Teacher beliefs have been shown to play a major role in shaping educational practice, especially in the area of grammar teaching―an area of language education that teachers have particularly strong views on. Traditional grammar education is regularly criticized for its focus on rules-of-thumb rather than on insights from modern linguistics, and for its focus on lower order thinking. A growing body of literature on grammar teaching promotes the opposite, arguing for more linguistic conceptual knowledge and reflective or higher order thinking in grammar pedagogy. In the Netherlands, this discussion plays an important role in the national development of a new curriculum. This study explores current Dutch teachers’ beliefs on the use of modern linguistic concepts and reflective judgment in grammar teaching. To this end, we conducted a questionnaire among 110 Dutch language teachers from secondary education and analyzed contemporary school textbooks likely to reflect existing teachers’ beliefs. Results indicate that teachers generally appear to favor stimulating reflective judgement in grammar teaching, although implementing activities aimed at fostering reflective thinking seems to be difficult for two reasons: (1) existing textbooks fail to implement sufficient concepts from modern linguistics, nor do they stimulate reflective thinking; (2) teachers lack sufficient conceptual knowledge from linguistics necessary to adequately address reflective thinking.
Following the Sector Protocol for Quality Assurance for Practice-Based.Contributors Academy for AI, Games and Media:Mata Haggis Burridge (prof. EG), Qiqi Zhou, Hillevi Boerboom, Maria Pafi (postdoc, WuR), Alexander van Buggenum, Ella Betts, Wilma Franchimon (dir. AGM), Nick van Apeldoorn (Coord.Digireal), Harald Warmelink (Coord. Cradle & MSP Challenge), Magali Patrocínio Gonçalves, Ard Bonewald (MT Games), Marin Hekman, Marie Lhuissier, Carlos Santos (CTO Cradle), Jeremiah van Oosten (MT, games), Kevin Hutchinson, Frank Peters (MT ADS&AI), Bram Heijligers, Joey Relouw, Marnix van Gisbergen (Prof. DMC), Shima Rezaei Rashnoodi (Coord. DMC), Phil de Groot, Igor Mayer (prof. SG), Niels Voskens, Fabio Ferreira da Costa Campos, Tuki Clavero, Jens Hagen, Wilco Boode, Natalia Harazhanka-Pietjouw (PPC), Jacopo Fabrini & Silke Hassreiter.
De vraag: ‘Zal kunstmatige intelligentie (AI) mijn werk vervangen?’ is steeds vaker te horen, specifiek ook onder artsen in ziekenhuizen. AI wordt tegenwoordig ingezet voor allerlei doeleinden in de zorg, variërend van diagnoses stellen tot opereren. De belofte is dat AI de zorg efficiënter en nauwkeuriger maakt, maar er heerst ook onzekerheid onder artsen over de impact op hun werk. Om de vaak gestelde vraag te kunnen beantwoorden of en hoe AI het werk van de arts vervangt, is inzicht nodig in wat dat werk precies inhoudt. Daarvoor introduceren we het woord ‘vakmanschap’. Vakmanschap staat voor bekwaamheid in een vak. We onderzoeken hoe AI het vakmanschap van de arts beïnvloedt en houden rekening met diverse medische specialismen en typen AI. Vervolgens maken we de vertaalslag naar hoe impact van AI op vakmanschap mee te nemen in een verantwoord ontwerp- en implementatieproces van AI. Ons consortium vertegenwoordigt de stem van de arts in ziekenhuizen, het perspectief rondom ‘vakmanschap’ en een veranderende arbeidsmarkt, het perspectief van de AI-ontwikkelaar, de methodische kennis rondom de KEM Ethiek & Verantwoordelijkheid en het mensgericht ontwerpen perspectief. Uiteindelijk beogen we zorg duurzaam te kunnen verlenen met een optimale interactie tussen arts en AI.
Augmented Reality (AR) kan de mogelijkheid bieden om chirurgische ingrepen te ondersteunen. Zowel pre-operatief (planning) als gedurende een ingreep kan AR ondersteunend worden ingezet, alsmede voor het trainen van specifieke ingrepen. AR is bekend geworden van devices zoals de HoloLens, maar er zijn meer technische implicaties van deze technologie. De HoloLens en Google Glass zijn head-mounted-displays die virtuele informatie aanbieden in het gezichtsveld van de gebruiker. Toch zijn er ook andere vormen die minder bekend zijn zoals (mobiele) display gebaseerde oplossingen (bekend van bijvoorbeeld Pokémon Go) en 3D-projection mapping, waarbij informatie wordt geprojecteerd op 3D-objecten met speciale beamers. Vragen vanuit de praktijk (MST) laten zien dat de kansen van AR wel worden herkend, maar zich tegelijkertijd beperken tot een klein deel van de technische mogelijkheden, vaak op basis van welk product op dat moment 'trending' is. Het risico hiervan is dat toepassingen blijven liggen (omdat ze buiten de mogelijkheden van een bepaalde techniek vallen) of dat er oplossingen worden ontwikkeld die niet optimaal bij de toepassing passen (ontwikkeld binnen de grenzen van een bepaalde techniek). Het doel van dit project is om kansrijke en haalbare AR-zorgtoepassingen te identificeren. We doen dit door gebruikers (artsen) kennis te laten maken een breed spectrum van AR technieken en bijbehorende toepassingsmogelijkheden, en vervolgens vanuit een gebruikersperspectief een match te maken tussen die technieken en praktische toepassingen.
Versterken symbiose tussen Vlaanderen en Nederland in de regio tussen Turnhout en Tilburg door het verzilveren van het duurzaam toeristisch potentieel. Het beter ontsluiten en verbinden van activiteiten en nieuwe belevenissen voor verschillende doelgroepen: bezoekers, bewoners, ondernemers, jongeren, senioren, gezinnen.Collaborative partnersAPB Toerisme Provincie Antwerpen, Gemeente Alphen-Chaam, Gemeente Arendonk, Gemeente Baarle-Hertog, Gemeente Baarle-Nassau, Gemeente Goirle, Gemeente Merksplas, Gemeente Ravels, Gemeente Tilburg, Stad Hoogstraten, Stad Turnhout, Thomas More Mechelen-Antwerpen.