Kernproblemen in de aansluiting met het hoger beroepsonderwijs zijn de weinig flexibele overgang vanuit voortgezet en middelbaar beroepsberoepsonderwijs en de uitval en vertraging in de propedeuse. Vanaf 2002 werkt Fontys Hogescholen aan een goede doorstroom en aansluiting, die aanhaakt bij de innovaties in het hbo en mbo. De ontwikkeling van de Fontys Competentie Wijzer (FCW) is een belangrijk initiatief hierbij. De FCW is ontwikkeld als instrument voor de student in het middelbaar beroepsonderwijs om te onderzoeken of een vervolgstudie in het hbo iets voor hem is. De FCW is een selfassessment waarin de student zijn loopbaanoriëntatie, studie-interesses, algemene en sectorspecifieke hbo-begincompetenties, leerstrategieën, studiegedrag en ontwikkelpunten zichtbaar maakt. Het invullen van de (digitale) vragenlijst kost ongeveer één uur tijd en de resultaten komen direct beschikbaar. De mbo-student kan met de resultaten een beter onderbouwde keuze maken voor eventuele doorstroom. Ook vormen ze een prima uitgangspunt om te gaan werken aan minder sterke punten. Dit voornemen van de student kan input zijn bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Kortom, de FCW is een instrument om beter regie te kunnen voeren over de eigen studieloopbaan en daardoor kansrijker door te stromen naar en te studeren in het hbo. Wil de FCW succesvol zijn, dan is inbedding in de studieloopbaanbegeleiding voorwaardelijk. Vanuit de ervaringen met de FCW voor het mbo zijn de FCW voor het voortgezet onderwijs (havo) ontwikkeld alsmede de Fontys Propedeuse Wijzer (FPW).
DOCUMENT
Wat zijn belangrijke succesfactoren om onderzoek, onderwijs en ondernemen bij elkaar te brengen, zó dat 'het klikt'. De uitdaging voor de toekomst van bedrijven in de smart factoryligt bij data science: het omzetten van ruwe (sensor) data naar (zinnige) informatie en kennis, waarmee producten en diensten verbeterd kunnen worden. Tevens programma van het symposium t.g.l. inauguratie 3 december 2015
MULTIFILE
De Middellandstraat is een wereldse winkelstraat in de dynamische wijk Middelland van Rotterdam. De 600 meter lange straat kent een grote diversiteit aan speciale winkels, toko’s en eettentjes uit verschillende werelddelen. Dit boek presenteert inzichten uit een uitvoerig onderzoek naar de versterking van het ondernemerschap in de Middellandstraat en naar de beleving van de straat onder buurtbewoners, winkelbezoekers en ondernemers. Het reikt handvatten aan voor een verdere revitalisatie van deze en veel andere winkelstraten. Twee studenten van Inholland hebben onder begeleiding van de docenten Business Studies en de lector Crosscultureel ondernemerschap een bijdrage geleverd aan het boek en hun afstudeerscripties geschreven. Beiden zijn medeauteurs van dit boek.
MULTIFILE
Bedrijfsoverdrachten leiden tot innovatie en groei in het mkb. In 2011 is voor het eerst onderzoek gedaan naar de economische gevolgen van bedrijfsoverdrachten (Van Teeffelen, 2012). Wat is de situatie eind 2014, begin 2015? Steekproef vergelijkbaar met 2011 Er is een random steekproef van 4350 ondernemers getrokken in drie rondes. 2428 ondernemers hebben deelgenomen aan het onderzoek. De dataset is goed vergelijkbaar met de trekking in 2011. Kwaliteit en aantal bedrijven in overdracht is toegenomen Het aantal bedrijven in de verkoop is sterk gestegen: van 23.500 in 2011 naar 55.700 bedrijven nu. 10% van alle bedrijven met personeel staat nu te koop, een verdrievoudiging in vergelijking tot 2011. De kwaliteit van de bedrijven is toegenomen. Bedrijven zijn gegroeid in personeelsleden van 5,8 naar 7,3 fte. Het zijn vooral familiebedrijven die nu in de verkoop staan. Verkopende ondernemers beschikken over meer aan- of verkoopervaring, de bedrijven zijn minder afhankelijk van de ondernemer, de vraagprijs bij verkopende ondernemers lijkt realistischer. Verkopende ondernemers exporteren meer. Het percentage bedrijven dat kansrijk is bij verkoop is gestegen van 44% naar 53%. Punt van zorg is de toename van de ondernemersleeftijd bij verkoop: van begin vijftig in 2011 naar zestig jaar in 2014/15. Kwaliteit en aantal bedrijven in opheffingen afgenomen Het aantal bedrijven in opheffing is afgenomen van bijna 59.000 in 2011 naar 53.000 in 2014/2015. De kwaliteit van de bedrijven in opheffing is sinds 2011 achteruit gegaan. Zij zijn in personeelsomvang gekrompen en lopen achter qua innovaties. Ook zijn bedrijven in opheffing minder kansrijk geworden bij een eventuele verkoop. Bij opheffingen gaan jaarlijks 2,0% van alle banen in Nederland verloren. Economische effecten van bedrijfsoverdrachten fors gestegen. Bij overdrachten staan nu 7,1% van alle voltijdsbanen op het spel. Het afbreukrisico voor de Nederlandse economie is sterk toegenomen. Het werkgelegenheidsverlies als gevolg van mislukte overdracht is in vergelijking tot 2011 verdubbeld, de omzetderving en kapitaalvernietiging zijn verviervoudigd.
