Het Knowledge Mile Park (KMP), momenteel de drukste verkeersader van Amsterdam, wordt de komende jaren uitgebreid vergroend. Op diverse locaties langs de KMP werd steekproefsgewijs hittemetingen uitgevoerd om hittestress op te sporen, verkoelingscapaciteit van het aanwezige groen te meten en het thermisch comfort van de KMP voor de gebruiker te inventariseren. Er werd volgens het Cool Towns Heat Stress Measurement Protocol (Spanjar e.a., 2020) hittemetingenuitgevoerd met mobiele weerstations, infraroodcamera’s en vragenlijsten. Uitgevoerd op twee opeenvolgende dagdelen tussen 17.00 tot 20.00 uur. Dit vond plaats op 21 en 22 augustus 2023 toen de luchttemperatuur 23-25 °C bereikte. De resultaten geven het hitteverloop van een milde warme zomerdag weer. Uit de enquête afgenomen onder KMP-gebruikers blijkt dat meer dan de helft van de respondenten op zowel het Weesperplein als het Wibautpark het als een beetje warm of neutraal ervaren. De meetresultaten komen overeen met Europees hitteonderzoek (Spanjar e.a., 2022) en laat zien dat op locaties in de zon zoals op het stenige Weesperplein en het grasveld, mensen tussen 17.00 en 18.30 uur te maken hebben gehad met een sterke tot extreme hittestress condities (35 tot 45 °C PET, zie Grafiek 1). Op de drie andere locaties verminderen boomkronen de hittestress tot licht of niet aanwezig. Verharde locaties blootgesteld aan de zon warmen op en verminderen het thermisch comfort verder door de werking van infraroodstraling. De uitkomsten van de enquête maakt het belang van het goed reguleren van het thermisch comfort op de KMP zichtbaar.
DOCUMENT
Universities have become more engaged or entrepreneurial, forging deeper relations with society beyond the economic sphere. To foster, structure, and institutionalize a broader spectrum of engagement, new types of intermediary organizations are created, going beyond the “standard” technology transfer oces, incubators, and science parks. This paper conceptualizes the role of such new-style intermediaries as facilitator, enabler, and co-shaper of university–society interaction, making a distinction between the roles of facilitation, configuration, and brokering. As a case study, the paper presents the Knowledge Mile in Amsterdam as a novel form of hyper local engagement of a university with its urban surroundings that connects the challenges of companies and organisations in the street to a broad range of educational and research activities of the university, as well as to rebrand the street.
DOCUMENT
Stedelijke natuurversterking is bij uitstek een thema dat door de schalen heen moet worden bekeken. Van pocket park en gevelbekleding tot stedelijke groenstructuur, de biodiversiteit komt het beste tot bloei door samenhang.In het SIA-project Natuurinclusieve Gebiedsontwikkeling onderzochten vier hogescholen - Aeres Hogeschool, Avans Hogeschool, Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Van Hall Larenstein - drie schaalniveaus van gebiedsontwikkeling om de transitie naar natuurinclusieve gebiedsontwikkeling te versnellen. Gekoppeld aan drie casussen waren dit: gebouw (Spoorzone Waarder), straat (Knowledge Mile Park - KMP - Amsterdam), en gebied (Almere Centrum-Pampus). De casussen belichten veelvoorkomende typen ingrepen, zoals kleinschalige nieuwbouw, verbetering van de publieke ruimte, en binnenstedelijke woningbouw. Ondanks dat elke case een eigen thematisch zwaartepunt had - biobased materialen (Spoorzone Waarder), natuurlijke vergroening (KMP), en governance (Almere) - heeft via deelonderzoeken en tussen hogescholen kruisbestuiving plaatsgevonden. De white paper geeft de belangrijkste resultaten en lessen hiervan weer.Urban nature enhancement is a theme that needs to be considered across different scale levels. From pocket parks and façade greening to urban green infrastructure, biodiversity thrives best through connectivity.In the SIA-project Nature-inclusive Area Development, four universities of applied sciences - Aeres University of Applied Sciences, Avans UAS, Amsterdam UAS, and Van Hall Larenstein UAS- researched three scale levels of area development to accelerate the transition to nature-inclusive area development. This was linked to three case studies: Waarder Railway Zone (building), Knowledge Mile Park (KMP - street - Amsterdam), and Almere Centre-Pampus (area). The case studies represent common types of urban interventions, such as small-scale new developments, improvement of public space, and inner-city densification. Despite each case having its own thematic focus - biobased materials (Waarder Railway Zone), natural greening (KMP), and governance (Almere) - cross-pollination took place through sub-studies and collaboration between universities. The following pages present the main results and lessons learnt.
