Veel Nederlandse jeugdigen en hun ouders krijgen jeugdhulp. In de ene gemeente meer dan in de andere. Binnen gemeenten zijn er soms grote verschillen tussen wijken. Deze hebben te maken met bijvoorbeeld het aantal kinderen dat in armoede of in een eenoudergezin opgroeit. Ook in de regio Haaglanden zijn grote verschillen in het gebruik van jeugdhulp tussen en binnen de gemeenten in de regio. Ook wijken die wat betreft demografie erg op elkaar lijken, kunnen sterk van elkaar verschillen in jeugdhulpgebruik. Om meer grip te krijgen op deze verschillen, worden in dit rapport de volgende onderzoeksvragen beantwoord: 1. Zijn er verschillen tussen daadwerkelijk en verwacht gebruik van jeugdhulp op basis een landelijk model in de regio Haaglanden? En zijn er verschillen tussen wijken? 2. Zijn verschillen tussen wijken in de regio Haaglanden te duiden op basis van aanvullend lokaal beschikbare kwantitatieve data en/of op basis van aanvullend kwalitatief onderzoek? a. Kan het gebruik van jeugdhulp in Haaglanden nog beter geschat worden met aanvullende wijkkenmerken die niet zijn opgenomen in het landelijk model? b. Kunnen factoren van de inrichting van het stelsel de verschillen verklaren tussen het voorspelde en het werkelijke jeugdhulpgebruik? Voor de beantwoording van bovenstaande vragen is uitgegaan van het landelijk model van het SCP om jeugdhulpgebruik zonder verblijf te voorspellen. Dit model berekent op basis van kenmerken op wijkniveau, zoals het aandeel niet-westerse migranten, het aandeel eenouderhuishoudens en het aandeel huishoudens in de bijstand het verwachte gebruik van jeugdhulp zonder verblijf voor de betreffende wijk. Het model is gebaseerd op cijfers uit 2017 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De resultaten uit dit model voor de regio Haaglanden zijn gebruikt als basis voor de beantwoording van de onderzoeksvragen in dit rapport.
MULTIFILE
Wie kent hem niet, de legendarische opschepper Baron Karl Friedrich Hieronymus von Münchhausen? - naar eigen zeggen in staat tot het onmenselijke. Zo beweerde hij zichzelf én zijn paard aan de haren uit het moeras te hebben getrokken. Je hoeft geen afgestudeerd fysicus te zijn het onmogelijke hiervan in te zien. Wat heeft dit bekende verhaal te maken met jeugdhulp? Er is een analogie tussen de jeugdhulp en de baron. De jeugdhulp, of de jeugdzorg zo u wilt, bevindt zich al geruime tijd op zompige, slurpende gronden. Het almaar stijgende gebruik van jeugdhulp maakt dat de hele sector vaster en vaster in het moeras komt te zitten. Met vele handen poogt de sector zichzelf aan de haren omhoog te trekken. Tevergeefs, zo lijkt het als we kijken naar zo maar wat koppen van het afgelopen jaar.
MULTIFILE
In dit onderzoek staan de ervaringen van cliënten met jeugdhulp in de regio Haaglanden centraal. Daarbij is specifiek gevraagd naar tevredenheid, samenwerking, aansluiting op de hulpvraag en de alliantie cliënt-professional. De hoofdvraag luidt: "Wat zijn de ervaringen met jeugdhulp van ouders en jongeren die in 2019 en/of 2020 jeugdhulp ontvingen in de regio Haaglanden? In deze rapportage doen we verslag van het onderzoek. Achtereenvolgens bespreken we de opzet en vraagstelling en de resultaten. We ronden af met conclusies en aanbevelingen Met medewerking van Bianca Prins, Judith Zweers van de gemeente Leidschendam-Voorburg en studenten Pedagogiek van de HHs
MULTIFILE
De Jeugdwet verplicht gemeenten om jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek (CEO) uit te voeren. In 2019 heeft het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van de HHs in samenwerking met studenten dit onderzoek uitgevoerd voor de regio Haaglanden. De gemeente Leidschendam-Voorburg wilde een dergelijk onderzoek graag voor de eigen gemeente laten uitvoeren. In 2020 en 2021 hebben tweedejaarsstudenten Social Work vijfentwintig ouders en twee jongeren geïnterviewd over hun ervaringen met de toegang tot jeugdhulp, hun ervaringen met de aansluiting op hun hulpvraag en hun ervaringen met samenwerking en regie. In deze samenvatting worden de resultaten beknopt weergegeven.