DOCUMENT
Dit is de tweede publicatie van MOVES over de (gewenste) positionering van de beweegzorgprofessional in de wijk. Op basis van onderzoeksresultaten presenteren we positioneringsrichtingen - als een keuzepalet - die kansrijk zijn. Het is bedoeld als inspiratie, en aanmoediging van een positioneringskeuze voor elke beweegzorgpraktijk in de wijk. De wijk is expliciet het speelveld waarin MOVES acteert. Dat kan ook een dorp zijn of een stadsdeel, vergelijkbaar met het verzorgingsgebied van de (dichtstbijzijnde) huisarts.
LINK
Uit het artikel: "Met een focus op specifieke topsectoren lijkt het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat een goede mix van generiek en specifiek innovatiebeleid te hebben. De uitgaven van het departement zijn evenwel niet in lijn met deze beleidsvisie en zijn merendeels op generiek beleid gericht."
LINK
Welke competenties heeft de publieke professional nodig om de circulaire economie op bedrijventerreinen met ondernemers en/of eigenaren aan te jagen? En welke organisatievorm en manier van samenwerking op een terrein is daarvoor nodig? Deze vragen staan centraal in het tweejarige NWO-SIA onderzoek Samen Beter van de Fontys Hogeschool en de HAN University of Applied Sciences met financiële ondersteuning van regieorgaan SIA. Tijdens een bijeenkomst in Arnhem op 25 januari 2024 werd een update van het onderzoek gedeeld. Aanvullend daarop gaven het PBL en de Stec groep gelet op de maatschappelijke actualiteit een presentatie over de ruimtebehoefte van de circulaire economie op bedrijventerrein, en hoe daar nu op te anticiperen.
LINK
How and where can Dutch design entrepreneurs find work in Germany? This was the question DutchDFA put to the research team at Inholland University of Applied Sciences in February 2010. But the researchers took a different angle, and generated unexpected data, revealing patterns, and valuable new insights into practicing design and architecture abroad.
DOCUMENT
Sociale innovatie kan bedrijven in het MKB een enorme boost geven. Maar de kennis die daarvoor nodig is, ontbreekt in veel bedrijven. Mijn Bedrijf 2.0 brengt MKB-ondernemingen in de regio Utrecht in contact met kennisinstellingen die wel beschikken over die kennis, zoals universiteiten, hogescholen, onderzoeksinstellingen en adviesbureaus. Met als doel: toepassing van deze kennis en daarmee het realiseren van duurzame economische groei van het MKB in de regio. Ruim 340 ondernemers grepen de kans om een gratis scan te laten uitvoeren die liet zien hoe hun bedrijf ervoor staat op het gebied van sociale innovatie. Die uitkomst leidde tot een adviesrapport, waarmee ze aan de slag zijn gegaan. Dankzij een voucher van € 4.000,- konden zij zich laten ondersteunen door een externe adviseur. Bovendien kregen ze de mogelijkheid om tal van workshops, opleidingen en netwerkbijeenkomsten bij te wonen die in het teken stonden van sociale innovatie. Een jaar na de eerste scan vulden ze een tweede scan in om het effect van de activiteiten vast te stellen. In dit boekje komen acht van de ruim 340 ondernemers van Mijn Bedrijf 2.0 aan het woord. Zij vertellen hoe zij werken aan een flexibele en efficiënte onderneming, waar dynamisch leidinggeven en slimmer werken voorop staan. Hun ondernemingen verschillen hemelsbreed van elkaar, maar er is een belangrijke overeenkomst: ze ondernemen nadrukkelijk samen met hun medewerkers. Dat leidt tot een grotere betrokkenheid en inzet van iedereen in het bedrijf. Zo onderstrepen deze acht ‘goede praktijken’ elk het motto van Mijn Bedrijf 2.0: De winst zit in je mensen
DOCUMENT
Hoofdstuk 3 in Verandering begeleiden Praktijkvoorbeeld: het gezin in een krachtenveld 3.1 Sociaal werkers in gezinnen 3.2 gezinnen in hun omgeving 3.3 Perspectieven voor verandering binnen gezinnen 3.4 De pedagogische civil society 3.5 De competenties van de sociaal werker In hoofdstuk 3 gaat het om kinderen als onderdeel van een breder gezins- en sociaal systeem. De sociaal werker is zich bewust van alle invloeden die inwerken op het kind en de perspectieven die alle betrokkenen hebben als het gaat om een complexe opvoedsituatie. Er is dan ook vaak geen eenvoudige oplossing in zulke situaties. De opbrengst van hoofdstuk 3 is dat de sociaal werker de rol inneemt van een mediërende begeleider, die schakelt tussen verhalen en waarheden van alle betrokkenen om zodoende aan meer onderling begrip en herstel te werken.
LINK