MULTIFILE
De verstedelijking levert een grote bijdrage aan de afname van biodiversiteit, de uitstoot van broeikasgassen en de impact van klimaatverandering. Het vraagt om innovatie in gebruik van bouwmaterialen, toepassing van groen en nieuwe vormen van stedelijke samenwerking. Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling biedt kansen om verschillende actuele opgaven van de stad integraal op te pakken zoals biodiversiteitsverlies, klimaatmitigatie via CO2-reductie, klimaatadaptatie en mobiliteitstransitie. Er is echter een sterk tekort aan kennis om ecologisch en biobased te bouwen en hoe dit op gebouw, kavel, gebied en ecosysteemniveau precies te organiseren en financieren. Van de vele recente innovaties in de natuurinclusieve bouw en gebiedsontwikkeling is nog nauwelijks bekend wat de verschillende waarden zijn voor de gebruiker en onderliggende ecosysteem. In dit project wordt onderzocht wat de knelpunten en kansen zijn voor een transitie naar natuurinclusiviteit bij gebiedsontwikkeling in management en uitvoering, en welke handvatten ontwikkeld kunnen worden om de transitie te versnellen. Op basis van de gesprekken met praktijkpartners, richten we ons op drie aspecten van natuurinclusieve gebiedsontwikkeling: biobased bouwmaterialen, natuurlijke vergroening en de governance aspecten. Deze onderdelen worden onderzocht in een verschillende case studies waarin diverse natuurinclusieve gebiedsopgaven liggen. Via vergelijkend onderzoek worden succes- en faalfactoren in kaart gebracht en handvatten voor natuurinclusieve gebiedsontwikkeling geïdentificeerd. Het onderzoek richt zich met de drie casussen op de drie schaalniveaus van gebiedsontwikkeling: Spoorzone Waarder voor gebouwniveau, Amsterdam Knowledge Mile Park voor straatniveau en Almere Centrum-Pampus voor gebiedsniveau. Het tweejarig onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium van vier hogescholen en diverse innoverende werkveldpartijen waarbij de acht versnellingssessies resultaten “versnellen” en tussentijds delen met de praktijk. Door reflecties van het brede werkveld wordt de toepasbaarheid van de producten in de praktijk geborgd. Het project leidt onder andere tot uitgangspunten voor natuurinclusieve gebiedsontwikkeling, een vertaling in een programma van eisen en een daaraan gekoppeld puntensysteem voor aanbestedingen.
An efficient and sustainable logistics process is essential for logistics companies to remain competitive and to manage the dynamic demands and service requirements. Specifically, the first- and last-mile hub-to-hub (inter) logistics is one of the most difficult operations to manage due to low volumes, repetitive operation and short-distance transport, and relatively high waiting times. With the advancements in Industry 4.0 technologies (Internet of Things, Big Data, Cloud computing, Artificial Intelligence), the consortium partners expect that the intelligent and connected technology is a viable solution to improve operational efficiency, coordination, and sustainability of this inter-hub logistics. Despite the promising potential, the impact of technology on inter- and intra-hub (inside hub) logistics operations (such as transportation, communication, and planning) is not well-established. The focus of STEERS is to explore the real-life challenges associated with the logistics operation in a small-to-medium size logistics hub and investigate the potential of intelligent and connected technology to address such challenges. This project will investigate the requirements for the application of automated vehicles in inter-hub transportation and simultaneously explore the potential of intelligent inter-hub corridors. Additionally, inter-hub communications will also provide the opportunity to explore their potential impact on the planning and coordination of intra-hub activities, with an explicit focus on the changing role of human planners. It combines the knowledge of education and research institutes (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, The University of Twente and Hogeschool Rotterdam), logistics industry partners (Bolk Container Transport and Combi Terminal Twente) and public institutes (XL Business Park, Port of Twente and Regio Twente). The insights obtained in this exploratory study will serve as a foundation for the follow-up RAAK-PRO project, in which real-world demonstrators will be developed and tested inside XL Business Park.