DOCUMENT
Gemeenten hebben de wettelijke plicht om onderzoek te doen naar de tevredenheid van gezinnen over de jeugdhulp. In het voorjaar van 2022 heeft het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van De Haagse Hogeschool met medewerking van tweedejaarsstudenten Pedagogiek cliënten van DelftSupport die in 2021 jeugdhulp hebben ontvangen geïnterviewd. Hoewel het kleine aantal interviews niet representatief is voor alle gezinnen en jongeren die hulp hebben ontvangen, zijn deze wel waardevol. Achter elke ervaring zit een verhaal, een gezin, een kind of jongere met een hulpvraag. Op basis van de interviews en de reflectie door het team adviseren we om te investeren in een betere samenwerking met de ketenpartners. Verlies daarbij vooral het gezin niet uit het oog en laat waar mogelijk de regie bij het gezin.
MULTIFILE
In het onderzoek stond de vraag centraal hoe de samenwerking tussen ouders, onderwijs en jeugdhulp verbeterd kon worden. Dit kwalitatieve onderzoek bestond uit drie stappen. 1. Met ouders, professionals en beleidsmakers zijn uitgangspunten opgesteld over wat men onder goede samenwerking tussen ouders, onderwijs en jeugdhulp verstaat. Dit waren drie online focusgroepen, waar transcripten en een samenvatting van zijn. 2. Op 5 scholen zijn 21 casussen besproken en geëvalueerd aan de hand van deze uitgangspunten. Per casus (kind en diens gezin) zijn 1 tot 3 interviews gehouden, is een tijdlijn ingevuld en is een bespreking gehouden. De interviews zijn getranscribeerd en geanonimiseerd, de tijdlijn is een afbeelding en de bespreking is genotuleerd. 3. De bevindingen zijn ook besproken met beleidsmakers en bestuurders in twee bijeenkomsten van de Governancegroep. Hier zijn notulen van. Uit ons onderzoek kwamen zeven sleutels om de samenwerking tussen ouders, onderwijs- en jeugdhulpprofessionals te verbeteren, namelijk: 1. Bevorderen van duurzame onderlinge relaties 2. Het kind in diens context centraal stellen 3. Versterken van de vakbekwame professional 4. Ruimte om samen te werken 5. Dekkend aanbod in onderwijs en jeugdhulp met ruimte voor maatwerk 6. Ontschotten van het onderwijs en de jeugdhulp 7. Samenwerken met hulp rondom bestaanszekerheid
DOCUMENT
De gemeente Leidschendam-Voorburg heeft het lectoraat Jeugdhulp in transformatie van De Haagse Hogeschool (HHs) gevraagd om, samen met studenten, een kwalitatief cliëntervaringsonderzoek uit te voeren onder haar inwoners die jeugdhulp krijgen. De Jeugdwet verplicht gemeenten om jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek (CEO) uit te voeren. In 2016 deed de regio Haaglanden, waartoe Leidschendam-Voorburg behoort, een kwantitatief CEO onder jongeren en ouders. Aanvullend daarop liet de regio Haaglanden een kwalitatief CEO uitvoeren om enkele thema’s die voortkomen uit het kwantitatieve onderzoek uit 2016 verder uit te diepen. Dit onderzoek is in 2019 uitgevoerd door het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van de HHs in samenwerking met studenten Social Work en Pedagogiek. De gemeente Leidschendam-Voorburg wilde een dergelijk onderzoek graag voor de eigen gemeente laten uitvoeren. In deze rapportage doen we verslag van het onderzoek. Achtereenvolgens bespreken we de opzet en vraagstelling en de resultaten. We ronden af met conclusies en aanbevelingen. Met medewerking van Bianca Prins, Judith Zweers van de gemeente Leidschendam-Voorburg en studenten Social work van de HHs
MULTIFILE
Posterpresentatie in het kader van het Congres jeugd in onderzoek / Tool Jeugdhulp systeem uitleggen / Opgroeien en opvoeden vragen om een huis met een stevig fundament / Jeugdhulp helpt jeugdigen en ouders dat fundament te versterken
DOCUMENT
