouwt voort op de ervaring en het gedachtegoed van de afgelopen twee decennia. Op basis van deze ervaringen en met een scherp oog voor de huidige situatie omvat de Agenda voor de Industrie onderwerpen die nu en in de toekomst aandacht vragen van sociale partners, politiek en maatschappij. Een onafhankelijk Industrieplatform kan de Agenda voor de Industrie vaststellen, uitvoeren en monitoren."
DOCUMENT
Al meer dan honderd jaar zijn bedrijventerreinen dé aangewezen locatie om te ondernemen en te produceren. In Nederland zorgen zo’n 3.500 terreinen (> 80.000 hectare) voor meer dan 30% van de werkgelegenheid. Bedrijventerreinen zijn voor de Nederlandse economie van groot belang en vertegenwoordigen een ongekend, maar zwaar onderschat circulair potentieel. Grote effecten zijn te bewerkstellingen op het gebied van de circulaire economie, o.a. door het sluiten van materiaalstromen1. Dit potentieel krijgt echter vanuit overheidswege nauwelijks aandacht. Zo wordt in het Klimaatakkoord (2019) met geen woord gerept over circulariteit op bedrijventerreinen en in de dertig Regionale-Energie-Strategieën, die hieraan uitvoering geven, komen circulaire bedrijventerreinen amper terug. Het organiseren van publiek-private krachtenbundeling op bedrijventerreinen is essentieel voor het aanboren van de circulaire potentie. De rolinvulling van de lokale beleidsmedewerker werklocaties (zoals de EZ/RO-ambtenaar, accountmanager bedrijventerreinen en projectleider duurzaamheid) is echter weerbarstig. Enerzijds is het een zoektocht naar operationalisering van het concept circulaire bedrijventerreinen. Anderzijds moet het oorspronkelijk vooral inhoudelijke profiel worden verbreed naar een rol als innovatieve aanjager/procesmanager. Betrokken beleidsmedewerkers missen echter de juiste vaardigheden en tools voor een praktische aanpak om samen met ondernemers tot resultaten te komen. Dit geldt ook voor de hbo-opleidingen, als kraamkamer voor deze professionals. De circulaire potentie van bedrijventerreinen wordt daardoor onderbenut. De volgende vraagstelling staat in RAAK-project SAMEN BETER centraal: “Hoe kan de lokale beleidsmedewerker een effectieve katalysator worden om de circulaire potentie van bedrijventerreinen te benutten in co-creatie met relevante stakeholders?” Fontys Hogescholen en de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) willen met 9 gemeenten, 3 provincies, ondernemersorganisaties en bedrijventerreinenexperts de rol van de publieke professional versterken. Het consortium beoogt ontwikkeling van kennis en kunde, integrale besliskaders en op maat gemaakte procesvormen om realisatie van circulaire bedrijventerreinen een stap dichterbij te brengen. Het project wordt gesteund door lokale werkgeversorganisaties, parkmanagementorganisaties en bedrijventerreinverenigingen.