Dit reflectie-instrument is een hulpmiddel voor jeugdprofessionals om te reflecteren over het begeleiden van peer-to-peer interacties en hierover met elkaar het gesprek te voeren. Dit instrument is gebaseerd op literatuuronderzoek (Manders, Metz & Sonneveld, 2017)1 en op observaties en interviews met jeugdprofessionals bij 9 jongerenwerkaanbieders. In dit instrument zijn alleen handelingsvormen opgenomen die in de praktijk aantoonbaar bijdragen aan het versterken van peer-to-peer interacties. Hieronder beschrijven we kort de achtergrond van het instrument, welke peer-to-peer interacties jeugdprofessionals kunnen bevorderen, welke handelingsvormen jeugdprofessionals in kunnen zetten om peer-to-peer interacties te bevorderen, en hoe het reflectie-instrument gebruikt kan worden.
DOCUMENT
Leerkrachten vinden het lastig om leerlingen met een autismespectrumstoornis (ASS) passende ondersteuning te geven en een goede relatie met ze op te bouwen. Om leerkrachten hierin te ondersteunen, werden onder meer de interacties tussen hen en leerlingen met ASS onderzocht. Daaruit bleek ook welke interacties succesvol zijn.
LINK
Deze studie kent de volgende opbouw. Voordat er concrete stappen gezet kunnen worden om onderwijs meer inclusief te maken, is het van belang om te weten waarom juist deze stappen gezet dienen te worden. Daarom gaan wij in hoofdstuk 2 eerst in op inzichten die een licht werpen op mechanismen die ten grondslag liggen aan interacties tussen studenten en docenten. Wij proberen hiermee wellicht onbewuste, en daarmee nauwelijks zichtbare processen die zich afspelen tussen docenten en studenten, in de schijnwerpers te plaatsen. Deze mechanismen uiten zich in zowel docent- als studentgedrag, die onderling ook weer op elkaar inwerken. In hoofdstuk 3 kijken we naar in onderzoek genoemde handelingsperspectieven voor docenten om een inclusieve leeromgeving tot stand te brengen en te bevorderen. En ten slotte in hoofdstuk 4 zullen we de theoretische bevindingen in een samenvattend hoofdstuk proberen in te bedden in de dagelijkse onderwijspraktijk.
DOCUMENT
Veel kinderen in de leeftijdsgroep van 8 tot 12 jaar haken af op de sportclub door slechte ervaringen met goedbedoelende, maar vaak onvoldoende deskundige jeugdtrainers en door de soms negatieve sfeer op en rond sportvelden. Dat geldt vooral voor kinderen die moeilijk-te-verstaan (‘lastig’) gedrag vertonen ten gevolge van milde psychosociale problemen. Het project beoogt een gedragsverandering bij jeugdtrainers te stimuleren en daarmee bij te dragen aan een veilig en inclusief klimaat voor kinderen op de sportclub. Getracht wordt om professionals zoals buurtsportcoaches en clubkadercoaches, te voorzien van een gebruiksvriendelijke digitale tool voor het begeleiden van jeugdtrainers. Daartoe wordt via een social design-benadering gefaseerd gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de digitale tool App4Support, waarvan we recent in een eerder project een Proof of Concept (PoC)-versie tot stand hebben gebracht. De verdere ontwikkeling van App4Support vindt plaats binnen drie werkpakketten: 1. Participatie en co-creatie – Sportprofessionals, jeugdtrainers en ouders ontwerpen gezamenlijk gedragsinterventies voor jeugdtrainers die aansluiten bij de realiteit op de sportclub; 2. Gedrag en empowerment – Via interactieve workshops beoordelen sportprofessionals, jeugdtrainers en ouders gezamenlijk op basis van praktijkervaringen in hoeverre de ontworpen gedragsinterventies daadwerkelijk positief gedrag stimuleren en negatieve interacties ombuigen; 3. Waardecreatie en opschaling – Gunstig beoordeelde gedragsinterventies worden geïntegreerd in de digitale tool App4Support, met bijzondere aandacht voor de gebruiksvriendelijkheid van de app, de prioritering van adviezen en de toevoeging van gamification-elementen. Dit éénjarige project wordt uitgevoerd door Hogeschool Windesheim in samenwerking met Feeton als bedrijf uit de creatieve industrie, met In Opbouw, Intraverte en Sportservice Zwolle als organisaties uit de sector sport en gezondheid, en met enkele sportverenigingen. Vanuit een social design-benadering worden pedagogische inzichten, innovatieve methodes, gebruikerswensen en digitale technologie gecombineerd ter stimulering van positieve sportervaringen voor kinderen met milde psychosociale problemen.
"Artificial Kinship" is een innovatief artistiek onderzoeksproject dat de synergie tussen kunst, technologie en zorg onderzoekt. Het project bouwt voort op de ervaring met belichaamde kunstmatige intelligentie (AI) in de robotkunst en zet die kennis in om de complexe en dynamische interacties binnen de zorgsector te herdefiniëren. Traditionele, rigide robotsystemen hebben moeite met de menselijke dynamiek in zorgverlening. Tegelijkertijd laten de ethische principes van de zorg weinig ruimte voor de onvoorspelbaarheid van praktijkexperimenten. Robotkunst heeft binnen de robotica een rijke geschiedenis in het bevragen van wetenschappelijke tradities. Een terugkerend thema is het contrast tussen het feilloze imago van robots in gecontroleerde omgevingen en hun ogenschijnlijke hulpeloosheid in de onvoorspelbare buitenwereld. Dit thema wint aan maatschappelijke, maar ook artistieke urgentie nu de verwachtingen van AI-toepassingen stijgen. Om op die urgentie te sturen heeft artistiek onderzoek naar AI meer uitwisseling tussen, en ontwikkeling van relevante praktijken nodig. Dit project verkent zulke verbinding en ontwikkeling in onderzoek naar AI-toepassingen die beter aansluiten bij de vaak onvoorspelbare realiteit van zorgsituaties. Het project is opgezet als een multidisciplinaire samenwerking waarin studenten, onderzoekers, zorgprofessionals en kunstenaars gezamenlijk experimenteren en in dialoog treden. We onderzoeken hoe kunstzinnige experimenten bijdragen aan het ontwerpen van mensgerichte zorgsystemen. Hierbij combineren we de potentie van AI om zorgprocessen te ondersteunen met de lessen uit de robotkunst over de mogelijkheden en beperkingen van AI in de realisatie van "Artificial Kinship": empathie, affiniteit en verbondenheid tussen mens, machine en omgeving. "Artificial Kinship" benut technologie en artistieke kennis om zorg en welzijn toekomstbestendig te maken, met als doel inzichten te genereren die zowel de zorgsector verrijken als artistieke praktijken rond deze thema’s verder ontwikkelen en beter met elkaar verbinden. De resultaten worden breed gedeeld, zodat de opgedane kennis direct bijdraagt aan vernieuwende benaderingen in het onderwijs en de praktijk van zorg en welzijn.
Lectorate, part of NHL Stenden Hogeschool