Jeugdformaat biedt residentiële jeugdhulp aan in de regio Haaglanden, bestaande uit logeerhuizen, aanleunwoningen en zelfstandige studio’s (HAT). Jeugdformaat wil weten hoe het met jongeren gaat die de logeerhuizen hebben verlaten. Met dit onderzoek trachten we deze vraag te beantwoorden. In het onderzoek is het sociaal-competentiemodel als kader gebruikt, omdat Jeugdformaat in de logeerhuizen vanuit dit model werkt. Dit model gaat er vanuit dat er voor elke levensfase bepaalde ontwikkelingstaken zijn die een kind dient te volbrengen om zich goed te kunnen ontwikkelen. Jongeren kijken verschillend terug op de begeleiding door Jeugdformaat. De uitdaging voor Jeugdformaat zit vooral in het bieden van maatwerk: wat heeft welke jongere op welk moment aan begeleiding nodig? Jongeren zijn over het algemeen tevreden over de begeleiding bij onderwijs en werk, hun fysieke gezondheid en uiterlijke verzorging. Daarnaast vertellen enkele jongeren spontaan over de aandacht voor hun mentale gezondheid. Daarentegen is er volgens jongeren onvoldoende aandacht voor het onderhouden van vriendschappen en relaties en voor het zinvol invullen van hun vrije tijd. Alle jongeren hadden begeleiding nodig bij het vormgeven van de relaties met hun ouders en familie. Stimulering van het contact, begeleiding bij contactmomenten, reflectie op de contactmomenten en respect voor hun wensen rondom het contact hielpen daarbij. Wat betreft de veiligheid op de groep vinden jongeren het belangrijk dat algemene ruimtes schoon zijn en dat vriendschappen op de groep niet gestimuleerd worden. Daarnaast zeggen ze dat er streng gecontroleerd zou moeten worden op alcohol en drugs op de groep en op (seksuele) relaties tussen groepsgenoten, om zo ongewenste en onveilige situaties te voorkomen. Tenslotte vinden jongeren een goede voorbereiding op zelfstandigheid na hun verblijf bij Jeugdformaat belangrijk. Zij hebben hulp nodig bij het vinden van een geschikte woning, het leren omgaan met hun financiën en bij het vinden van hun weg naar instanties en regelingen die er zijn om hen te ondersteunen.
MULTIFILE
Dit onderzoek, met de vraag welke beelden over jeugdhulp bij ouders en jeugdigen in de regio Haaglanden leven, is in 2022 uitgevoerd door het lectoraat Jeugdhulp in transformatie in samenwerking met studenten Pedagogiek van de Haagse Hogeschool. Voor het onderzoek zijn 48 personen geïnterviewd. De interviews werden gehouden met behulp van een semigestructureerde vragenlijst en geanalyseerd door de onderzoekers van het lectoraat. Bijna alle respondenten zijn op de een of andere manier bekend met jeugdhulp. Ze geven aan dat jeugdhulp er is om kinderen veilig op te laten groeien. Ongeveer de helft van de respondenten spreekt vanuit een vorm van eigen ervaring. Ze hebben zelf of in hun naaste omgeving te maken gehad met een vorm van jeugdhulp. De indruk bestaat dat deze respondenten een positiever beeld van de jeugdhulp hebben. Daar waar eigen ervaringen ontbreken, zijn veel respondenten zich over het algemeen bewust dat het beeld in de media negatief gekleurd is en dat dat van invloed is op hun kijk op de jeugdhulp. Verder vinden de respondenten het positief dat jeugdhulp er is voor kinderen en gezinnen die problemen ervaren. Toch maken ze kanttekeningen bij de beschikbaarheid van de hulp. Negatieve kanten van de jeugdhulp die benoemd worden, zijn vooral de wachtlijsten en het daardoor ontbreken van passende, juiste hulp waardoor problemen mogelijk verergeren. Bijna alle respondenten geven aan dat ze jeugdhulp zouden inschakelen wanneer de problematiek ernstig genoeg is en nadat ze eerst zelf geprobeerd hebben om actie te ondernemen. Dit verklaart wellicht dat de meeste respondenten niet goed aan kunnen geven waar ze voor hulp terecht kunnen. Op het moment dat het echt zo ver is gaan ze via internet op zoek.
DOCUMENT